Kees Schaepman: wat te doen tegen kruimeldiefstal?

Irritanter vind ik het als ik een stuk van mijzelf tegenkom waar mijn naam niet bij vermeld wordt. Of, nog vervelender, als de naam van iemand anders er boven staat, zoals mij ook een keer overkwam. Maar wat doe je ertegen? Om eerlijk te zijn, laat ik het er meestal bij zitten omdat het schrijven van brieven, en wellicht uiteindelijk het starten van een juridische procedure mij tijd, moeite en dus geld kost, waarschijnlijk meer geld dan het mij ooit oplevert.

In mijn geval gaat het steeds om kleine, betrekkelijk onschuldige inbreuken op mijn auteursrecht. Ik loop er geen noemenswaardige bedragen door mis en zolang stukken van mij niet op abjecte sites verschijnen, wordt mijn (hopelijk) goede naam er niet door geschaad. Maar toch blijft zo’n kruimeldiefstal mij vaak nog een tijd dwarszitten, dat was zeker het geval toen het om plagiaat ging. Een klein stemmetje in mijn hoofd bleef lang doorzeuren dat ik met mijn rechten liet sollen omdat ik te te lui en te laf was om er iets tegen te ondernemen. Draag ik, door niets te ondernemen ter bescherming van mijn teksten, niet bij aan hun vogelvrije weerloosheid?

Bij sommige collega’s, met name bij fotojournalisten, kan het overigens om substantiële bedragen gaan die hen onthouden worden. En je kunt wel degelijk actie ondernemen. Op de website van de Stichting Lira vind je een ‘Stappenplan bij online inbreuk of plagiaat’ dat daarbij als leidraad kan dienen. Dat Stappenplan biedt onder meer een aantal voorbeeldbrieven, zoals een verzoek tot verwijdering van inbreuk makende content en een verzoek tot correcte bronvermelding.

Het Lira Stappenplan is gericht op kleinschalige online inbreuk, met als voornaamste doel om bewustwording van het auteursrecht op internet te bevorderen bij de beheerders van sites. Mocht er sprake zijn van herhaalde grootschalige commerciële inbreuk, neem dan contact op met Lira of met de juridische afdeling van de NVJ.