word studentlid

— maandag 8 oktober 2018, 11:00 | 1 reactie, praat mee

Jan Dirk van der Burg is de Prins Carnaval van de fotografie

Jan Dirk van der Burg is de Prins Carnaval van de fotografie
© Jan Dirk van der Burg

Boer wilde Jan Dirk van der Burg worden, net als zijn vader. Toen schrijvend journalist, daarna fotograaf. Nu is hij benoemd tot Fotograaf des Vaderlands. Een titel om te lachen. Laatste wijziging: 6 september 2023, 08:33

De ontvangst bij de ambassadeur voor de fotografie is indrukwekkend. Halverwege zijn Amsterdamse kantoor, dat hij deelt met vijf andere creatieve geesten, overziet een kolossaal Boeddhabeeld de ruimte. Rond het lichaam is een rood-wit-blauwe sjerp met rozet gedrapeerd. De opgedrukte tekst laat geen twijfel bij wie we op bezoek zijn: de Fotograaf des Vaderlands. Jan Dirk van der Burg (40), de vijfde fotograaf die de titel mag dragen, gaf daags na zijn officiële benoeming opdracht tot het maken van de sjerp. Normaal gesproken hangt een dergelijk lint bij vleeskeuringen rond de hals van een koe.

Zelf heeft hij zich vandaag getooid in een kek shirt, voorzien van pregnante wit-groen-gele kleuren. Zijn borst is bedekt met een tractor, merk John Deer. Het is een passend tenue voor zijn rol als ambassadeur. ‘Hoera!’, juicht Jan Dirk. ‘Ik ben benoemd. Maar die titel Fotograaf des Vaderlands is wel deftig en pretentieus. Past zoiets wel bij mij, vroeg ik me af. Ik heb besloten het programma op mijn eigen manier in te vullen. Ik ga het jasje van het ambassadeurschap vermaken. Geschikt voor een soort Prins Carnaval van de fotografie. Dat jasje past me wel.’

Bijna een jaar geleden kreeg hij al de vraag of hij het wilde worden. Drie bier in een kroeg waren genoeg om het nieuws in welingelichte kring te verspreiden. De verzegelde persmappen met embargosticker, die vlak voor de bekendmaking in Breda werden uitgedeeld, waren nutteloos. ‘Van die geheimhouding wist ik eerlijk helemaal niks’, lacht hij.

De ambassadeur is bereid tot een uitgebreid gesprek in de kantine. Nee, liever niet op kantoor waar het gehorig is en rond zijn bureau een ‘mestkeverachtige situatie’ heerst. Verspreid liggen er grote rollen plakband, kop­telefoons, stapeltjes paperassen, een spuitbus, verfrommelde bonnetjes, een laptop en een Mamiya7II-camera. Over een los toetsenbord loopt een grauw spoor van gemorste koffie. Eens per week pakt hij de chaos aan. Met één arm veegt hij alle spullen in een grote zak. Daarvan staan er inmiddels drie of vier in de kast. Hij mist nooit iets. ‘Ruimt heerlijk op’, constateert hij. ‘De dag erna begint de opbouw van de reguliere non-clean desk policy’ weer.

Thuis is de situatie niet veel anders. Een kantoor is gezond voor hem, weet hij nu, maar hij blijft ook graag thuis plakken. Hij kan gerust ‘s middags naar smurfen liggen kijken. Vijf jaar geleden kwam hij erachter dat hij als fotograaf helemaal niet naar buiten hoefde. De camera verdween naar de achtergrond. In plaats van de ontspanknop begon hij steeds vaker command, shift 4 van zijn Apple in te drukken. Duizenden screenshots van andermans foto’s heeft hij intussen in bakjes verzameld. Wil je een leuke foto van biljarters? Ze zijn er bij de vleet. Wat zou je als fotograaf nog biljarters gaan fotograferen? Het internet is een oceaan, waaruit je netten vol met beelden kan vissen.

De dag begint direct met dwalen. Eerst de koffie­machine aan, dan naar het toilet. Daar gebeurt het. Met de telefoon in de hand checkt hij eerst zijn mails. Bij het grote-boodschappenwerk doet hij zijn eerste rondje Twitter, Facebook, Instagram. Na kleiner toiletwerk klapt hij gezeten aan de keukentafel zijn laptop open. Browser, open u! Klik, klik, daar valt hem iets op. Uren, soms tot halverwege de middag, kan hij ermee zoet zijn. ‘Die hele beeld-tsnunami krijg ik in mijn snufferd, ik verdrink erin.’ Als een dwaalgast gaat hij rond, op zoek naar kleine sensaties. Internet is, naast de gewone, een relatief nieuwe wereld waarin ook geleefd wordt.

