Ieder voor zich, (schijn)zekerheid voor ons allen
Interviewen, fotograferen, filmen, reportages maken of schrijven? Appeltje-eitje. Maar dat financiële gedoe, dat is vaak iets waar freelancers niet uitkomen. Veel ZZP’ers zoeken hulp. Bij professionals of bij elkaar. Tips voor geldelijk gewin voor freelancers.
Ondernemerschap inleveren
De financiële rompslomp die voor freelancers onvermijdelijk is, kan op het bordje worden geschoven van zogenoemde payrollbedrijven. Na inschrijving registreert de ZZP’er zijn uren, die het payroll-bedrijf vervolgens factureert aan de opdrachtgever. Echter, van ieder brutobedrag dat via payroll wordt gefactureerd, gaat een percentage naar het payrollbedrijf. In ruil daarvoor neemt het bedrijf de arbeidsrechtelijke risico’s over, zoals het verzorgen van arbeidsovereenkomsten, ontslagprocedures en loondoorbetalingen en verzekeringen bij arbeidsongeschiktheid. In Nederland zijn er ongeveer 750 payrollbedrijven waarbij tienduizenden freelancers (niet alleen journalisten) zijn aangesloten.
Een beetje ondernemerschap inleveren voor vastigheid, dus. Maar pas op. Leo Kits, woordvoerder van ZZP Nederland: ‘Vaak zeggen opdrachtgevers: “Ik wil wel dat je 48 weken per jaar bij mij werkt. Maar ik wil je niet op de loonlijst, want dat is te duur”. Dat gaat tegen de regels van de Belastingdienst in: je móet in principe meerdere opdrachtgevers hebben. Als je je registreert bij een payrollbedrijf, ben je sowieso geen ZZP’er.’
Dat is dan ook een van de grootste nadelen van payrollsystemen, vindt ZZP Nederland: als ondernemer geniet je namelijk het recht van de zelfstandigen- en startersaftrek, mits je op jaarbasis meer dan 1225 uur besteedt aan je onderneming. Kits: ‘Stel, je kunt een half jaar via payrolling bij een opdrachtgever werken, dan moet je die andere zes maanden onafgebroken meer dan veertig uur in de week (47, red.) als freelancer werken om aan dat urencriterium te komen.’
Vangnet voor pechvogels
Ze voelde zich prettig bij het idee, zegt Adinda Akkermans, freelancer voor onder meer NRC en Ikon. Stel ze breekt een been, wordt voor een langere periode ziek of raakt op een andere manier arbeidsongeschikt, dan kun je terugvallen op het Broodfonds.
Elke ZZP’er die zich aansluit bij een broodfonds legt iedere maand een vast bedrag in. Een ‘schenking’, zo noemen de fondsen het. Wie door ziekte niet kan werken, krijgt maximaal twee jaar lang maandelijks uitbetaald. De hoogte van dat ‘maandinkomen’ is afhankelijk van de periodieke schenking, die variëert van 45 tot 90 euro per maand. Daarnaast zijn er nog eenmalige instapkosten (275 euro) en een maandelijkse contributie (10 euro).
Akkermans betaalt 55 euro per maand aan het broodfonds waar ze bij aangesloten is. Daardoor krijgt ze, mocht ze niet kunnen werken, twee jaar lang maandelijks een uitkering van duizend euro. ‘Ik kan er mijn vaste lasten van betalen.’
Ondernemer André Jonkers bedacht het concept negen jaar geleden met twee collega’s. Alle ZZP’ers kunnen lid worden van een broodfonds. Zo’n vijf procent van de in totaal duizend leden werkt in de media.
Inmiddels zijn er 35 broodfondsen en zijn er 20 in oprichting. Het eerste halfjaar is belangrijk voor een fonds, zegt Jonkers. ‘Als je in die periode weinig zieken hebt, dan kun je een lekkere buffer opbouwen.’
Die buffer, daar valt ZZP Nederland over; is die wel groot genoeg? De stichting noemt het idee van een broodfonds een ‘sterk sociaal idee, maar wel wankel’. Een broodfonds kan alleen slagen als er voldoende geld in huis is en er weinig zieken zijn, aldus een woordvoerder. ‘Wij denken dat de groepen groter moeten zijn voor een gefundeerde basis. Denk aan zo’n duizend man.’ Jonkers: ‘In de zeven jaar tijd dat broodfondsen bestaan, is het nog niet voorgekomen dat een zieke níét is uitbetaald.’
