word studentlid

— woensdag 21 januari 2009, 09:09 | 0 reacties, praat mee

Media negeren Oslo-verdrag

Eind vorig jaar tekenden vertegenwoordigers van 94 landen in Oslo het verdrag tegen het gebruik van clusterbommen (Convention on Cluster Munitions). Deze historische gebeurtenis heeft in de Nederlandse media opvallend weinig aandacht gekregen, vindt Paul van Seters, hoogleraar globalisering en duurzame ontwikkeling aan TiasNimbas Business School, Universiteit van Tilburg. Voor zover er berichten over verschenen, gaven die meestal blijk van een serieus misverstand.

Laatste wijziging: 21 januari 2009, 10:22

Nieuwsberichten over het clusterbommenverdrag verwezen steevast naar de centrale rol van Noorwegen, dat bijna twee jaar geleden de campagne tegen de clusterbom zou zijn begonnen. Het is inderdaad een feit dat Noorwegen in februari 2007 het initiatief nam voor het zogenoemde Oslo Proces. Dat proces leidde, via voorbereidende conferenties in Lima, Wenen en Wellington, in mei 2008 in Dublin tot aanvaarding van het verdrag tegen gebruik van clusterbommen door 107 landen, en op 3 december in Oslo dus tot ondertekening van dat verdrag door 94 landen.

De belangrijkste impuls voor het clusterbommenverdrag is echter niet afkomstig van Noorwegen, maar van een opvallend internationaal samenwerkingsverband van maatschappelijke organisaties, de Cluster Munition Coalition (CMC). Deze coalitie is opgericht in november 2003 door onder meer Human Rights Watch, Handicap International en de International Campaign to Ban Landmines. Aan CMC nemen momenteel 300 maatschappelijke organisaties in meer dan 80 landen deel. In Nederland zijn vooral IKV Pax Christi, Oxfam Novib, het Nederlandse Rode Kruis en de Stichting Vluchteling actief betrokken bij deze coalitie.

Verdragen worden uiteraard gesloten door staten, niet door maatschappelijke organisaties. Toch is duidelijk dat het clusterbommenverdrag er niet gekomen zou zijn zonder de intensieve, wereldwijde campagne die CMC de afgelopen vijf jaar heeft gevoerd. In die zin kan van deze coalitie van maatschappelijke organisaties gezegd worden dat zij instrumenteel was voor de totstandkoming van dit verdrag, ook al ontbreekt haar handtekening daaronder.

Maatschappelijke organisaties zoeken elkaar steeds vaker op in mondiale netwerken à la CMC, en investeren op basis daarvan met steeds meer succes in nieuwe vormen van samenwerking met overheden, bedrijven en financiële instellingen. Om die reden wordt het collectief van mondiaal opererende maatschappelijke organisaties wel aangeduid als de global civil society. Het Oslo Proces illustreert bij uitstek dit nieuwe, creatieve model van multilaterale samenwerking: een partnerschap tussen regeringen en de global civil society. Eerdere succesvolle voorbeelden daarvan zijn het landmijnenverdrag, het Internationale Strafhof en het verdrag inzake de rechten van personen met een handicap.

Maar ook op andere terreinen bemoeien actoren uit de global civil society zich alsmaar actiever met mondiale kwesties. De huidige wereldwijde financiële crisis gaf al aanleiding tot een bijeenkomst van de belangrijkste industrielanden en opkomende economieën, de zogenoemde G20, op 15 november jl. in Washington. Op die bijeenkomst is vooral afgesproken een bijzondere conferentie te beleggen in april 2009, die dan inhoudelijke afspraken moet opleveren over een nieuwe mondiale financiële architectuur. Maar het is ondenkbaar dat dergelijke afspraken gemaakt kunnen worden zonder intensieve afstemming met een waar legioen van organisaties en netwerken van de global civil society. Global Trade Watch, Transparency International en Global Call to Action Against Poverty vormen slechts de voorhoede van dit legioen. In dat licht moet ook gekeken worden naar het initiatief van vier vooraanstaande Nederlandse maatschappelijke organisaties (Oxfam Novib, Milieudefensie, Amnesty International en FNV) om in januari een symposium te organiseren over ‘een duurzame financiële sector’.

Kortom, wanneer er in de krant geschreven wordt over zo’n belangrijke en historische gebeurtenis als de ondertekening van het clusterbommenverdrag, maar er wordt niks gezegd over de betrokkenheid van maatschappelijke organisaties bij dat verdrag, dan is er sprake van een leemte in de nieuwsvoorziening en een vertekening van de werkelijkheid. De global civil society heeft op 3 december 2008 in Oslo geschiedenis geschreven. Dat verdient meer aandacht van de media.

Paul van Seters is hoogleraar globalisering en duurzame ontwikkeling aan TiasNimbas Business School, Universiteit van Tilburg

Bekijk meer van

Tip de redactie

Logo Publeaks Wil je Villamedia tippen, maar is dat te gevoelig voor een gewone mail? Villamedia is aangesloten bij Publeaks, het platform waarmee je veilig en volledig anoniem materiaal met de redactie kunt delen: publeaks.nl/villamedia

Praat mee

Colofon

Villamedia is een uitgave van Villamedia Uitgeverij BV

Uitgever

Dolf Rogmans

Postadres

Villamedia Uitgeverij BV
Postbus 75997
1070 AZ Amsterdam

Bezoekadres

Johannes Vermeerstraat 22
1071 DR Amsterdam

Factuurgegevens

Villamedia Uitgeverij BV
Johannes Vermeerstraat 22
1071 DR Amsterdam

Contact

redactie@villamedia.nl

Redactie (tips?)

Chris Helt, hoofdredacteur

Marjolein Slats, adjunct-hoofdredacteur

Linda Nab, redacteur

Lars Pasveer, redacteur

Trudy Brandenburg-Van de Ven, redacteur

Rutger de Quay, redacteur

Sales

Sofia van Wijk

Emiel Smit

Teddy van der Laan

Webbeheer

Marc Willemsen

Vacatures & advertenties

vacatures@villamedia.nl

Bereik

Villamedia trekt maandelijks gemiddeld 120.000 unieke bezoekers. De bezoekers genereren momenteel zo’n 800.000 pageviews.

Rechten

Villamedia heeft zich ingespannen om alle rechthebbenden van beelden en teksten te achterhalen. Meen je rechten te kunnen doen gelden, dan kun je je bij ons melden.