Na beving: China vervalt in oude patronen
Er lijkt een einde te komen aan de ongekende openheid die China tentoonspreidt na de aardbeving van 12 mei. Journalisten konden zonder al te veel restricties berichten over de ramp, die aan ruim 69 duizend mensen het leven kostte. Vooral plaatselijke partijbonzen werden in de media aangepakt, omdat hun corruptie verantwoordelijk wordt gehouden voor de beroerde staat van veel officiële gebouwen. Bij de beving stortten veel slechtgebouwde scholen, waarbij veel kinderen het slachtoffer werden. De openheid waarmee die kwesties besproken konden worden, lijkt voorbij. Internationale media krijgen weer te maken met onwillige autoriteiten en (tijdelijke) gevangenzetting van verslaggevers. Volgens het Comité ter Bescherming van Journalisten (CPJ) zijn de beperkingen vooral ingezet door plaatselijk bestuur om de publicitaire schade te beperken. Vorige week werden onder meer een journalist van de Wereldomroep en een verslaggever van Elsevier bij een politiepost teruggestuurd en mochten ze geen school bezoeker waar rouwende ouders samenkomen. De CPJ stelde een lijst van recente incidenten samen.