Nieuw verdienmodel fotografie
Fotojournalistiek is geen vetpot. Nooit geweest. Zeker: de meeste fotografen konden lange tijd mee in het peloton. En nu het peloton groot is geworden horen we meer geklaag: het is niet meer zo als het vroeger was. Fotografie is door internet meegesleurd in een proces met enorme verandering als gevolg. Analoog legde iets vast, digitale fotografie is vloeibaar geworden. En met het vloeibaar worden op internet is er nauwelijks meer controle op het gebruik en dan ook niet meer op de prijs. Of je nu individueel bezig bent, of dat je als fotograaf mede eigenaar bent van een fotoagentschap als VII: in het huidige systeem is het zeker dat de prijs verder naar beneden gaat, stelt directeur Lars Boering van de FotografenFederatie.
Fotografen die in de huidige disruptie hun foto’s blijven zien als een product zijn onderweg op een doodlopende weg. Zeker: het systeem zal nog enige tijd blijven functioneren, maar alle seinen staan al jaren op rood en de financiële weg wordt steeds smaller. Het verkopen ‘per stuk’ met zoveel aanbod heeft steeds minder zin. Naar onderscheidende fotografie blijft vraag, maar internet is de grote markt. En daar zit vrijwel iedereen, ook de liefhebbers die gek zijn op fotografie. Fotografie is iets sociaals geworden en delen is de nieuwe norm geworden.
Waar ik de verontwaardiging van fotografen nu niet goed begrijp is dat ze nu pas zo fel reageren op de aankondiging van ANP. Wie goed heeft opgelet en af en toe naar de recente geschiedenis kijkt, ziet dat ANP al sinds 2003 samenwerkt met NU.nl. Dat is al negen jaar! Wat is er in die negen jaar wel niet gebeurd op het gebied van internet en digitalisering?
Wat we nu meemaken is niet de dood van de fotojournalistiek. Dit is ook niet gebeurd met de komst van televisie in de jaren vijftig. Ook toen dacht men dat het over was.
Wat we nu wel meemaken is het einde van het verdienmodel dat de huidige generatie fotografen kent. Het is aan de nieuwe generatie fotografen om opnieuw op zoek te gaan naar een nieuwe vorm van geld genereren en geld verdienen. Die nieuwe generatie is al veel verder dan we denken.
Onderzoek doen naar hoe erg de huidige situatie is, bedient de mensen die treuren om het ‘paradise lost’. De early adapters van nu keren dit gezeur de rug toe en kijken naar een nieuwe horizon. Daar zien we Kadir van Lohuizen, Marieke van der Velden en Rob Hornstra al lopen. Fotografen met lage kostenniveaus die verbazingwekkende dingen doen en die media gebruiken in hun voordeel in plaats van andersom. Succesvolle fotografen als Cris Toala Olivares zijn ook ver vooruit en lachen zich rot om het gezeur over amateurs en NU.nl. Hij was niet de enige die vorig jaar zijn beste jaar ooit heeft gedraaid. Hij verkoopt niet meer aan één medium en zoekt vaak al ruim van tevoren zijn afnemers op. Hij creëert markt en is niet afhankelijk.
ANP, Hollandse Hoogte en stockbureaus: allemaal hebben ze het moeilijk. Het model dat dertig jaar een generatie gaande hield loopt vast. Grote bedrijven zijn op zoek naar nieuwe vormen en markten. Dit doen zij veel sneller dan fotografen die veelal vast zitten in creatief conservatisme. Juist nu zouden fotografen mee aan tafel moeten zitten om mee te denken over nieuwe manieren en nieuwe vormen.
De onhandige timing van ANP, eerst fotografen ontslaan en vervolgens afspraken maken met semi professionals, geeft echter aan dat ze het daar ook niet altijd meer overzien.
ANP en andere grote spelers hebben echter geen verplichting om de huidige beroepsgroep in stand te houden. Dat moet de beroepsgroep zelf doen op een ondernemende en onderzoekende manier. Eigen kracht is beter dan een nieuwe afhankelijkheid.
Wel zou ANP, die zegt zijn leveranciers als partner te zien en belang hecht aan betrouwbare fotografie, zich verplicht moeten voelen om fotografen en beroepsverenigingen uit te nodigen om als partners mee te gaan in de zoektocht naar een nieuwe horizon. Die verplichting mogen we ze best onder hun neus wrijven.
Lars Boering is directeur van de FotografenFederatie
Praat mee