Pikken
Citeren, jatten, cureren, verwijzen. Er zijn nog al wat woorden voor het verschijnsel dat het web vol staat met gekopieerde foto’s en berichten. Soms ronduit gejat en vaak volledig rechtmatig gebruikt. Fotografen en tekstschrijvers lopen graag te hoop tegen al dat gekopieer. Onlangs nog tijdens het jatdebat van de NVJ.
Dan gaat het vooral over teksten. Maar op beeldgebied gebeurt hetzelfde. Foto’s worden volop gekopieerd. Net als bij tekst hebben mediabedrijven er evenveel last van als freelance journalisten en fotografen.
Zowel in de discussie over tekst als beeld geldt, dat de emoties vaak overheersen. Bij tekst gaat het bijvoorbeeld over hoe je netjes naar elkaar linkt. Leuk voor een discussie, maar juridisch niet van belang, schrijven de juristen Otto Volgenant en Jurian van Groenendaal. Zij scheiden helder feiten en meningen. Hun conclusie: het is maar goed dat jatten tot op zekere hoogte mag. Het alternatief is veel erger. Namelijk dat essentiële informatie niet meer vrij verkrijgbaar is.
En daarnaast is er een stevig verankerd auteursrecht dat zowel fotografen als tekstschrijvers heel veel bescherming biedt.
Nog meer goed nieuws brengt Marcus van de Kerkhof. Hij is directeur van het bedrijf Auxen, dat in opdracht van uitgevers auteursrechtschendingen aanpakt. Het bestrijden van schendingen vermindert het aantal diefstallen, constateert hij.
De moraal van het verhaal is voor mij dat jatten prima te bestrijden is met behulp van de NVJ, de Fotografenfederatie of Auxen. Het heeft alleen niet zoveel zin alles jatten te noemen. Citeren mag en gelukkig maar, want met een verbod daarop zijn wij veel verder van huis.
Praat mee