Nieuwe journalistiek eist nieuw geluid
Het aardige van de vergaderingen van de NVJ Verenigingsraad is dat je zoveel oude bekenden tegenkomt. Zéér oude bekenden. Dat is tegelijk ook mijn frustratie. Ik voel me op die bijeenkomsten alsof ik verzeild ben geraakt in een gezelschap van stoommachinisten die zich verzetten tegen de elektrische trein. Al twintig jaar (of is het al langer?) wordt het hoogste orgaan van de NVJ beheerst door dezelfde mannen (want dat zijn het vooral). De vlam is gedoofd, de strijdbare Verenigingsraden van de jaren zeventig, met Han Lammers, Jan Rogier en Hans Smits leven alleen voort in de herinnering. Nu worden hooguit nog voetnoten geplaatst bij bestuursbeleid dat in feite op voorhand al is goedgekeurd. Overdreven?
Nadat ik kort na de eeuwwisseling eervol tot voorzitter van de NVJ was verkozen (door mijn voorganger Ron Abram en algemeen secretaris Hans Verploeg, maar in theorie door de leden), bereidde ik mij grondig voor op mijn eerste Verenigingsraad. Daar zouden mijn nieren geproefd worden!
Vergeet het maar.
Na afloop voelde ik me als een bokser die zich grondig heeft voorbereid op een kampioensmatch, om vervolgens te ervaren dat zijn tegenstander een wegens rugklachten afgekeurde loketbeambte is. Dat is dus al een knock out voor het begin van de wedstrijd. Daar zat ik, na een meer dan tamme match, mijn lijf vol overbodige adrenaline.
Ik ken inmiddels alle stokpaardjes die op Verenigingsraden bereden worden, ook mijn eigen. Voorlichters bij de NVJ bijvoorbeeld, een door mij geliefd thema. Ik ben daar tegen. Waarom eigenlijk? Tsja, nou, ja – ik ben daar altijd tegen geweest. We moeten ons vak zuiver houden en zo. Maar hoe zit het dan met jonge freelancers die hun geld verdienen met het schrijven van promotieteksten en jaarverslagen om daarmee hun onderbetaalde journalistieke werk te bekostigen? Hmm, ja, daar heb ik even geen antwoord op.
Journalistieke onafhankelijkheid, daar ben ik ook sterk voor. Maar welke onafhankelijkheid? De jaren dat ik als eindredacteur van Vrij Nederland nog ingezonden mededelingen uit de krant gooide omdat zij niet in de opmaak pasten – inderdaad, opa vertelt – liggen in een ver verleden. En het is ook alweer vele jaren geleden dat een voorlichter na een interview met een politicus voor het eerst aan mij vroeg: ‘Maak jij er een persbericht over, of zal ik het doen?’ Destijds was ik geschokt. Maar zulke onderhandelingsjournalistiek is inmiddels gemeengoed geworden.
Mijn oordeel over die nieuwe journalistieke werkelijkheid is van weinig belang, het punt dat ik wil maken is dat onze beroepsvereniging doet alsof de tijd heeft stil gestaan. Of laat ik dat nuanceren. Op tal van fronten heeft de NVJ zichzelf vernieuwd. Niet langer maken dagbladjournalisten de dienst uit, de sectie freelance is springlevend, Vers in de Pers verrast met steeds nieuwe initiatieven en de piepjonge sectie internet heeft een veelbelovende start gemaakt. Maar onze hoogste, beleidsbepalende organen, de opperste Sovjets van de NVJ, zijn hopeloos vastgelopen in hun eigen verleden tijd. Dat kan niet goed gaan op den duur.
Een nieuwe journalistiek eist een nieuw geluid. Maar welke organisatievorm past daarbij? Een federatie van publicisten, in al hun vele verschijningsvormen? Een servicebureau voor kleine zelfstandigen? Is de verenigingsvorm verouderd? Moet een beroepsorganisatie haar aangeslotenen allereerst als consumenten beschouwen? Of toch doorgaan met tweemaal per jaar een rituele vergadering van leden, als offer op het altaar van de democratie?
Binnen het bestuur wordt al jaren over al die mogelijkheden gepraat, weet ik uit eigen ervaring. Maar tot concrete resultaten leiden die discussies nauwelijks. Het is ook een vrijwel onmogelijke opgaaf om jezelf opnieuw uit te vinden. Als het ancien régime geen antwoorden meer heeft, lijkt het mij tijd voor een Staten Generaal. Freelancers, jaarcontractelingen, oude getrouwen, en, voor mijn part, voorlichters: zet het traditionele gemopper op onze beroepsvereniging om in een creatieve bijdrage! Slacht de oude stokpaardjes en kom met frisse voorstellen voor een nieuwe NVJ! Wie weet wordt de eerstvolgende Verenigingsraad dan toch nog een spannende.
Praat mee
1 reactie
J.C. Roodenburg, 27 september 2012, 21:14
Helemaal eens met Cees. De VR is een tam konijn. Ik ben ook 35 jaar Verenigingsraadslid geweest voor de afdeling Rotterdam (RJV). Om dezelfde redenen ben ik gestopt met mijn voorzitterschap van de RJV. Er zit geen verniewing meer in en de afdelingen hebbeen zichzelf overleefd. Twee andere bestuursleden (ook al oudjes) gaan nog door. Ben ik het niet mee eens, maar goed ze mogen hun eigen status nog proberen overeind te houden. Er wordt mooit meer wat georganiseerd.