word studentlid

— zondag 10 juni 2018, 13:01 | 0 reacties, praat mee

Mark Hoogstad is er helemaal klaar mee, de gekmakende ratrace om het nieuws

Mark Hoogstad is er helemaal klaar mee, de gekmakende ratrace om het nieuws
© Maaike Putman

Mark Hoogstad gaf zijn vaste baan bij AD Rotterdams Dagblad vorig jaar op voor een freelance bestaan. Hij werd gek van de ratrace om het nieuws. Laatste wijziging: 21 juni 2018, 13:18

Bijna een jaar geleden besloten het AD Rotterdams Dagblad (AD/RD) en ik uit elkaar te gaan. ‘In goed onderling overleg’, zoals dat zo mooi heet. Na een dienstverband van ruim 4,5 jaar was de liefde over.

Aan die breuk gingen maanden van gepieker vooraf, vaak in de vorm van letterlijk slapeloze nachten. Hoe moest het financieel verder met ons gezin (vrouw, twee puberdochters)? Zat ik niet ‘gewoon’ in een midlife­ crisis? Een ordinaire burn-out? Was ik te inflexibel, en dus onvoldoende bereid en in staat om mij aan te passen aan de wetten van de moderne tijd, waar het dwingende ritme van internet langzaam maar zeker tot norm is verheven?

Vragen te over, maar dat ik zo niet verder kon en wilde, stond als een paal boven water. Feit was immers dat ik allengs steeds minder plezier had in het vak, dat ik tot dan toe bijna 24 jaar met veel genoegen had uitgeoefend. Eerst voor het landelijke NRC Handelsblad (1994-2012), vervolgens voor het lokale AD/RD (2012-2017).

Maar die arbeidsvreugde kwam vanaf 2016 steeds meer in het gedrang, en daar ging mijn humeur meer en meer onder lijden. De conclusie was pijnlijk maar onontkoombaar: ik was te veel en te vaak bezig met kwantiteit, en kwam steeds minder toe aan kwaliteit. Productie ging boven prestatie.

Steeds vaker waande ik mij een vakkenvuller: een berichtje hier, een ankeilertje daar, een stoppertje zus, een stukje zo. En dat alles in een ziedend tempo. Want veelvraat internet heeft immer honger, veelvraat internet moet koste wat het kost gevoed worden. Wat zojuist is getikt, had eigenlijk gisteren al op de site moeten staan.

En oh ja, of ik ook nog even wilde meedenken over de opzet van onze 010debatten, en speciaal voor die avonden een column kon tikken en uitspreken? Om over de onvermijdelijke bureau- en weekenddiensten nog maar te zwijgen. Een gekmakende ratrace. Ik kwam, kortom, niet meer toe aan hetgeen waarvoor ik destijds door het AD/RD was gehaald: verdieping. Daarvoor ontbrak de tijd simpelweg. Zeker toen mijn collega-politiek verslaggever in Rotterdam minder dagen ging werken vanwege het moederschap.

Na drie aangename jaren transformeerde ik langzaam maar zeker in een inktkoelie van de haast. Gevolg? Steeds vaker – maar meestal te laat! – betrapte ik mezelf op slordigheden: een taal- of een spelfout(je), een nulletje te veel of te weinig, onvoldoende hoor- en wederhoor. Maar de trein raasde door en dus raasde ik ook maar door. Al was dat in het wrange besef dat ik een ‘dertien-in-een-dozijn’-journalist was geworden.

‘Snel, sneller, snelst’ was het thema van Het Grote Media Theater op 9 mei in de Stadsschouwburg Amsterdam. Een ‘gevoelig thema’ volgens de organisatoren. Daarmee is niets te veel gezegd. Chefs en leidinggevenden duiken of voelen zich al snel op hun teentjes getrapt als zij vanaf de werkvloer kritische geluiden – als die al durven te worden uitgesproken – krijgen over de moordende werk- en prestatiedruk.

Een merkwaardige spagaat: journalisten staan op de loonlijst om de buitenwereld te pas en te onpas kritisch tegen het licht te houden, maar wee diegene die het waagt om intern op de alarmknop te drukken. Dat is not done. Bovendien: kunnen ‘zij’ er wat aan doen? ‘Zij’ zijn ook maar onderdeel van ‘het systeem’. ‘Wen er maar aan, dit is de norm.’ Die woorden heb ik de afgelopen jaren vaak genoeg én tot vervelens toe moeten horen. Die norm heeft ook een naam: digital first. Vrij vertaald: pleur alle kopij maar zo snel mogelijk op de website. Hoe eerder, hoe beter.

De regionale journalistiek in Nederland lijdt aan dezelfde kwaal als het onderwijs en de zorg: te weinig handen aan het bed. Het AD/RD, noodgedwongen gevormd in 2005, is de vrucht van een lange reeks fusies, saneringen en ontslagronden. Het gevolg is een uitgemergelde redactie (28 fte) waar keihard wordt gebuffeld.

Dat moet ook wel, want de krant maakt maar liefst vijf edities. En voedt – niet te vergeten – het heilige internet, dat vandaag de dag geen genoegen meer neemt met slechts het geschreven woord. Verslaggevers dienen anno 2018 multimediaal inzetbaar te zijn: met de camera en de microfoon in de aanslag, Facebook en Twitter binnen handbereik.

