Journalistiek is geen spelletje!
Claim: de zoektocht naar het vasthouden van de nieuwsconsument, de inhoudelijke interactie, de online verdienmodellen, het zal onherroepelijk leiden tot de opkomst van een nieuw genre: de journalistieke game.
In de media gaat het verjaren van jargon erg snel. Nog geen 10 jaar geleden was ‘content king’ en moest het volgens de goeroe’s vooral ‘sticky’ zijn. Ik vind dat soort terminologie een vorm van aanstellerij, want je hebt het in wezen over iets eenvoudigs: hoe houd ik als journalist mensen vast en inspireer ik?
De tweede grote vraag die de journalistiek al jaren beheerst wordt samengevat door het woord ‘interactie’. We gaan er stiekem een beetje van uit dat we meer impact hebben als ons publiek niet alleen onze spullen consumeert, maar er ook mee aan de slag gaat. Impact leidt tot trouw, trouw leidt tot omzet. En met de vraag naar journalistieke verdienmodellen zijn de afgelopen jaren heel wat paniekerige bijeenkomsten gewijd.
Het verrast me dat in die discussies zo zelden het woord ‘game’ valt. Er is immers geen medium zo verslavend, en zo interactief. En weinig sectoren zijn commercieel zo in opmars, en bieden evenveel mogelijkheden voor verkoop en advertising. Bovendien wordt distributie steeds gemakkelijker, ook naar de oudere doelgroepen. Als games niet zo lastig te maken waren, zouden ze een journalistiek walhalla zijn.
De meest in het oog springende voorbeelden zwerven nu bij de publieke omroep, en zijn vaak extensies van reportage televisietitels. Twee voorbeelden van dit jaar: De game 13 in de oorlog van NTR en IJsfontein laat aan kinderen voelen hoe het is om onder een bezetting te leven. Een nog journalistieker voorbeeld is Collapsus.com van VPRO en Submarine, dat de implicaties van een energiecrisis laat zien en daarmee onlangs een Emmy nominatie in de wacht sleepte.
Ze zien er allebei prachtig uit, maar toegegeven, de ‘gameplay’, de inhoud van het spel, kan nog een stuk sterker. En de impact en de businesscase ook. Toch, het zijn naar mijn gevoel de eerste stappen van iets belangrijks.
Om de mediasector en de opkomende Nederlandse gamesector samen te brengen moet er nog een hoop gebeuren. Kranten, tijdschriften en omroepen moeten lef tonen als het gaat om de relatie met hun publiek, experimenteren. In een project in een vroeg stadium gamemakers binnenhalen, als makers, niet slechts als marketeers. De vraag naar ‘waarom een game?’ af en toe eens beantwoorden met ‘waarom niet?’. Gamebedrijven moeten aan zelfvertrouwen gaan winnen, beseffen dat ze cultuurproducten kunnen maken en een visie op de wereld hebben. Dat ‘serious gaming’ niet altijd ‘braaf educatief’ hoeft te betekenen. Er is niks mis met spelletjes maken, maar er is ook geen reden het daarbij te laten.
De ontmoeting tussen die werelden zal impact hebben op de manieren van media maken, op workflow, research en verdienmodellen. Met een heleboel variabelen en een onzekere uitkomst. Met winnaars en verliezers. Net een spelletje eigenlijk.
Praat mee