Integriteit

Het is met integriteit als met een huis: als je het niet onderhoudt zet het verval in en wordt het uiteindelijk onbewoonbaar verklaard. Dat schrijft journalist Jeroen Smit in een essay.
En dat geldt ook voor het werk van journalisten. Want die integriteit staat ter discussie, constateert Smit. Neem recent Trouw en de Volkskrant. Die lukten het niet al hun journalisten in toom te houden. Voor freelancers ontbreekt al helemaal een controlemechanisme op betrouwbaarheid en kwaliteit, schrijft Smit.
Smit ziet dat de gretigheid in de journalistiek toeneemt en er nieuwe aanbieders zijn die op basis van algoritmes nieuws serveren waarin toegankelijkheid en snelheid belangrijker zijn dan betrouwbaarheid.
Hij concludeert: ‘Ik geloof dat het in een openbaar online register vrijwillig afleggen van een op kwaliteit gebaseerde eed daarbij kan helpen.’
Ik kan een heel eind meegaan in de analyse. Iets minder in de oplossing. In zijn algemeenheid bestaat er de neiging om bij een probleem nieuwe regels en afspraken te introduceren in plaats van de naleving van de bestaande afspraken nog eens goed tegen het licht te houden.
Concreet denk ik dat de combinatie van een redactie, stijlboek, ombudsman, Raad voor de Journalistiek en de rechter eigenlijk al meer dan voldoende is om journalisten in toom te houden. Als iedereen in het proces zijn rol serieus neemt tenminste.
Voor freelance journalisten die zelfstandig publiceren via bijvoorbeeld Blendle ligt dat wellicht anders. Die groep zal in de toekomst ongetwijfeld groeien en zij missen de kaders die een redactie biedt. Freelancers hebben mogelijk de behoefte hun werk of werkwijze te laten toetsen. Een keurmerk kan hun geloofwaardigheid vergroten.
Maar eigenlijk is dat ‘keurmerk’ er al, de Raad voor de Journalistiek. Die kan nu al klachten in behandeling nemen tegen werk dat freelance journalisten zelf hebben gepubliceerd. Dat scheelt weer een eed. En een hele hoop bijkomende regels.
Praat mee