De fotograaf heeft er onverwachte ontmoetingen. Komt-ie ineens Yolanthe Cabau van Kasbergen tegen. Met haar afgetrainde lichaam in bikini leunend tegen een citroenboom. In bijgeleverde teksten levert ze ongevraagde adviezen en wijsheden, zoals ‘Know who you are, and know it’s enough.’ Intrigerend, vindt hij, waarom doet ze dat?

Dan duikt er tussen die duizenden beelden ineens een wethouder op. Bestuurder van een middelgrote gemeente. Detail: zijn opstaand stekelhaar. Honderden foto’s verder is er weer één, van een andere middelgrote gemeente. Ook met stekelhaar. Dan heeft hij er zomaar tien bij elkaar en wordt het een serie. Van der Burg ging zich in de psychologie van stekelhaar verdiepen. Hij kwam tot deze slotsom: ‘Het is een kapsel voor mannen in representatieve functies. Met grijs stekelhaar proberen ze een energieke dynamische uitstraling te communiceren. Daadkrachtig. Zijn de zijkanten ook nog gedekt, dan drukt dat staatsmanschap uit. Heerlijk, al die stekelhaarvarianten. Blokhead, hoog op hoofd of de egelstijl, alle kanten even lang. Het is sensationeel, je kunt het zelf niet verzinnen.’ Kleine Jan Dirk droeg tussen zijn 9-de en 13-de levensjaar zelf ook opstaand stekelhaar.

Tekst loop door onder de afbeelding

Verzameling radiatoren op de website kinky.nl

Zo ging dat ook met prostituees die zich opvallend vaak bij verwarmingsradiatoren aan de kijker presenteren. Werd ook een serie, momenteel allemaal te zien op het festival Breda Photo, waar hij tot Fotograaf des Vaderlands werd gekroond. Als fotograaf publiceert hij nog wel in media, zoals wekelijks in Volkskrant Magazine, maar steeds meer zoekt hij andere uitingsvormen. Zo stond hij dit jaar voor het eerst op de theatershow De Parade, begeleid door Eefje, zijn vriendin en regisseur van professie. De theatershow ‘Zie je niet vaak’ was een onzichtbaar voorsorteren op zijn programma als Fotograaf des Vaderlands.

Bij het doorploegen van sociale media stuit hij ook op ongevraagde biografieën. Op Twitter vond hij zoveel ongevraagde intimiteiten in de persoonlijke levenssfeer, dat hij besloot er een tiental te gaan volgen. ‘Het zijn dagboeken zonder slotje’, zegt hij. Hij maakte er Tweetbundels van, in boekvorm, als een serie biografieën van gewone mensen. ‘Op sociale media vind ik 24 karaats documentair materiaal’, zegt hij. ‘Een heel leven uitpluizen van iemand die je niet kent, dat boeit me mateloos. Mensen laten het allemaal zien. Als fotograaf hoef ik er niet met camera of flitser tussen te zitten, het wordt me zo aangereikt’, zegt Van der Burg.

De scheidslijn tussen fotograaf, waarnemer en voyeur vervaagt, geeft hij toe: ‘De grenzen rekken zich op, de plaatsvervangende schaamte verschuift.’ En is hij niet eerder een beeldverzamelaar dan een fotograaf? ‘Nee, ik ben fotograaf!’, zegt hij volmondig. ‘Het is een andere werkelijkheid, maar wel eentje van deze tijd. Omdat ik minder vaak op een ontspanknop druk, ben ik dan ineens geen fotograaf meer?’

Het kan vreemd lopen, want als kind dacht hij er niet aan om fotograaf te worden. Kleine Jan Dirk had meer met vee dan met mensen. Zijn wereld was beperkt tot de stallen van zijn vader. De varkenshouderij stond in polder De Boezem, ergens tussen Pijnacker en Zoetermeer. Daar was het fijn, al miste hij wel een tractor zoals koeienboeren hadden. De stal van de buren was een uitstapje. Uren kon hij dromerig op een krukje zitten en koeien observeren. Lang wist hij: ik wil net als vader ook boer worden. Maar wel met een tractor, anders was je geen echte boer. Pas later leerde hij het leven buiten de stallen kennen. Schrijvend journalist leek hem ook gaaf. En als hij het kon combineren met fotografie, kon hij misschien wel een kosmopolitisch reiziger worden. Maar eerste werkervaringen leerden hem dat hij minder geknipt was voor het vak van allround fotojournalist. Te veel foto’s mislukten. Als hij zijn onderwerpen zelf kon bedenken, zou het beter gaan.

