word studentlid

— vrijdag 26 april 2013, 10:00 | 0 reacties, praat mee

Essay Hans Laroes: gevangen in een tragische wals

Essay Hans Laroes: gevangen in een tragische wals

Hans Laroes, oud hoofdredacteur van NOS Nieuws, maakt zich zorgen over hoe er momenteel wordt omgegaan met de publieke omroep. ‘Want publieke media, die zijn gewoon van het publiek. En dat verdient altijd het beste.’

Laatste wijziging: 18 maart 2014, 11:55

Nederland is geen belasting­paradijs. Dat heeft de Tweede Kamer althans in een motie vastgesteld, een paar weken geleden.Het is in ieder geval geruststellend dat de werkelijkheid zich per motie laat definiëren. Misschien was het wel prettig geweest als de Kamer aan het begin van de winter per motie had uitgesproken dat het niet sneeuwde. Of niet koud was.

Dat had het leven een stuk prettiger gemaakt.

Ik moet dus snel zijn, voordat een Kamermotie het tegendeel beweert. Nederland is, wilde ik maar zeggen, een bananenmonarchie.

Nu is Nederland natuurlijk niet vergelijkbaar met het Honduras van vroeger. Daar kreeg het begrip invulling, door corruptie, machtsmisbruik, wetteloosheidheid en de dominante, oncontroleerbare en duistere macht van United Fruit. Laat ik maar ouderwets zeggen: het Grootkapitaal.

Ik denk meer aan het huidige gebruik. Wikipedia zegt: ‘Algemeen wordt tegenwoordig het begrip “bananen­republiek” ook gebruikt als kritiek tegen staten waarvan de politieke cultuur met corruptie en willekeur in verband gebracht wordt. Daarom wordt het begrip ook in politieke discussies en polemieken over industrielanden zoals Zwitserland, Duitsland, Frankrijk, Oostenrijk en Italië gebruikt, wanneer men zulke praktijken veronderstelt of aan de kaak stelt.’

Ik zou willen focussen op het begrip ‘willekeur’.

Willekeur als het gaat om hoe er wordt omgegaan met publieke omroep. Onberekenbaarheid ook. En onnadenkendheid. Ik maak me daar zorgen over.

Natuurlijk, ik heb er langdurig gewerkt dus ik ben belast met mijn verleden en ik wil graag houden wat goed is, of beter kan worden. Ik wil echter vooral het idee van publieke omroep omarmen, niet de NPO (de organisatie die Nederlandse Publieke Omroep heet) beschermen. Niet de NPO dus,  de organisatie die in mijn ogen een beetje de weg kwijt is geraakt onder druk van de aangekondigde bezuinigingen, en ter compensatie zich nieuwe logo’s aanmeet en zenders hernoemt naar het eigen evenbeeld.

Ik kijk binnenkort naar NPO 1, 2 of 3. Inderdaad, een stuk sterker qua naamgeving dan Nederland 1, 2 of 3. Ik wil ook voortaan een paspoort van NPO-land; dat zal pas indruk maken.

Ik werk veel binnen de EBU, de European Broadcastig Union, organisatie van voornamelijk publieke omroepen. Van BBC tot SVT in Zweden, van ZDF tot RTK in Kosovo.

We maken ons zorgen over van alles. Over Spanje, waar het hele journalistieke kader wordt opgeruimd als er een regeringwisseling is. Over de BBC en zijn neiging tot overregulering, ten koste van het eigen nadenken. Over Portugal, waar ze een publiek net bij opbod wilden verkopen. Over Hongarije, waar premier Orban pas werkelijke staatstelevisie laat maken. Over Oostenrijk, waar de ‘zesde verdieping’ staat voor de managers die bij de vorige regering hoorden en nog wel worden doorbetaald maar niets meer mogen doen. Tot er weer rollen worden omgedraaid.

‘Maar wat is er toch bij jullie aan de hand’, vragen de gesprekspartners steeds vaker.

