word studentlid

— donderdag 20 februari 2014, 08:28 | 0 reacties, praat mee

‘Opeens kent iedereen je als de ontvoerde journalist’

‘Opeens kent iedereen je als de ontvoerde journalist’
© Maaike Putman

Judith Spiegel beleefde haar ontvoering in Jemen met een dubbele pet: die van slachtoffer én van verslaggever. Tijdens haar gedwongen verblijf ziet ze de ellende en het gevaar wel, maar toch ook telkens een verhaal. ‘Want dat er een boek moet komen staat al vrij snel vast.’

Laatste wijziging: 9 maart 2015, 13:46

‘Ik ben schrijfster’, zeg ik tegen mijn ontvoerders, een uur nadat ze ons van de straat hebben geplukt onder bedreiging van Kalasjnikovs. Ik durf niet te zeggen dat ik journalist ben, omdat ik niet weet of ze me om die reden ontvoerd hebben. En ik weet ook niet of ze bloednerveus worden van een journalist als gijzelaar. Misschien denken ze dat ik op de een of andere manier contact kan maken met de buitenwereld, zonder dat zij dat doorhebben. Schrijfster lijkt me een mooie vage term die niet meteen alarmbellen doet rinkelen. Ze vinden schrijfster wel best, echt geïnteresseerd lijken ze nu ook weer niet in wat ik doe. Wel willen ze nog even weten hoe hoog het salaris is van een schrijfster. Ik laat ze weten eigenlijk een kale kip te pakken te hebben, misschien kunnen ze me beter laten gaan. Dat werkt niet, de kale kip komt uit een rijk westers land, en daar gaat het om.

Later krijgen ze alsnog in de gaten dat ik journalist ben. Op televisie wordt verslag gedaan van demonstraties die gehouden worden door het journalistensyndicaat in Sana’a, er staan columns in de krant van Jemenitische collega-journalisten (‘Laat Judith en haar man vrij’) en Nobelprijswinnares Tawakol Karman spreekt haar woede uit over de ontvoering van de journaliste. De man die ons zes maanden lang 24 uur per dag bewaakt vindt al die aandacht wel mooi. ‘Jullie zijn heel beroemd in Jemen’, glundert hij. Alsof al die media-aandacht een verdienste van hem is. Trots laat hij een artikel over de ontvoering op een Jemenitische website zien, met een foto van ons op het strand van Kijkduin.

Dit alles beleef ik met een dubbele pet, die van slachtoffer en die van verslaggever. Als slachtoffer weet ik bijvoorbeeld dat we nooit meer naar Jemen terug zullen gaan, dat kunnen we de achterblijvers niet aandoen. Bovendien zou ik nooit meer rustig over straat lopen, altijd over mijn schouder kijken. Als verslaggever vind ik dat moeilijker te accepteren dan als slachtoffer. Ik heb met heel veel plezier in dit land gewerkt en vermoed dat er de komende tijd veel nieuws vandaan zal komen. Het is frustrerend daarvan geen verslag meer te kunnen doen.

Op een dag meldt de bewaker dat er een strijd tussen twee stammen is uitgebroken in de buurt van onze schuilplaats. Een paar uur later staat hij met verwarde haren en op blote voeten in ons hok. ‘Snel, snel, pak alles wat hier ligt, over vijf minuten gaan we weg, die granaat van zojuist kwam me veel te dichtbij, ik ben bang dat jullie in gevaar zijn.’ We hadden inderdaad het zoevende geluid van een mortiergranaat gehoord, en daarna de inslag, hoogstens een paar honderd meter verderop. We pakken ons boeltje bij elkaar, veel is het niet, en wachten dan nog twee uur tot een auto ons door een donkere woestijn naar een nieuwe locatie rijdt.

De paniek van de bewaker slaat niet op ons over. Ik zie de ellende van de ontvoering wel, en ook het gevaar van de mortiergranaat, maar ik zie ook telkens een verhaal. Die dag heeft het verhaal de boventoon. Bovendien ben ik gefrustreerd dat ik niet weet hoe het precies zit met die stammenstrijd. Ik vraag het de bewaker, hij komt met een vaag verhaal over eerwraak. Ik voel dat het niet klopt. Volgens mij wordt er in dat soort situaties niet met zwaar geschut gevochten. En waarom mag vanavond het licht niet aan? Als dit gehucht – of wat het dan ook is achter de muur waar we dag in dag uit op uitkijken – doelwit is, dan moet het om meer gaan dan een stammentwist. Ik moet dat later zien uit te zoeken.

Mijn partner Boudewijn gaat mee in mijn belevingswereld, waarin we samen een verhaal leven. Vaak vraagt hij dingen als: ‘heb je al opgeschreven dat hij binnenkwam om te vragen wat we van de markt nodig hadden, net toen we in zo’n rare yogahouding lagen?’ Details die we anders misschien zouden vergeten. ‘Die zijn belangrijk, voor het boek’, zegt hij dan. Want dat er een boek moet komen staat ook al vrij snel vast. Dat geeft houvast. De wetenschap dat we uiteindelijk, als we hieruit komen, iets kunnen met dit verhaal maakt de dagen dragelijker. Niet alleen omdat je er zo met meer afstand naar kunt kijken, maar ook omdat het een gevoel geeft dat de lange maanden in opsluiting niet helemaal voor niks zijn. Wat niet wil zeggen dat we de ontvoering voor geen goud hadden willen missen, zoals sommige mensen schijnen te denken.

