Lekker ontspannen
De tijdschriftopvoeding die ik heb genoten was zeer beperkt. Na het educatieve tijdschrift Taptoe kwam er nog de Hello You en toen vonden mijn ouders dat ik oud genoeg was om het, net als de rest van het gezin, te doen met de Volkskrant en Vrij Nederland. Ik wilde als jongste thuis bij de grote mensen horen, dus ik stribbelde niet tegen. Vrouwenbladen heb ik, vermoedelijk daardoor, nooit begrepen.
De Tina heb ik- rebels als ik was- als kind wel eens bekeken. Een klasgenootje wilde mij namelijk opgeven voor de hartsvriendinnenrubriek en ik moest toch weten waar ze het over had. Ze verzon zelfs ‘favoriete momenten’ die we in werkelijkheid nooit hadden beleefd. Die moest ik uit mijn hoofd leren, zodat we de test glansrijk zouden doorstaan. Ze keek me nooit meer aan nadat ik had gezegd dat ik eigenlijk geen (nep)hartsvriendin wilde hebben.
En dat is mijn eerste probleem met veel vrouwenbladen. Hun lezers worden continu gewezen op dingen die ze zouden moeten willen hebben. Dingen waarvan ze voorheen niet eens wisten dat ze het wilden. Zoals een hartsvriendin. Maar ook ‘een porseleinen huid’, een ‘poederroze jas’, een ‘beest in bed’, een ‘booming carrière’ en weetikwatnogmeer.
Een tweede probleem: lezers worden nadrukkelijk gewezen op angsten die ze misschien zouden moeten hebben. De Viva-cover die ik laatst in een café las kwam met: ‘Zwanger; waarom hij juist dan vreemdgaat’ of ‘Jaloers op zijn papegaai; hij houdt meer van hem dan van mij’. Gelukkig ben ik niet zwanger en heeft mijn vriend geen papegaai. Maar anders had ik na het lezen bovenop de kast gezeten.
En tot slot zijn er de ‘inspirerende verhalen’. Vaak zijn ze in de succesvolle Disneyfilm-constructie gegoten: een aandoenlijke vrouw/man/hond/hertje gaat door een diep dal, maar komt er uiteindelijk sterker uit. Het zijn altijd van die verhalen waarbij ik denk: ‘Ja hoor, ik word nou nooit beter gekust door een prins als ik een giftige appel heb gegeten. Ik word kotsmisselijk en moet mezelf uit bed slepen om een bouilonnetje te maken’.
Een concullega die voor vrouwenbladen schrijft, vertelde hoe ze die vrouwen vinden. Die vrouwen die zulke succesverhalen dus wel meemaken. Aan de redactietafel wordt eerst een situatie bedacht, meestal een crisisverhaal dat eindigt met ‘ze staat heel positief in het leven’, de moderne variant van ‘ze leefde nog lang en gelukkig’. De redactie zoekt daarna eindeloos internetfora af om zo’n vrouw te vinden en als ze is gevonden, moet ze haar pasfoto’s toesturen. Te lelijk? Dan ook geen verhaal. Want als je de ogen van je lezers uitsteekt met een succesverhaal, dan minstens door een mooie vrouw.
Je leest het al, ik snap er niks van. In plaats van lekker ontspannen een tijdschriftje lezen, word je onzeker, gefrustreerd en ontevreden. Wat doe je jezelf aan? Ik ben mijn ouders dankbaar.
Praat mee