word studentlid

— woensdag 3 oktober 2012, 21:48 | 0 reacties, praat mee

Journalist, vertel je eigen waarheid

‘Als vrijwel alle media steeds meer “middle of the road” worden om maar voor een zo breed mogelijk publiek aantrekkelijk te zijn, waarom zou ik dan niet juist inzetten op niches van mensen die op heel specifieke terreinen belangstelling hebben voor goede informatie? Als alle media er op uit zijn om u DE waarheid te vertellen, waarom zou ik dan niet inzetten op het feit dat ik u EEN waarheid vertel, namelijk de mijne?’ Dat betoogde Thomas Loudon in een co-referaat bij de Joost Divendallezing 2012 ‘Waakhond of windhond’, die werd uitgesproken in Amsterdam.

Laatste wijziging: 16 oktober 2012, 16:27

Dames en heren, Goedenavond en dank dat u mij de gelegenheid geeft om hier een aantal van mijn gedachten over de journalistiek met u te delen tijdens de Joost Divendal lezing. Ik heb het voorrecht gehad om de lezing van Yves Desmet iets eerder te mogen inzien. En als je die gelezen hebt en je buigt je over de vraag wat te zeggen in een co-referaat bij zijn lezing, dan weet je dat je een behoorlijke uitdaging te pakken hebt. Wat een geweldige hoeveelheid informatie weet Yves te bundelen in zijn verhaal! Voordat ik mijn gedachten kon ordenen moest ik een en ander even laten bezinken. Een moment van reflectie inbouwen. Daar hebben wij er in onze levens niet veel van. Volgens sommige wetenschappers hebben mensen nog nooit zo veel informatie op zich af gekregen per dag als nu en hebben ze tegelijk nog nooit eerder zo weinig tijd gehad of genomen voor reflectie. Daarom wil ik u een korte adempauze geven door u aan de hand van een aantal politieke cartoons een schets te geven van de mediawereld.

Kijk dit is de reden waarom veel van mijn collega’s, en ik zelf trouwens ook, ooit journalist geworden zijn. Als ridder te paard, slechts gewapend met een pen - waar dan natuurlijk wel een vlijmscherp puntje aan moet zitten - wil de journalist de draken te lijf. Want dit moet voorkomen worden: leiders die hun zakken vullen en op allerlei andere manieren de bevolking om de tuin leiden. Zolang de media daar maar hard genoeg over toeteren hebben zij de macht om die leiders ter verantwoording te roepen. Er zijn grof gezegd drie posities waarin de media zich kunnen bevinden. In Nederland hebben we ze alledrie gekend. Tijdens de bezettingsjaren waren de journalisten gemuilkorfd. In de jaren erna konden zij hun rol als waakhond vervullen. In Amerika konden in die tijd Bob Woodward en Carl Bernstein hun geweldige werk doen. Maar langzaam maar zeker kwamen we terecht in fase drie. Het media exces. In die fase zijn de media zich niet altijd even goed bewust van hun verantwoordelijkheid en van hun invloed en lopen zij over hun lezers, kijkers en luisteraars heen. In die fase zijn wij de blinde ezel, die bereden wordt door de machthebbers. Die machthebbers kunnen over onze ruggen heen de bevolking wortels voorhouden waar ze nooit bij zullen komen.

Machthebbers zijn er in vele soorten en maten. Wat te denken van de grote bedrijven die misbruik kunnen maken van de toenemende mate waarin media hun advertentie inkomsten moeten zien te redden. Dat kan ten koste gaan van de journalistieke onafhankelijkheid. En dan het nog altijd uitdijende leger spindokters, woordvoerders, PR-bedrijven en mediagetrainde politici, die ons journalisten opvreten. In dat landschap zijn wij op zoek naar de weg om weer de journalisten te worden die onze leiders tegen het licht houden en die hen dwingen tot transparant bestuur. Want uiteindelijk zijn het in belangrijke mate nog altijd de media die de publieke opinie helpen vormen. Zolang er ook maar één onafhankelijk denkende geest over is, is het onze verantwoordelijkheid om die te voeden met goede, relevante, tijdig afgeleverde en toegankelijke informatie.

