Is de regionale sportjournalistiek nog te redden?

Het is geen geheim dat er steeds minder journalisten werken op regionale sportredacties. Is er simpelweg minder belangstelling voor sport in de eigen omgeving dan vroeger en komt er iets voor terug? En is er een nieuw journalistiek verdienmodel te bouwen op basis van de liefde voor FC Lisse, Spakenburg en AGOVV?
Wetenschappelijk onderbouwde cijfers ontbreken, maar het is gemakkelijk vast te stellen dat er de afgelopen decennia flink gesneden is in het personeelsbestand van de regionale sportredacties. Een aardig voorbeeld is dat van de sportredactie van de Amersfoortse Courant waar journalist Hans Vos lange tijd werkzaam was.
Hij vertelt hoe er in de jaren tachtig en negentig alleen in de regio Amersfoort al zeven of acht mensen vast op de redactie werkten. Na de fusie met Utrechts Nieuwsblad bleef daarvan nog één vaste kracht over en kort nadat in 2005 die fusiekrant bij het AD werd gevoegd en AD Utrechts Nieuwsblad werd, was er niemand meer over.
‘Vanaf dat moment werd de regionale sport vanuit Rotterdam gecoördineerd. Het niveau werd dus minder en minder want medewerkers kwamen - logischerwijs - ook niet bij de clubs. De kloof tussen wat er in die regio gebeurt op sportgebied en de redactie is enorm groot geworden.’
Vuistdik katern
Waar in de jaren 70, 80 en 90 van de vorige eeuw amateursporters en fanatieke supporters op maandagmorgen enthousiast een vuistdik katern uit de bus plukten, werd dat in de nieuwe eeuw allemaal minder. Hoe dat kwam? Ach, mensen lazen natuurlijk minder papieren kranten en het businessmodel voor online nieuws werd weggegeven aan Facebook. Er kwam te weinig geld binnen en dat werd bezuinigen: vaste sportjournalisten werden freelancers en elk jaar ging er weer een paginaatje af. Vraag is of die bezuinigingen op de sportredacties wel terecht waren? Was er echt zoveel minder interesse in regionale sport?
In 2005, bij de start van de fusie tussen AD en de regionale kranten van Wegener deed ikzelf de Zoetermeerse regiosport. Op de sportredactie van AD Haagsche Courant werkte ik samen met een sportredacteur Westland, sportredacteur Delft, vier sportredacteuren voor de stad Den Haag (waaronder toenmalig clubwatcher ADO Den Haag Dennis Jansen) en chef Lars Omloo. Een appje naar diezelfde chef leert dat diezelfde redactie tegenwoordig wordt gerund door één coördinator vanuit de centrale redactie in Rotterdam.
Lastig te exploiteren
Grote vraag: is die aandacht voor de regionale sport minder geworden of viel er online veel minder te verdienen waardoor uitgevers hun interesse verloren? Hans Vos denkt het laatste. ‘Natuurlijk willen mensen nog steeds weten hoe het met de regionale voetbalclub gaat, maar het aanbod is er simpelweg niet meer.’
Ruud van Os, hoofdredacteur van RTV Rijnmond en begonnen als sportverslaggever, heeft een iets andere visie. Hij denk dat er wel degelijk minder interesse is in de regionale sport en legt uit dat RTV Rijnmond een paar jaar geleden niet voor niks compleet stopte met het amateurvoetbal en zich nu focust op de Eredivisieclubs Sparta, Feyenoord en Excelsior.
‘De feiten zijn dat er niet goed geluisterd werd. Natuurlijk gaat het bij een regionale omroep niet alleen om een groot publiek bereiken, maar je moet een combinatie vinden tussen bereik en jouw maatschappelijke taak; zorgen dat er voldoende mensen kijken dus én tegelijk de regio bedienen.’
In de ogen van Van Os worden fans van een regionale voetbalclub bediend via de site van verenigingen. ‘Iedere voetbalclub in de regio is een eigen mediabedrijf geworden en dus hebben wij daar geen rol meer in.’ De kern van de zaak is dat het publiek er niet is. ‘Ik doe van alles op zaterdagmiddag behalve radio luisteren. De mensen die dat wel doen, vormen een wat ouder publiek en die vallen ook weg. En komt daar een jonger publiek voor terug? Ik denk het niet.’