Het vee was al lang uit het zicht verdwenen, steeds vaker nam de mens hun plaats in. ‘De mens is de diersoort die me toch het meest interesseert’, stelt hij achteraf vast. ‘Ik voel me verwant met mensen die in het leven een bepaalde insteek hebben gevonden waar ze goed de dag mee kunnen doorkomen.’

Tekst loopt door onder de afbeelding

Patricia Toet met Dobby, een Nigeriaanse reuzenslak.

Neem de terrariumdagen in Tilburg, waar hij laatst was. De een heeft er slangen, de ander hagedissen. Dan komt hij een vrouw tegen, Patricia, die van Nigeriaanse reuzenslakken houdt. Driehonderd van die makkers heeft ze meegenomen. Eerst ervaart de fotograaf verwondering: ‘Daarna raakt ze me, dan voel ik ontroering. Ze is geen paradijsvogel, maar gewoon iemand die in de samenleving staat en iets uitzonderlijks doet.’

De reuzenslak is hem nader dan gedacht. Het is niet het exotische waarin hij zich herkent, wel de behoefte om iets uit het leven te pikken en je daarin te verliezen.
Van der Burg behoort tot de categorie ‘hipster in zijn late jeugd met baardje en tractorshirt, verslingerd aan de laptop’. Patricia zal ook raar van hém opkijken. Een fotograaf die zich de hele dag verliest in beelden. ’s Avonds kan hij zich moeilijk losmaken uit die oceaan. Dan ziet hij soms voor zijn ogen handen wapperen. ‘Hallo, zijn we er nog?’, hoort hij. Het is Eefje, met wie hij verkering heeft. Ze trekt hem terug op het land.


Aly Bennink-Schilder, keurmeester van kleinere knaagdieren op een cavia-tentoonstelling in Tiel.


Nederland cursusland.


Marjolijn Kylstra en showpony Donar.


Een voortuin in Betondorp, Amsterdam.


De jaarlijkse gratis bouwmarkt-BBQ in Amsterdam.


Bau Borreman op een postzegelmarkt in het verenigingsgebouw ‘De Jeugd van Gisteren’in Hoofddorp.


De short-cut op de afdeling archief & administratie van octrooibureau Vriesendorp & Gaade.


Piloot Rene Boerlage met zijn vader op de Fly Inn in Odornerveen.


Jan Dirk van der Burg (1978, Voorburg)
Opleiding:
School voor de Journalistiek, Academie van Beeldende Kunsten
Publicaties:
Olifantenpaadjes, Tweetbundels, Venus Seks Cinema, Censorship Daily, Heerlijk genieten, fotocolumn Volkskant Magazine, Nederland onder het Systeemplafond, De Correspondent Theater: Zie je niet vaak (De Parade 2018)
Te verwachten:
Zie je niet vaak, de Fotograaf des Vaderlands Show (2019)
2 november intocht van de Fotograaf des Vaderlands in Sexyland, Amsterdam-Noord.
Van der Burg is pandist, geuzennaam voor bewust Fiat Panda rijders.

Foto: Frits Baarda

Tip de redactie

Logo Publeaks Wil je Villamedia tippen, maar is dat te gevoelig voor een gewone mail? Villamedia is aangesloten bij Publeaks, het platform waarmee je veilig en volledig anoniem materiaal met de redactie kunt delen: publeaks.nl/villamedia

Praat mee

1 reactie

Alex de Jong, 18 oktober 2018, 14:38

Met erg veel plezier gelezen. Bijzondere vent, mooi geportretteerd.

Colofon

Villamedia is een uitgave van Villamedia Uitgeverij BV

Uitgever

Dolf Rogmans

Postadres

Villamedia Uitgeverij BV
Postbus 75997
1070 AZ Amsterdam

Bezoekadres

Johannes Vermeerstraat 22
1071 DR Amsterdam

Factuurgegevens

Villamedia Uitgeverij BV
Johannes Vermeerstraat 22
1071 DR Amsterdam

Contact

redactie@villamedia.nl

Redactie (tips?)

Chris Helt, hoofdredacteur

Marjolein Slats, adjunct-hoofdredacteur

Linda Nab, redacteur

Lars Pasveer, redacteur

Trudy Brandenburg-Van de Ven, redacteur

Rutger de Quay, redacteur

Sales

Sofia van Wijk

Emiel Smit

Teddy van der Laan

Webbeheer

Marc Willemsen

Vacatures & advertenties

vacatures@villamedia.nl

Bereik

Villamedia trekt maandelijks gemiddeld 120.000 unieke bezoekers. De bezoekers genereren momenteel zo’n 800.000 pageviews.

Rechten

Villamedia heeft zich ingespannen om alle rechthebbenden van beelden en teksten te achterhalen. Meen je rechten te kunnen doen gelden, dan kun je je bij ons melden.