Palin versus NYT: ook de jury ziet geen kwade opzet achter fout in hoofdredactioneel
Na vijf uur beraad heeft ook de jury in een smaadzaak van oud-gouverneur Sarah Palin tegen dagblad New York Times geoordeeld dat van smaad geen sprake was. Eerder had de rechter in de zaak al aangekondigd de zaak te zullen seponeren. Een beroep ligt voor de hand, maar Palin heeft daarover nog geen besluit genomen.
Zelfs een gang naar het Hooggerechtshof ligt open, maar is twijfelachtig, aangezien zowel rechter als jury tot dezelfde conclusie kwamen. Palin kan daar proberen om de huidige definitie van smaad (vastgesteld in 1964) te laten herzien, maar experts achten die kans klein.
De rechter stelde dat New York Times wel blunders heeft begaan in het redactionele proces en het hem niet verbaast dat Palin een rechtszaak begon. “De wet legt de lat echter heel hoog wat betreft kwaadaardige opzet”, aldus Rakoff. “In deze zaak is die drempel niet bereikt.”
Centraal stond een fout in een hoofdredactioneel commentaar, waarbij de krant korte tijd meldde dat Palins campagne-flyers afbeeldingen bevatten van haar politieke concurrenten in het draadkruis van een geweer. Het bleek enkel te gaan om ‘districten in het vizier’.
De fout werd snel herstel maar Palin vond dat ze ten onrechte van ophitsing werd beschuldigd. De vergissing werd snel hersteld en toenmalig chef Opinie James Bennet heeft bij herhaling excuses aangeboden. Onder meer een e-mail van 5 uur ‘s ochtends waarin Bennet vraagt om herstel en rectificaties in het stuk en op sociale media zouden aantonen hoe serieus de New York Times de vergissing nam.
Van kwade opzet was geen sprake, menen dus jury en rechter.
Volgens New York Times-uitgever Meredith Kopit Levien is de uitspraak een opsteker voor de journalistiek en een “goede dag voor de vrije pers”. Meer bij New York Times
Praat mee