Meerwaarde
Maar als hij alleen focust op de Eredivisieclubs, wat is dan de meerwaarde in vergelijking met de landelijke media? Hij gelooft in verdiepende sportverhalen voor de regio.
‘Het nieuws brengt iedereen, maar met een goed verhaal over het aanblijven van Feyenoord-trainer Arne Slot onderscheiden wij ons. Jarenlang gingen we naar de persconferentie en vroegen aan een trainer voor de wedstrijd: “wie doen er allemaal mee?” Leuk, maar niemand heeft daar interesse in.’
Maar waarin is RTV Rijnmond dan anders? ‘Wij staan er goed op bij de fans van die clubs, omdat we er altijd waren en zijn. Ook als het even wat minder gaat dan zijn we er bij. Het is jammer dat de NOS niet wat vaker gebruikmaakt van de kennis van de regionale omroep, ik weet veel meer van Sparta dan de hele NOS bij elkaar.’
Met verdiepende verhalen zou je dus nog wel wat mensen kunnen bereiken met regionale sportjournalistiek. Bij de Gooi- en Eemlander boeken ze met die aanpak aardige resultaten, vertelt coördinator GerBen van ’t Hek.
‘Onze sportredactie is de afgelopen vijf jaar zelfs gegroeid. We hebben veertien collega’s in vaste dienst voor de sport, er is zelfs een onderzoeksjournalistieke plek binnen onze sportredactie. Bovendien hebben we niet in de freelancebudgetten gesneden. Wij maken met afstand de meeste regionale sportpagina’s van alle kranten in Nederland. Op een maandag gedurende het seizoen maken wij rond de 125 unieke sportpagina’s.’
Het afbreken van de regionale redacties is dus in zijn ogen niet nodig.
‘Wel hebben we de focus de afgelopen jaren verlegd. Door corona - toen er niet werd gesport maar we wel sportpagina’s hadden - hebben we geleerd wat er werd gelezen. Toen werd duidelijk dat verhalen over sportcultuur gelezen worden. De traditionele overzichten zijn steeds meer vervangen door andere kopij. Het is niet dat we minder aan sport doen, maar wel op een andere - hedendaagse - manier.’
Inhoudelijke verhalen over sport werken dus goed, maar we worstelen nog even met het verdienmodel. Zouden mensen op grote schaal online abonnementen afsluiten om de regionale sport te volgen? Bij Mediahuis geloven ze er misschien nog in, maar DPG gaat niet volgend jaar acht mensen aannemen voor de sportredactie van Den Haag.
Pieter Zwart, een van de drie hoofdredacteuren van VI, werkte een jaar of vijftien geleden bij de huis-aan-huis-krant van Elburg/Oldebroek. Zwart denkt ook niet dat het verdwijnen van banen in de regionale sportjournalistiek komt door een gebrek aan belangstelling. Hij vindt dat het media-aanbod simpelweg niet meer past bij de vraag. ‘Die liefhebbers van het regionale voetbal zijn er nog wel degelijk, maar je moet ze wel bedienen natuurlijk.’
Twee modellen
Hij ziet twee mediamodellen voor zich om regionale sportliefhebbers te bedienen. De eerste is de Gooi- en Eemlander-methodiek; dat je verhalen maakt over het amateurvoetbal die voor alle dromers van winnende goals (in de Johan Cruijff ArenA of De Kuip) herkenbaar zijn; verhalen over vriendenteams, vrijwilligers of echte clubmensen. Het tweede ‘model’ is dat je het voetbal in een bepaalde regio gaat volgen, bijvoorbeeld zoals voetbalindebollenstreek.nl of haagsamateursvoetbal.nl dat aanpakken.
‘Wat je dan moet doen is heel klein beginnen zodat je de kosten laag houdt. Wat heb je nodig als verslaggever? Je regelt een Wordpresspagina voor een paar honderd euro en gaat die verhalen schrijven. Je kan dan wat donaties ophalen van echte fans, je kan ook sponsors zoeken van bedrijven en misschien hebben clubs er ook wel wat voor over.’
Praat mee