Een andere belangrijke vraag: hoe weet je dat de zieke de boel niet belazert? Jonkers: ‘Als fonds kun je altijd een doktersverklaring vragen of langsgaan, maar je zou wel gek zijn je netwerk op te lichten.’ Akkermans maakt zich ook niet zo druk. ‘Natuurlijk ken je niet iedereen, maar ik vertrouw de oprichters. Ze zijn heel professioneel. Het was niet zo van: we gaan even gezellig een leuk spaarpotje maken met z’n allen.’
Vermogend grijs worden
Een kwart van de freelancers bouwt een pensioen op dat lager ligt dan 50 procent van hun huidige bruto inkomsten, blijkt uit onderzoek van staatssecretaris Jetta Klijnsma. Daarom wil ze zelfstandigen helpen bij het opzetten van een collectieve pensioenregeling: een eigen fonds om geld in te stoppen voor later.
Maar of zo’n regeling er ooit zal komen, is de vraag. ZZP’ers willen doorgaans niet vastzitten aan betaalverplichtingen. Zeker in deze economisch zware tijden heeft het opbouwen van een pensioen bovenop de gebruikelijke AOW niet de hoogste prioriteit, constateert PvdA-kamerlid Mei Li Vos. Ze blijft desondanks positief. ‘Met een beetje geluk is zo’n collectief pensioenfonds er over twee, drie jaar.’
Journalisten zonder befje
‘Succes ermee, hè!’ Dat was alles wat freelancer Bram de Vrind te horen kreeg toen dagblad De Pers op de fles ging, nu ruim een jaar geleden. De Vrind was als webredacteur verbonden aan de gratis kwaliteitskrant. ‘Ik werd met een kluitje het riet ingestuurd. Wegener bood me totaal geen compensatie.’
De Vrind was not amused. Hij schakelde het advocatenteam van de NVJ in en zij wezen hem al direct op zijn contract waar een opzegtermijn van drie maanden in bleek te staan. De keuze was dus simpel voor Wegener: of drie maanden doorbetalen of vervangend werk aanbieden. Daarop werd een constructie aangeboden waardoor De Vrind vanaf dat moment nog slechts twee maanden kon werken. Na tussenkomst van de juridische afdeling kwamen beide partijen alsnog tot elkaar. De Vrind ging werken voor DeOndernemer.nl, een zijtak van DePers.nl en werkt daar tot op de dag van vandaag.
Als ZZP’er ben je vaak al druk genoeg met het binnenharken van opdrachten. De meeste freelance journalisten zijn bovendien niet juridisch onderlegd. Daarom is juridische hulp, ook bijvoorbeeld voor incasso’s, geen overbodige luxe. Dat is doorgaans peperduur, tenzij je lid bent van de NVJ. Die biedt kosteloze juridische hulp. Ook de FreeLancers Associatie doet dat.
Werkruimte
Gezamenlijk een werkruimte delen kan een uitkomst zijn voor wie het alleen werken zat is (lees ook het verhaal over de collectieven op pagina 48-51). Oók financieel is dat heel aantrekkelijk.
De huur wordt vanzelfsprekend gelijkmatig verdeeld, net als de kosten voor zaken als internet en energie. En je gebruikt allemaal eenzelfde koffiezetapparaat, dat dus maar één keer aangeschaft hoeft te worden.
Fiscus
Naast de gebruikelijke mkb-vrijstelling en de ondernemers- en investeringsaftrek kunnen journalisten nog genieten van een aantal fiscale voordelen, weet boekhouder Ron van der Bruggen. Als voorbeeld noemt hij de btw-vrijstelling voor journalistiek werk.
Daarnaast is het mogelijk om een deel van de internetkosten en belkosten met privé-verbindingen (bij thuiswerken bijvoorbeeld) af te trekken van je winst. Afhankelijk van je situatie kan de aftrek oplopen tot de helft van de internetkosten en driekwart van de belkosten. ‘Ook de bonnetjes van vakliteratuur, werkgerelateerde spullen en zakelijke etentjes moet je goed bewaren. Je hebt wel eens dingetjes die niet altijd puur zakelijk zijn, maar geen haan die er naar kraait.’ Als je zelf een beetje de boel bijhoudt, kost de ondersteuning door een boekhouder minder dan 1000 euro per jaar en levert per saldo gemoedsrust en ook nog eens harde cash op.
Praat mee