Tot zover de adempauze, al moet ik zeggen dat ik me met veel plezier heb laten meevoeren door Yves Desmet naar dat plein in Italië, waar de fontein waarschijnlijk helder water klatert en waar je de espresso staande aan de toog inneemt. En dat juist daar een aantal onafhankelijke geesten dachten: tot hier en niet verder. Stop de fastfood invasie, start ‘slow food’. Het meest boeiende van de ‘slow food’ gedachte vind ik dat het niet een ‘terug naar vroeger’ gedachte is. Ja, het concept gaat uit van traditionele producten en teeltmethoden, maar de visie is gericht op het nieuwe. Zij zien een wereld voor zich waarin iedereen kan genieten van voedsel dat goed voor hen is, dat goed is voor ieder die groeit en dat goed is voor de planeet. De ‘slow food’ beweging zoekt niet naar groei op de rug van traditionele partijen, maar ontwikkelt zijn eigen ‘neo-gastronomie’ en zijn eigen netwerken voor de verspreiding ervan. Traditionele partijen mogen wel aanhaken bij de slow food beweging, maar het is slow food dat de regels bepaalt. En zo moet het volgens mij ook gaan in de journalistiek, maar zo gaat het in elk geval in Nederland nog niet.

Ik heb de spreekbeurt van toenmalig minister Plasterk van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, nog helder op het netvlies staan, bij een congres dat door het Stimuleringsfonds voor de Pers werd georganiseerd. Daar orakelde hij over de noodzaak van het redden van de kranten, of wel het oude behouden, over nieuwe mogelijkheden sprak hij geen woord. Zijn opvolgster, minister van Bijsterveldt, mocht een jaar later haar licht op het medialand laten schijnen. Zij kwam niet verder dan een verhandeling over de taken van de journalist. Ook bij haar geen lettergreep die ook maar het begin van een visie op de toekomst van de media verraadde. De commissie Brinkman kwam met aanbevelingen, er werd acht miljoen euro uitgetrokken om persinnovatie te stimuleren. En ik moet erbij vermelden dat ik uit die ruif heb gegeten. Toen meer dan zeven miljoen euro van dat budget was vergeven aan tientallen projecten liet de voorzitter van het Stimuleringsfonds voor de Pers zich in het Financieele dagblad ontvallen dat er eigenlijk maar één echt innovatief idee tussen had gezeten.

Nee dan de slow food beweging. Daar had geen minister zich over gebogen, daar was geen beleidsnota over geschreven. Die beweging ontstond omdat er een noodzaak voor was. Er was kennelijk een moment van verzadiging bereikt, een ‘tipping point’ en daardoor kon het initiatief momentum krijgen. Ik ben er stellig van overtuigd dat ook in de journalistiek zo’n noodzaak moet ontstaan voordat het echte nieuwe medialandschap vorm gaat krijgen. Want als we echt moeten dan gaan we niet meer alleen kijken vanuit het idee dat we het bestaande kunnen aanpassen, maar dan gaan we een aantal fundamentele vragen stellen op zoek naar het nieuwe. Pas als de basisingrediënten er zijn kunnen we schrijven aan de recepten voor de journalistieke variant van de ‘neo-gastronomie’.

De eerste vraag die gesteld moet worden is ‘wat is journalistiek’. Mijn antwoord op die vraag is dat journalistiek een vaardigheid is, namelijk de vaardigheid om uit grote hoeveelheden complexe informatie snel de rode draad te halen en die op een compacte en toegankelijker manier te bundelen. Welk antwoord je er ook op formuleert, je moet de vraag stellen om inzicht te krijgen in de toepassingen van de journalistiek. Als je dat inzicht hebt, kan je gaan nadenken over de journalistieke producten die je gaat maken, over methoden van verspreiding ervan en manieren om er ook nog een gezonde bedrijfsvoering op na te houden. Want ook dat is een cruciaal onderdeel van de journalistiek en een zorgenkind. In maart meldden de Telegraafgroep en Wegener teruglopende oplages en teruglopende inkomsten uit advertenties die nog niet worden gecompenseerd door inkomsten uit online activiteiten. Ik heb regelmatig horen beweren dat de businessmodellen van de media dood zijn. Investeerders stappen niet in media initiatieven omdat de gangbare verdienmodellen alleen maar minder opbrengen. Maar is dat wel zo dat die modellen niet meer werken? Is het niet veel eerder zo dat de producten waar die modellen voor zijn bedacht niet meer werken? En welke modellen werken wel, misschien in andere branches, die gebruikt kunnen worden door de media?

Dames en heren, de kracht van slow food is de eigenzinnigheid ervan. De beweging doet dingen die niet logisch lijken, zeker niet als je er een gangbare business case van zou proberen te maken op een MBA. Maar het succes ervan is onmiskenbaar: meer dan 100.000 leden, supporters in 150 landen en meer dan 2000 ‘food communities’. ‘Slow journalism’ moet ook eigenzinnig zijn en op zichzelf staan. Het moet het spel in de mediawereld gaan dicteren. Dat wil zeggen dat het zich niet inlaat met traditionele partijen tot die partijen bereid zijn om het product van slow journalism te nemen zoals het is.

