Hoe de eerste scoop uit de Paradise Papers werd opgevist

Trouw en Het Financieele Dagblad zijn twee van de partners van het International Consortium of Investigative Journalists (ICIJ) die de beschikking hebben gekregen over wat de Paradise Papers zijn genoemd: 13,4 miljoen gelekte documenten die de Süddeutsche Zeitung kreeg toegespeeld over constructies door grote bedrijven om belasting te vermijden of sterk te verlagen.
Een van de eerste onthullingen van Trouw deed in ons land al stof opwaaien: de Amerikaanse multinational Procter & Gamble kreeg van de Nederlandse Belastingdienst toestemming om over 676 miljoen dollar, die in een brievenbusfirma op de Kaaimaneilanden waren ondergebracht, geen belasting te betalen. De toestemming werd ook nog eens verleend zonder een vereiste tweede handtekening.
Nog los van de inhoud van de Paradise Papers: hoe werkt dat eigenlijk in de praktijk - zo’n enorm aanbod aan potentieel interessant materiaal doorploegen? Villamedia vroeg het Trouw-journalist Jan Kleinnijenhuis, wiens naam de onthulling over de Procter & Gamble-deal sierde. Trouw heeft voor het onderzoek naar de Paradise Papers ook onderzoeksjournaliste Karlijn Kuijpers ingehuurd.
Kuijpers was er niet altijd full-time mee bezig, maar de documenten worden verrassend genoeg al sinds begin 2017 bestudeerd. “In de laatste weken zijn er nog twee extra mensen aangeschoven”, stelt Kleinnijenhuis.
De deal die de Belastingdienst met Procter & Gamble sloot sprong er overigens niet direct uit, zegt Kleinnijenhuis: “De deal kwam pas later naar boven. Veel van de data is gedurende de onderzoeksperiode door technici van ICIJ ontsloten en was dus eerder niet toegankelijk voor ons.”
De miljoenen documenten - goed voor 1,4 terabyte aan data - vereist technische hulpmiddelen en een creatieve benadering van zoektermen en technieken.
Gebruiken jullie sleutelwoordzoekacties (‘Dutch’, Nederlandse plaatsnamen e.d.) om snelle selecties te kunnen maken of is het lineair harken en spitten?
Kleinnijenhuis: “De ICIJ heeft een online database gebouwd om de gegevens te doorzoeken, met de mogelijkheid om met naambestanden de gegevens te doorlopen. We gebruiken allerlei variaties van zoekmogelijkheden. Daarnaast zoeken we inderdaad ook op termen als ‘Nederland’ en ‘Dutch.”
“En vergeet niet de waarde van de gok. Een term waarvan je ineens denkt: hé, zou dit iets interessants kunnen opleveren? Dat levert vaak de beste dingen op”, vervolgt hij. “De Procter & Gamble-deal was er overigens ook eentje uit de categorie ‘zoekgok’ “, aldus Kleinnijenhuis.
Nadat het onderzoek het eerste tastbare aanknooppunt had opgeleverd, moest dat verhaal nog worden dichtgetimmerd. Hoe lang waren jullie daar mee bezig?
Kleinnijenhuis: “Daarna heb ik veel tijd gestoken in het doorgronden ervan. Welke voorwaarden zijn er voor rulings? Hoe luidt het betreffende wetsartikel, en klopt het wat hier is gebeurd? Dat was lastig, omdat ik natuurlijk niet zomaar met iedereen hierover kon praten - het moest geheim blijven.”
Rulings zijn vooraf met (multi)nationale bedrijven gemaakte afspraken en toezeggingen over hoe de Belastingdienst geldende belastingwetgeving gaat toepassen. “Dat doen we binnen de kaders van wet- en regelgeving, beleid en jurisprudentie. Zo weet u vooraf waar u aan toe bent bij de belastingheffing”, aldus de Belastingdienst.
De Tweede Kamer wil al langer meer inzicht in hoe die afspraken tot stand komen, maar opeenvolgende staatssecretarissen houden dat af. Dat zou de privacy van bedrijven schenden, en de aantrekkelijkheid van Nederland als vestigingsland voor multinationals schaden.
Kleinnijenhuis vervolgt: “Gelukkig waren er meerdere bronnen bereid mee te denken, vooral off the record trouwens. Ik denk dat er zo’n anderhalve maand tussen het vinden van de ruling en de uiteindelijke publicatie zit.”
We vragen of de miljoenen Paradise Papers in Kleinnijenhuis’ opinie nog meer opmerkelijks over de buigzaamheid van de Nederlandse Belastingdienst en het belastingklimaat opleveren. Helaas, zoals het gaat met gelekte documenten over schimmige transacties via belastingparadijzen, blijven die de kaarten dicht op de borst.
“Sorry, geen commentaar - we kunnen niet vooruit lopen op eventuele volgende publicaties”, stelt Kleinnijenhuis resoluut.
En dat is, zoals de Nederlandse belastinginspecteurs vermoedelijk ook dachten: fair enough.
Praat mee