Clicks zijn heilig, kwaliteit is secundair. Een doorwrocht en dus tijdrovend (!) stuk over de politieke machinaties achter de schermen van het Rotterdamse stadhuis verliest het op internet glansrijk van een kek filmpje, dat de eerste de beste stagiair met zijn of haar smartphone heeft gemaakt van een zwerver die zijn broek laat zakken op de Coolsingel. Veel meer hits, veel meer traffic.

‘Het idee dat waarheid even tijd nodig heeft om te worden achterhaald, is sleets geraakt’, schreef Volkskrant-ombudsman Jean-Pierre Geelen onlangs naar aanleiding van de berichtgeving over de Haagse messentrekker van Syrische afkomst (‘Verwarde man of terrorist?’). Wat ook uit de mode is geraakt: het besef dat het menselijk brein zo zijn grenzen kent. Onze bovenkamer is helemaal niet ingericht om een dagelijkse diarree aan – ook dat nog – versnipperde informatie op te vangen en te verwerken, zo hield cognitief onderwijspsycholoog Marcel Veenman de aanwezigen bij Het Grote Media Theater voor. ‘Het snelle denken maakt dan rare bokkesprongen die vaak fout uitpakken.’

Dat de bomen niet meer tot in de hemel groeien in de journalistiek is mij bekend. Dat kranten en sommige vakbroeders te lang op (te) grote voet hebben geleefd, ja, ook dat weet ik. Maar mag ik zo vrij zijn om te constateren dat ‘we’ nu een beetje doorschieten naar de andere kant? Vroeg of laat heeft de nieuwsconsument zijn buik vol van het eendimensionale en vaak tranentrekkende lange-halen-snel-thuis-voetbal waar (te) veel media zich, al dan niet op last van hun broodheren, aan vastklampen.

Om misverstanden te voorkomen: met incidenteel ‘een stukkie tikken’ voor de website of live Twitter-verslag doen van een bepaalde nieuwsgebeurtenis is niets mis. Problematisch wordt het als dit een structurele bijbaan wordt, eenzijdig van hogerhand opgedrongen zonder aanpassing van de arbeidsvoorwaarden. Gevolg is immers dat de oorspronkelijke opdracht van een journalist – een doortimmerd en dus een gewikt en gewogen verhaal brengen – in het gedrang komt.

Het klinkt als een open deur, maar in dit verband kan het geen kwaad een aloude journalistieke wijsheid te herhalen: een goed verhaal kost tijd en dus ja, ook geld. Een onderscheidend stuk of een scherpe primeur wordt zelden of nooit met twee of drie telefoontjes binnen gehengeld. Als dat al eens gebeurt, dan is dat in negen van de tien gevallen toe te schrijven aan het uitmuntende netwerk van de journalist in kwestie.

Het onderhouden van zo’n netwerk vergt tijd en gaat verder dan één kopje koffieleuten met deze of gene. Nieuws moet je ook worden gegund. Het gaat om vertrouwen, en dat vertrouwen dient zorgvuldig te worden gewonnen, onderhouden en uitgebouwd. Dat doe je door mensen recht in hun ogen te kijken, niet door ze dagelijks een vrolijk Appje te sturen met de vraag of alles kits is.

Nieuwsconsumenten verdienen beter dan de vaak zouteloze fastfoodkost die zij nu met grote regelmaat krijgen voorgeschoteld. Dat vergt durf en dus ja, investeringen van krantenuitgevers. Dat laatste kan, getuige de recente jaarcijfers. Maar wie van de hoge dames en heren durft de lezer, en daarmee de eigen medewerkers, te bevrijden uit de verstikkende internetkramp?

Mark Hoogstad (1970) is freelance journalist, onder meer voor Trouw. Eerder was hij werkzaam bij NRC Handelsblad en AD/RD. In februari verscheen van zijn hand het boek ‘Rotterdam, stad van twee snelheden’ over de transitie van de tweede stad van Nederland en de politieke turbulentie aldaar.

Tip de redactie

Logo Publeaks Wil je Villamedia tippen, maar is dat te gevoelig voor een gewone mail? Villamedia is aangesloten bij Publeaks, het platform waarmee je veilig en volledig anoniem materiaal met de redactie kunt delen: publeaks.nl/villamedia

Praat mee

Colofon

Villamedia is een uitgave van Villamedia Uitgeverij BV

Uitgever

Dolf Rogmans

Postadres

Villamedia Uitgeverij BV
Postbus 75997
1070 AZ Amsterdam

Bezoekadres

Johannes Vermeerstraat 22
1071 DR Amsterdam

Factuurgegevens

Villamedia Uitgeverij BV
Johannes Vermeerstraat 22
1071 DR Amsterdam

Contact

redactie@villamedia.nl

Redactie (tips?)

Chris Helt, hoofdredacteur

Marjolein Slats, adjunct-hoofdredacteur

Linda Nab, redacteur

Lars Pasveer, redacteur

Trudy Brandenburg-Van de Ven, redacteur

Rutger de Quay, redacteur

Sales

Sofia van Wijk

Emiel Smit

Teddy van der Laan

Webbeheer

Marc Willemsen

Vacatures & advertenties

vacatures@villamedia.nl

Bereik

Villamedia trekt maandelijks gemiddeld 120.000 unieke bezoekers. De bezoekers genereren momenteel zo’n 800.000 pageviews.

Rechten

Villamedia heeft zich ingespannen om alle rechthebbenden van beelden en teksten te achterhalen. Meen je rechten te kunnen doen gelden, dan kun je je bij ons melden.