Dat is de down side van ontvoerd zijn als journalist. En dan ook nog een die al een boek af had over Jemen, dat tijdens de ontvoering uit had moeten komen. Toen dat boek kort na onze vrijlating alsnog in de boekwinkel lag, en ik de publiciteit rond de ontvoering gebruikte om het onder de aandacht te brengen, waren er nogal eens zure reacties. Die ontvoering komt goed uit, dit is commercieel wel erg handig, die ontvoering is geënsceneerd, het zaakje stinkt, dat soort opmerkingen. Ik wist dat ze zouden komen, misschien omdat we te eerlijk zijn geweest en de zaak in de media niet erger hebben gepresenteerd dan hij voor ons was, maar het doet toch pijn. ‘Je moet een dikke huid hebben’, zeggen vrienden.

Gelukkig zijn er meer warme baden dan koude douches. Neem de onvoorstelbare bloemenzee waaronder de huizen van onze ouders zijn bedolven na onze vrijlating. ‘Misschien kunt u een flesje wijn sturen’, zei mijn schoonmoeder op een gegeven moment, toen weer iemand belde die een bos bloemen wilde sturen. De vazen waren op en de bloemen stonden tweehoog opgestapeld. Daartussen ook die van veel collega-journalisten. Sommigen daarvan had ik nog nooit gezien of gesproken. Als freelancer, en helemaal als freelancer in het buitenland, laat staan als freelancer in een zeer ontoegankelijk buitenland, kom je nu eenmaal weinig collega’s tegen. Ik denk dat veel van die collega’s niet wisten wie ik was. Dat nu zo ongeveer iedereen weet wie je bent, is soms raar. Vooral omdat je niet degene bent die dat stuk over de laatste joden van Jemen schreef, maar omdat je ‘de ontvoerde journalist’ bent.

Nou ja, dat ben ik voorlopig, daar valt niet veel aan te doen. De bewaker zag daar ook wel een voordeel in. ‘Je zult zeker geld krijgen van de Nederlandse regering om je mond te houden.’ Ik vraag hem waarover ik dan mijn mond zou moeten houden. Dat weet hij ook niet precies, maar ‘ze’ willen hoe dan ook niet dat ik erover schrijf, dat lijkt hem duidelijk. En dan betaalt de regering zwijggeld. Dat ik juist daarover zou schrijven, snapt hij niet. Stom vindt hij het, zo ben je een dief van je eigen portemonnee. Zelf wil hij ook niet dat ik schrijf. ‘Je moet alles achterlaten waarop letters staan, want jij bent journalist hè?’ Ik krabbel zoveel mogelijk steekwoorden op een A4’tje en smokkel dat de dag van onze vrijlating mee in mijn bh. Ik weet zeker dat een Jemeniet daar nooit zal kijken. Dat A4’tje ligt nu naast mijn laptop. Het vormt, samen met wat voor eeuwig in mijn hoofd zit, de basis van het boek dat nog geschreven moet worden.

Judith Spiegel (1970) maakte in 2009 de overstap van de advocatuur naar de journalistiek. Na de PDOJ-opleiding vertrok ze in september 2009 naar Jemen. Ze werkt er onder meer voor NRC, De Standaard, Elsevier, One World, NOS, VRT, Ikon en de VPRO. Onlangs kwam haar boek ‘Een hoofddoek tegen kogels. Bijzondere verhalen uit Jemen’ (Link uitgeverij, ISBN 9789462320130, € 18,95) uit, waarin zij van binnenuit een beeld geeft van het chaotische, mysterieuze en mooie Jemen.

Bekijk meer van

Persoonlijk

Tip de redactie

Logo Publeaks Wil je Villamedia tippen, maar is dat te gevoelig voor een gewone mail? Villamedia is aangesloten bij Publeaks, het platform waarmee je veilig en volledig anoniem materiaal met de redactie kunt delen: publeaks.nl/villamedia

Praat mee

Colofon

Villamedia is een uitgave van Villamedia Uitgeverij BV

Uitgever

Dolf Rogmans

Postadres

Villamedia Uitgeverij BV
Postbus 75997
1070 AZ Amsterdam

Bezoekadres

Johannes Vermeerstraat 22
1071 DR Amsterdam

Factuurgegevens

Villamedia Uitgeverij BV
Johannes Vermeerstraat 22
1071 DR Amsterdam

Contact

redactie@villamedia.nl

Redactie (tips?)

Chris Helt, hoofdredacteur

Marjolein Slats, adjunct-hoofdredacteur

Linda Nab, redacteur

Lars Pasveer, redacteur

Trudy Brandenburg-Van de Ven, redacteur

Rutger de Quay, redacteur

Sales

Sofia van Wijk

Emiel Smit

Teddy van der Laan

Webbeheer

Marc Willemsen

Vacatures & advertenties

vacatures@villamedia.nl

Bereik

Villamedia trekt maandelijks gemiddeld 120.000 unieke bezoekers. De bezoekers genereren momenteel zo’n 800.000 pageviews.

Rechten

Villamedia heeft zich ingespannen om alle rechthebbenden van beelden en teksten te achterhalen. Meen je rechten te kunnen doen gelden, dan kun je je bij ons melden.