Hoofdredacteur De Limburger reageert op commotie over cartoon

UPDATE En opnieuw is er ophef over een cartoon vanwege een vergelijking met de Tweede Wereldoorlog. In de Limburger staat een illustratie met demissionair minister Hugo de Jonge die een coronapaspoort heeft, maar ook een dergelijk teken op zijn borst draagt, wat doet denken aan de Jodenster. Hoofdredacteur Bjorn Oostra:"hoewel ik met de grootst mogelijke kracht afstand neem van de vergelijking die Marijn trekt, vind ik dat een cartoonist -net als een columnist- heel ver moet kunnen gaan om zijn punt te maken".
De tekst bij de cartoon is “Het testbewijs dient u te allen tijde, digitaal dan wel analoog, bij u te dragen.” De tekening valt helemaal verkeerd.
Laten we gewoon stoppen met ongepaste en onsmakelijke WOII-vergelijkingen. Het doet nooit recht aan het nu, en al helemaal nooit aan het verleden. @delimburger pic.twitter.com/fJuAFi6Iw9
— Hugo de Jonge (@hugodejonge) May 6, 2021
Ik ga hier niet omheen draaien. Dit is een weerzinwekkende tekening. In mijn eigen krant vandaag. pic.twitter.com/Pavx3MiDb5
— Johan van de Beek (@DjoeGio) May 6, 2021
Intussen in Limburg. Een cartoon van #hugodejonge. Wat je ook van zijn beleid vindt, een dergelijk cartoon getuigt van weinig historisch besef van @delimburger #Holocaust @L1 @_NIW_ @parool pic.twitter.com/egJvbQE6Da
— Martin Fröberg 🍏🍏🍐🍐 (@MartinFroberg) May 6, 2021
Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd de Jodenster gebruikt om Joden te identificeren. De Jodenster moest zichtbaar en vast opgenaaid op de linkerkant ter borsthoogte van het kledingstuk gedragen worden. Ze moesten ook het stempel met de letter J in hun Persoonsbewijs hebben staan.
Zaterdag verschijnt er een column in de krant over de kwestie, meldt hoofdredacteur Bjorn Oostra aan Villamedia. Daarin schrijft hij: “de tekening van Marijn is onsmakelijk. Net als iedere vergelijking met de Holocaust is ook deze volkomen misplaatst. Wat mij betreft had deze cartoon niet gemaakt hoeven worden. Ik keur de inhoud af en vind de timing -hij is gemaakt op 5 mei- ronduit stuitend”.
Maar volgens Oostra mag een cartoonist, net als een columnist, heel ver gaan om zijn punt te maken. “Hij moet kunnen beledigen en zelfs, als hij dat nodig vindt, choqueren. Zeker op een opiniepagina, waar het maatschappelijk debat op het scherpst van de snede gevoerd moet worden, mag het af en toe schuren. [...] Als ik de onsmakelijke cartoon van Marijn, die overduidelijk bedoeld is om te choqueren, had verboden, had ik de cartoonist de mond gesmoord. Had ik zijn vrijheid van meningsuiting beperkt. Had ik het maatschappelijk debat gesmoord. Dat ging mij te ver.”
“De vrijheid van meningsuiting is, zeker in tijden van crisis, in een democratie als de onze, cruciaal en wat mij betreft daarom bijna onbegrensd. Dat geldt ook voor het hartgrondig met elkaar oneens kunnen en mogen zijn. “
In april was er ook al ophef over een illustratie bij een stuk over De Deventer Mediazaak. Maurice de Hond werd afgebeeld als poppenspeler, die van achter de coulissen aan de touwtjes trekt. Het riep herinneringen op aan de antisemitische karikaturen uit de Nazi-tijd. de Volkskrant bood excuses aan voor de prent.
Praat mee
2 reacties
bartebisch, 7 mei 2021, 16:42
De mening van Marijn had ik ook graag gehoord.
Hier die van Bjorn Oostra:
Wanstaltig. Onsmakelijk. Een redactie die hier medewerking aan verleent zou zich moeten schamen. De reacties op de prent van cartoonist Marijn op de opiniepagina van afgelopen donderdag liegen er niet om.
De tekenaar vergelijkt het testbewijs met een Jodenster. Bij een man, die gelijkenissen vertoont met zorgminister Hugo de Jonge, op wiens linkerborst een stempel getekend is met de beeltenis van zo’n bewijs staat de tekst: ‘Het testbewijs dient u te allen tijde digitaal dan wel analoog bij u te dragen’. Heel fout, constateert een lezer uit Maastricht. In een mail aan de redactie laat hij weten de impliciete verwijzing naar de Jodenster wanstaltig te vinden. ‘Iedereen is vrij een mening te hebben over de maatregelen, maar om in de krant een podium te bieden aan dit soort vergelijkingen gaat mij te ver’, schrijft hij.