Mijn gedachten zijn als volgt: als alle media al over elkaar heen buitelen om allemaal hetzelfde nieuwsbericht van een persbureau te herschrijven, waarom zou ik dan in die massale valpartij erbij gaan liggen? Als media, om het hoofd boven water te houden, bezuinigen op hun journalisten en blijven zitten met een steeds kleinere redactie die steeds meer moet doen, waarom zou ik dan niet het omgekeerde doen: dat wil zeggen investeren in de journalisten en op al het andere bezuinigen. Waarom zou ik bijvoorbeeld nog een eigen website bouwen voor mijn video journalistieke platform als ik aan een Youtube kanaal geen cent kwijt ben, terwijl ik op Youtube bovendien nog eens midden in mijn potentiële kijkersmarkt sta?

Als vrijwel alle media steeds meer ‘middle of the road’ worden om maar voor een zo breed mogelijk publiek aantrekkelijk te zijn, waarom zou ik dan niet juist inzetten op niches van mensen die op heel specifieke terreinen belangstelling hebben voor goede informatie? Als alle media er op uit zijn om u DE waarheid te vertellen, waarom zou ik dan niet inzetten op het feit dat ik u EEN waarheid vertel, namelijk de mijne? En waarom zou ik niet andere journalisten hun waarheid laten vertellen zodat u, de kijker of de lezer, inzicht krijgt in verschillende perspectieven? En waarom – en hier verschil ik misschien van mening met Yves Desmet – zou ik u een artikel van 5000 woorden voorschotelen? Dat leest u niet. En als u het nog wel leest, dan leest een generatie jonger het niet. Waarom zou ik in plaats daarvan u niet een groeiend journalistiek project aanbieden waarin u zelf zo ver kunt gaan als u wilt met lezen en kijken. En – last but not least – waarom zou ik u via een krant, een televisieprogramma of een webkanaal willen bereiken. Misschien bereik ik u wel veel beter via, bijvoorbeeld, een game.

Dames en heren, in de nieuwe keuken van de journalistiek, staan heel veel potten op het vuur. Alleen is het helaas zo, dat in de Nederlandse keuken een aantal basisingrediënten nog ontbreken. Geld is er daar volgens mij niet een van. Eerder ondernemerschap en noodzaak. Ik heb journalisten ontmoet uit landen waarvan je het niet zou verwachten, Costa Rica bijvoorbeeld en Maleisië, die veel verder zijn dan wij met het vormgeven van het nieuwe journalistieke landschap. Dus misschien wordt het uiteindelijk wel zo dat wij hier in onze keuken de neo-gastronomische recepten gaan maken die daar zijn bedacht. Dan zijn we van gidsland volgland geworden. Maar is dat zo erg? Zolang we die onafhankelijke geest die op deze cartoon rondloopt maar blijven voeden lijkt het mij goed.

Thomas Loudon

Bekijk meer van

Tip de redactie

Logo Publeaks Wil je Villamedia tippen, maar is dat te gevoelig voor een gewone mail? Villamedia is aangesloten bij Publeaks, het platform waarmee je veilig en volledig anoniem materiaal met de redactie kunt delen: publeaks.nl/villamedia

Praat mee

Colofon

Villamedia is een uitgave van Villamedia Uitgeverij BV

Uitgever

Dolf Rogmans

Postadres

Villamedia Uitgeverij BV
Postbus 75997
1070 AZ Amsterdam

Bezoekadres

Johannes Vermeerstraat 22
1071 DR Amsterdam

Factuurgegevens

Villamedia Uitgeverij BV
Johannes Vermeerstraat 22
1071 DR Amsterdam

Contact

redactie@villamedia.nl

Redactie (tips?)

Chris Helt, hoofdredacteur

Marjolein Slats, adjunct-hoofdredacteur

Linda Nab, redacteur

Lars Pasveer, redacteur

Trudy Brandenburg-Van de Ven, redacteur

Rutger de Quay, redacteur

Sales

Sofia van Wijk

Emiel Smit

Teddy van der Laan

Webbeheer

Marc Willemsen

Vacatures & advertenties

vacatures@villamedia.nl

Bereik

Villamedia trekt maandelijks gemiddeld 120.000 unieke bezoekers. De bezoekers genereren momenteel zo’n 800.000 pageviews.

Rechten

Villamedia heeft zich ingespannen om alle rechthebbenden van beelden en teksten te achterhalen. Meen je rechten te kunnen doen gelden, dan kun je je bij ons melden.