Minister gedaagd om computerbeveiliging
Onderzoeksjournalist Brenno de Winter heeft Justitieminister Ernst Hirsch Ballin (CDA) gedaagd voor het weigeren helderheid te verschaffen over de risico's die zijn departement loopt met gevoelige gegevens. De Winter verzocht met een beroep op de WOB om documenten over basale beheersprocedures publiek te maken, maar daar kwam geen enkele reactie op. Daarom heeft de rechtbank Arnhem nu ingestemd met een versnelde procedure. De Winter: ‘De zaak roept veel vragen op. Die hoor je te onderzoeken zeker als het een bewindvoerder betreft die jaarlijks het volk van het belang van informatiebeveiliging probeert te overtuigen via een campagne.’
De kwestie begon in september 2009. Uit vrijgegeven bonnetjes blijkt dat Hirsch Ballin anti-virussoftware op zijn dienstlaptop heeft geïnstalleerd. In goed beveiligde zakelijke omgevingen is het installeren van dergelijke software voorbehouden aan systeembeheerders. Daarom roept dit de vraag op hoe veilig de laptop is en of er ook kwaadaardige programmatuur aanwezig is. Begin april maakte de AIVD een rapport publiek, waaruit blijkt dat juist wordt gevreesd voor spionage in bijvoorbeeld hotelkamers. Voor SP-kamerlid Arda Gerkens was deze zaak in september aanleiding om vragen aan de bewindspersoon te stellen.
De Winter verzocht met een beroep op de Wet Openbaarheid van Bestuur (WOB) om
documenten over basale beheersprocedures publiek te maken. ‘Een minister heeft altijd interessante informatie bij zich, waarbij in een aantal gevallen dit gevoelig zal zijn. Is het niet voor het departement dan is het wel gevoelig voor de burger’, stelt hij dan ook. ‘Deze zaak roept veel meer vragen op. Die hoor je te onderzoeken zeker als het een bewindvoerder betreft die jaarlijks het volk van het belang van informatiebeveiliging probeert te overtuigen via een campagne.’
Maar op het WOB-verzoek volgde geen reactie en ook op telefoontjes leidde niet tot geen beslissing. Ook op het bezwaarschrift tegen het kennelijk weigeren van het verzoek is geen beslissing genomen. Diverse herinneringen per telefoon, fax en e-mail gaven ook geen uitkomst. Zelfs een formele ingebrekestelling bleef onbeantwoord. Hierop stapte De Winter naar de rechter, die besloot de zaak versneld te behandelen. ‘De minister lapt de wet aan zijn laars, want na acht maanden is er niets gebeurd. Dat is een bestuurder onwaardig en zou je al helemaal niet van een Justitieminister verwachten.’
De Wet dwangsom en beroep bij niet tijdig beslissen regelt dat Justitie nu ook een schadevergoeding per dag moet betalen en regelt dat burgers sneller toegang tot de rechter hebben. ‘De dwangsom maakt duidelijk geen indruk, zolang verantwoordelijken dat niet uit eigen zak moeten betalen’, stelt De Winter. ‘Eigenlijk is het te triest voor woorden dat er wetten zijn gemaakt, omdat overheden zich niet aan de wet wensen te houden. Dat is onwaardig voor een bestuurder en al helemaal voor een minister van Justitie.’
Naast het afdwingen van een beantwoording heeft de Winter de rechtbank ook gevraagd een beslissing op het informatieverzoek te nemen. ‘Zelf blijken ze dat in acht maanden niet te kunnen en hopelijk herstelt de rechtbank de mogelijkheid voor een journalist om zijn taak naar behoren uit te voeren.’ Waarschijnlijk is voor 21 juli een uitspraak in de zaak te verwachten.
Praat mee