Want zij hebben nog een redelijk rooskleurig beeld van Nederland. Welvarend, ondanks de politieke opwinding van het decennium toch tamelijk rustig. En gezegend met een publieke omroep die, in vergelijking met de collega-organisaties in heel veel andere landen, nogal succesvol en vernieuwend is. En, ook in die internationale vergelijkingen zeer efficiënt: in het buitenland weten ze dat, omdat ze daar niet gehinderd worden door beeldvorming die hier al is geëindigd voordat het nadenken begint.

Voor mij begon het allemaal bij Mat Herben, van de LPF. Of beter, bij Rick van der Ploeg, Mediastaatssecretaris voor de PvdA, tussen 1998 en 2002.

Toen werd het kijk- en luistergeld afgeschaft, en vervangen door belastingheffing. Er was dus geen directie financiële relatie meer tussen de kijker en zijn omroep. Hij ging gewoon een flardje meer belasting betalen, en de omroep werd voortaan gefinancierd uit de algemene middelen, het totaal aan belastinginkomsten dus.

Het klink, toegegeven, efficiënter. Het leek ook mij wel een goed idee. Innen van de omroepbijdrage was niet altijd even gemakkelijk, en waarom zou een puur-commerciële kijker nog direct betalen voor de vermaledijde publieken? (indirect deed hij dat alsnog, natuurlijk, zoals de meeste pacifisten via de belastingen ook de krijgsmacht financieren).

Natuurlijk beloofden de politici zorgvuldigheid. Nee, de geldkraan zou niet naar willekeur worden bediend. –Zo zijn wij niet in Nederland.

En daar betreedt Mat Herben het podium.

Mat was boos op de NOS, met name dat deel dat de verkiezingsuitslagen verzorgde.

De presentator van dienst tijden de uitslagenavond van de gemeenteraadsverkiezingen in 2002, Maartje van Weegen, had laten blijken dat zij moeite had met de grote overwinning van Pim Fortuyns LPF in Rotterdam.

Dat was natuurlijk niet verstandig en niet al te journalistiek-afstandelijk.

Voor Mat Herben echter was het veel meer: het was een doodzonde. ‘Pim’ bekritiseren, dat was buiten alle denkbare en toegestane perken, immers. Hij had, zoals hij zelf zei, nog een appeltje te schillen met de NOS.

Het lukt hem nog ook.

De LPF ging meeregeren met CDA en VVD en de nieuwe coalitie kwam met een efficiencykorting op de publieke sector. De publieke omroep leverde 35 miljoen in.

Voor Mat Herben was, zo zei hij het in het openbaar, dit de straf die de omroep diende te ondergaan. De boete dus die betaald moest worden.

Ik schreef er een opiniestukje over in de NRC waarbij ik probeerde uit te leggen dat de gedachte om te straffen of te belonen alleen al fundamenteel fout was, of het nou om 35 miljoen ging, of maar om 1 euro.

Het kon echter niemand veel schelen. Erg groot was de onderlinge solidariteit in de journalistiek ook niet, en zeker niet over de grenzen van publiek en commercieel heen. Men vond het wel mooi zo en had geen nadere principiële gedachten. Een beetje dommig: alsof publieke journalisten niet in actie zouden dienen te komen indien, bijvoorbeeld, Telegraaf-journalisten worden gegijzeld door justitie. Echte principes trekken zich immers niets aan van de vraag of de publieken dan wel de commerciëlen worden aangepakt door welke overheid dan ook.

Terugkijkend: op de rand van de eeuwwisseling werd het kijk- en luistergeld afgeschaft, onder de plechtige belofte van de betrokken politici dat zij met hun handen van het geld af zouden blijven.

Nog geen twee jaar later stak Mat Herben de Rubicon over. Hij wist niet eens dat dat riviertje er lag.

Inmiddels is het volstrekt normaal om de omroep veel steviger aan te pakken dan op basis van de daadkracht waarvan Herben ooit zal hebben gedroomd. Het lijkt mij te veel op willekeurig grijpen en graaien, gebaseerd op het sentiment dat zowat iedere euro die naar Hilversum gaat er een te veel is. En met sentiment is het moeilijk discussiëren.