Ook op sociale media is de kritiek niet mals. Verslaggever en columnist Johan van de Beek van De Limburger maakt op zijn eigen Facebookpagina van zijn hart geen moordkuil. ‘Ik ga er niet omheen draaien’, schrijft hij. ‘Dit is een weerzinwekkende tekening. In mijn eigen krant vandaag.’ Van de Beek krijgt de nodige bijval. Een enkeling vindt de ophef overdreven. ‘Het had erger gekund.’
Lees ook: Hoofdredacteur Bjorn Oostra over samenwerking: De Telegraaf is niet meer de sensatiekrant die het ooit was
Net als mijn collega Van de Beek zal ook ik er niet omheen draaien: de tekening van Marijn is onsmakelijk. Net als iedere vergelijking met de Holocaust is ook deze volkomen misplaatst. Wat mij betreft had deze cartoon niet gemaakt hoeven worden. Ik keur de inhoud af en vind de timing - hij is gemaakt op 5 mei - ronduit stuitend.
Waarom heeft deze cartoon dan toch de opiniepagina van de krant gehaald? Waarom is niet ingegrepen? Laat ik vooropstellen dat ik verantwoordelijk ben voor de inhoud van de krant en dus uiteindelijk ook voor het besluit om de cartoon van Marijn niet te weren. Hoewel ik met de grootst mogelijke kracht afstand neem van de vergelijking die Marijn trekt, vind ik dat een cartoonist - net als een columnist - heel ver moet kunnen gaan om zijn punt te maken. Hij moet kunnen beledigen en zelfs, als hij dat nodig vindt, choqueren. Zeker op een opiniepagina, waar het maatschappelijk debat op het scherp van de snede gevoerd moet worden, mag het af en toe schuren. Wat mij betreft mogen cartoonisten en columnisten in hun poging het debat aan te jagen zelfs zo nu en dan de grenzen van het toelaatbare opzoeken.
Lees ook: Hoe werkt het coronapaspoort straks?
Als ik de onsmakelijke cartoon van Marijn, die overduidelijk bedoeld is om te choqueren, had verboden, had ik de cartoonist de mond gesnoerd, zijn vrijheid van meningsuiting beperkt. Had ik het maatschappelijk debat gesmoord.
Dat ging mij te ver en is de reden waarom wij een afbeelding hebben geplaatst die ook ik qua inhoud en timing onsmakelijk vind. De vrijheid van meningsuiting is, zeker in tijden van crisis, in een democratie als de onze, cruciaal en wat mij betreft daarom bijna onbegrensd. We moeten het hartgrondig met elkaar oneens kunnen en mogen zijn. Over de tekening van Marijn en mijn besluit om hem niet uit de krant te weren, kan een stevig boompje worden opgezet. Dat is goed. Zo houden we elkaar scherp.
jakomijnykersten@artlover.com, 10 mei 2021, 14:35
Dit is NIET goed. Het heeft niets met vrijheid van meningsuiting te maken. Hier wordt stevig en ongegeneerd over de lijn van het toelaatbare heengestapt en heeft met een “debat aanjagen” helemaal niets te maken. U had deze prent inderdaad moeten verbieden. Spotprenten vallen niet in de categorie “stevige boompjes opzetten” maar zijn bedoeld groepen mensen te isoleren, belachelijk te maken en in dit geval, jawel, is er een directe verwijzing naar, alweer, de Jood. Dat geeft geen pas. Nooit. Dat heeft te maken met de collectieve schuld die wij met zijn allen dragen tegenover alle uitgeroeide Joden en hun achtergebleven familieleden. Het begon allemaal met het verspreiden van spotprenten. U vindt de timing onsmakelijk. Het is ontoelaatbaar dat dit soort prenten, om welke reden dan ook, weer gaan circuleren! Lees meer over spotprenten in de komende Kunstkrant. Artikel over de grootste verzamelaar van spotprenten ter wereld; Arthur Langerman.
Expo in Kazerne Dossin - Mechelen België tot het einde van dit jaar. Ik raad u aan daar eens een kijkje te gaan nemen voor u weer in de verleiding kunt komen dergelijke prenten te verspreiden onder de valse voorwendselen van vrijheid van meningsuiting!
Jakomijn Y. Kersten-Stellweg