Het Parool keert toch niet terug in de Raad voor de Journalistiek

Het Parool komt terug op zijn besluit om zich weer aan te sluiten bij de Raad voor de Journalistiek (RvdJ). Dat schrijft hoofdredacteur Ronald Ockhuysen. Zijn krant stapte in 2013 uit de RvdJ, omdat criminelen de Raad volgens de krant vaak gebruikten om gratis uit te proberen of ze een kans zouden maken bij een eventueel proces in de rechtbank. Ockhuysen stelt dat hij na gesprekken met de Raad moet concluderen dat die argumenten nog steeds gelden (betaalde link, via Blendle).
In een open brief aan de redactie, die ook in het bezit is van Villamedia, reageert RvdJ-voorzitter Frits van Exter op de keuze van Ockhuysen. Hij noemt het jammer dat Het Parool niet in de Raad terugkeert“Jammer, in de eerste plaats voor de lezers van Het Parool, die het mogelijk ook logisch vonden dat hun krant (net als vrijwel alle andere media) bereid is klachten in tweede instantie te laten beoordelen door de Raad.”
Dat criminelen klachten indienen bij de Raad ontkent Van Exter in zijn open brief niet. Maar het is volgens de voorzitter niet aan de RvdJ om de intenties van een klacht te beoordelen. “Ik zou ook niet weten hoe je die onbevooroordeeld zou moeten vaststellen, zonder in ieder geval geweld te doen aan een belangrijke eigenschap: laagdrempeligheid. De Raad moet open staan voor diegenen die menen dat zij ‘slachtoffer’ zijn geworden van journalistieke onzorgvuldigheid en daarover een onafhankelijk oordeel zoeken.”
Wat voor een journalist een pietluttige kwestie is, kan in de ogen van betrokkene heel schadelijk zijn, vervolgt Van Exter. Ook schrijft hij dat hij zich kan voorstellen dat redacties het vervelend vinden dat procedures via de Raad tijd kosten. “ Voor een deel hebben zij dat zelf in de hand: een goede interne klachtenregeling kan al veel verschil maken. Er staat bovendien wat tegenover: de beoordeling van klachten door de Raad kan het bewustzijn op redacties scherpen en bij de lezer de overtuiging versterken dat hun krant zich tenminste verantwoordelijk opstelt.”
Praat mee