Nu loop ik het risico wereldvreemd te lijken en te pleiten voor een publieke omroep die niet wordt geraakt door welke bezuiniging dan ook.

Dat is een misverstand. Hoewel er te discussiëren valt over de uitgangspunten van het huidige bezuinigingsbeleid en de ‘3 procents-fixatie’, ik ben er van overtuigd dat bezuinigingen die alle anderen raken ook de publieke omroep moeten treffen. Zoals zo vaak gaat het om het hoe, de wijze waarop.

Rutte 1 kwam met 200 miljoen aan bezuinigingen; Rutte 2 met 100 miljoen extra. Dat is voor de gemiddelde falende bank net genoeg voor de afvloeiingsregelingen (ja, ik wilde even demagogisch zijn), maar voor een organisatie die 700 miljoen krijgt, al jaren geraakt door andere efficiencymaatregelen, nogal veel.

Fascinerend hoe dat gaat: bij de vorming van Rutte 1 mocht CDA-Kamerlid Joop Atsma wat opschrijven over de mediaparagraaf, bij Rutte 2 moesten de sommetjes nog even kloppend gemaakt worden door de bedragen op het laatst wat te verhogen.

Even fascinerend het relatieve gemak waarmee de NPO (die van de nieuwe zenders) bij monde van voorzitter Hagoort pruttelde maar accepteerde, terwijl de overheid zich zojuist op zijn aller-onbetrouwbaarst had getoond. En ook nog even het door de overheid afgeschafte Mediafonds redde – daar was blijkbaar toch nog geld voor.

Soms is leidinggeven niet accepteren, maar confronteren.

Goed nieuws allemaal voor degenen die niets zien in publieke omroep. Dat is vanzelfsprekend een legitiem standpunt.

Maar het zou zuiverder zijn het systeem dan maar geheel op te heffen en alles aan de markt te laten. Nu heeft de wurgslang zich om Hilversum geslingerd en perst hij de lucht langzaam uit zijn slachtoffer. ‘Hij is best vriendelijk hoor’, zeggen de eigenaren. ‘Maar kijk ’m niet in de ogen en laat ’m z’n gang gaan, anders knijpt–ie nog wat harder.’

Wat klopt, op dit moment althans, zijn de cijfers. Wat ontbreekt is het idee.

Het idee hoe een kennisintensieve samenleving die Nederland pretendeert te zijn ingericht zou moeten worden. De digitale evolutie maakt journalisten niet de enigen die de informatiestromen sturen en beheersen, maar ze spelen daarin wel een betekenisvolle rol.

Voor mij is een bloeiende journalistiek, die innoveert en verandert, illustratie van een eigentijdse, weldenkende samenleving. Ik zou daarbij geen onderscheid willen maken tussen journalisten die bij commerciële of bij publieke media werken.

Voor mij is de ene sector niet beter dan de andere. De werkelijke betekenis zit hem in de onderlinge concurrentie en de onderlinge aanvulling – niet overigens in onderling dwarszitten. Nederland is beter met goeie journalistiek op private basis en goeie journalistiek op publieke basis samen.

Publieke omroep, met duidelijke en langjarige afspraken over taak en budget is daar voor mij onderdeel van.

Voor mij begint het, inderdaad, met een idee. En een bij deze tijd, maar ook bij de taken passend budget. Een idee zonder budget leidt tot dagdromerige, grenzeloze luchtfietserij. Een (krimpend) budget zonder idee leidt tot drama. (en als je eigenlijk liever niets wil betalen, zeg het dan, in plaats van die langzame wurggreep).

Zoals het nu gaat wordt het niets. Hilversum en Den Haag houden elkaar gevangen in een tragische wals als – zei ik eerder – langgehuwden die al jaren op elkaar zijn uitgekeken en elkaar alleen nog maar vakkundig kunnen treiteren.

Hilversum is een inert systeem aan het worden, gericht op overleven. Wat in Hilversum als revolutionair wordt gezien (Omroepfusies!) heeft geen betekenis in de echte wereld, de buitenwereld. Er is te vaak geen sprake van gezamenlijke kracht, maar van gezamenlijk dwarszitten. De ene omroepcombinatie is volstrekt bereid de andere een mes in de rug te steken in de strijd om, bijvoorbeeld,  het Pauw & Witteman-tijdslot.

De omroep moet de bakermat kunnen zijn van geduldige en goeie journalistiek. Van documentaires en buitenlandse verhalen. Van innovatie en experiment ook, te delen met iedereen buiten de publieken. Van nieuwe verbanden via de digitale netwerken met iedereen die nieuws te delen heeft, wil meepraten, wil suggereren. Durven, doen en dromen.

Den Haag zou die ruimte moeten verschaffen. Via een (wettelijk) contract met de samenleving duidelijke taken en een helder budget. Een krap budget natuurlijk, maar wel een echt.

Overigens gericht op brede programmering. Publieke omroep is niet bedoeld als water uit koeltorens dat alleen mag stromen om oververhit rakende commerciële krachtcentrales te helpen controleren.

De meeste organisaties zijn gevangene van hun eigen bestaan. Ze zijn niet in staat zich tijdig te vernieuwen en herdefiniëren. Ze zijn zeker niet in staat het einde van hun levenscyclus te zien komen, en daar gevolgen aan te verbinden.

Dit is een mooie tijd om het systeem opnieuw uit te vinden. Publieke media vanaf 2020 definiëren. Tijd genoeg om taken en rollen en acties te beschrijven, met de journalistiek in al zijn uitingen (mits innovatief) als kern. De taak is daarbij allesomvattend, niet de omroeporganisatie.

Het gaat dus om het Idee.

Daar zijn ook Haagse denkers voor nodig, niet alleen beheerders van de budgetten. Het is echter veelzeggend dat zowel minister Van Bijsterveld (Rutte 1) als staatssecretaris Dekker (Rutte 2) beiden even snel, aan het begin van hun termijn, de omroep wilden ‘regelen’. Dan waren ze er daarna mooi van af en konden ze zich daarna op hun echte portefeuille concentreren.

Willekeur is er dus, in mijn ogen, en langjarige onnadenkendheid.

Banananmonarchie-gedrag.

Misschien verdient ‘Hilversum’ niet beter. Maar dat is naast de essentie. Want publieke omroep, publieke media, die zijn gewoon van het publiek. En dat verdient altijd het beste.

Bekijk meer van

Tip de redactie

Logo Publeaks Wil je Villamedia tippen, maar is dat te gevoelig voor een gewone mail? Villamedia is aangesloten bij Publeaks, het platform waarmee je veilig en volledig anoniem materiaal met de redactie kunt delen: publeaks.nl/villamedia

Praat mee

Colofon

Villamedia is een uitgave van Villamedia Uitgeverij BV

Uitgever

Dolf Rogmans

Postadres

Villamedia Uitgeverij BV
Postbus 75997
1070 AZ Amsterdam

Bezoekadres

Johannes Vermeerstraat 22
1071 DR Amsterdam

Factuurgegevens

Villamedia Uitgeverij BV
Johannes Vermeerstraat 22
1071 DR Amsterdam

Contact

redactie@villamedia.nl

Redactie (tips?)

Chris Helt, hoofdredacteur

Marjolein Slats, adjunct-hoofdredacteur

Linda Nab, redacteur

Lars Pasveer, redacteur

Trudy Brandenburg-Van de Ven, redacteur

Rutger de Quay, redacteur

Sales

Sofia van Wijk

Emiel Smit

Teddy van der Laan

Webbeheer

Marc Willemsen

Vacatures & advertenties

vacatures@villamedia.nl

Bereik

Villamedia trekt maandelijks gemiddeld 120.000 unieke bezoekers. De bezoekers genereren momenteel zo’n 800.000 pageviews.

Rechten

Villamedia heeft zich ingespannen om alle rechthebbenden van beelden en teksten te achterhalen. Meen je rechten te kunnen doen gelden, dan kun je je bij ons melden.