Hester den Boer wilde meer weten over het oorlogsverhaal van haar opa

In de rubriek De Schepping schrijven journalisten zelf over de totstandkoming van hun werk. Dit keer Hester den Boer over haar boek ‘Kamp Erika. Het oorlogsverhaal van mijn opa en het Nederlandse kamp dat verzwegen werd’.
De aanleiding voor het schrijven van het boek ‘Kamp Erika’ was persoonlijk. Mijn opa overleed in 2018. Ik wist dat hij in de oorlog dingen had meegemaakt waarover hij niet kon praten en in de familie dachten we altijd dat hij, als niet-Joodse man, in Westerbork had gezeten. Zo had hij dat zelf ooit verteld. De avond na de crematie van mijn opa stuurde ik in een opwelling een mail aan Herinneringscentrum Westerbork.
Hadden zij informatie over hem? Het antwoord was verrassend: hij bleek nooit in Kamp Westerbork te hebben gezeten, maar in Kamp Erika. Na de vondst van deze raadselachtige archiefkaart wilde ik meer weten. Over mijn opa, maar ook over Kamp Erika. Waarom had mijn opa daar nooit over verteld?
Onbekend kamp
Kamp Erika was één van de vijf Duitse concentratiekampen in Nederland. Een groot deel van mijn masteropleiding Holocaust -en Genocidestudies aan de UvA ging over de Tweede Wereldoorlog. Schoorl, Vught, Amersfoort, Westerbork, daar had ik allemaal in meer of mindere mate over gehoord of gelezen. Kamp Erika was geheel nieuw voor mij. Hoe kon dat?
Mijn onderzoek was dus tweeledig. Ik begon met informatie opzoeken over mijn opa in de oorlogsarchieven van het NIOD en het Nationaal Archief. In beide archieven kun je op naam zoeken. En in het NIOD bleek een archief met gevangenenlijsten van kamp Erika te zijn. Maar om echt te weten wat mijn opa heeft gemaakt, waarom hij de man was geworden die hij was, met al zijn moeilijkheden, moest ik meer te weten komen over dat kamp zelf.
Nederlandse bewakers
In Kamp Erika waren alleen maar Nederlandse bewakers. De gevangenen waren veelal niet-Joodse mannen. Martelingen en excessief geweld waren aan de orde van de dag. De grootste hobbel in het onderzoek was het toegang krijgen tot de ‘daderdossiers’ in het Nationaal Archief. Ik wilde weten wie die bewakers waren die zich zo grenzeloos wreed gedroegen.
Die informatie ligt achter slot en grendel. Pas na een uitgebreid onderzoeksvoorstel, en dan alsnog met vele beperkingen, kreeg ik toegang.
Na de oorlog wilden we deze geschiedenis zo snel mogelijk vergeten en kwam er op de plek van het kamp een camping. Ik besloot een tijd op die camping te kamperen. Welke sporen zijn er te vinden? Wie kan er nog wat over vertellen? Het lokale verzorgingstehuis bleek een goede plek om te beginnen. Maar ook via het befaamde sneeuwbaleffect sprak ik met oud-gevangenen, met omstanders en met nabestaanden van de bewakers.
De zoektocht naar het kamp heb ik voortduren verbonden aan de zoektocht naar informatie over mijn opa. Hij vormt de rode draad, waaraan ik de rest heb opgehangen.
BIOGRAFIE
Hester den Boer (1981) is onderzoeksjournalist en fotograaf. Ze voltooide een bachelor Religiestudies en Russische Taal en Cultuur en een Master Holocaust- en Genocidestudies aan de UvA. Ze maakt deel uit van onderzoekscollectief Spit en publiceert onder andere in De Groene Amsterdammer. In haar boeken richt ze zich op de ambivalente omgang met het verleden. Eerder verscheen van haar hand ‘Onderdrukt door de verlosser. Een zoektocht naar Stalins erfenis in het Rusland van nu’. In 2015 werd Den Boer genomineerd voor de European Press Prize en in 2021 voor De Loep. ‘Kamp Erika’ verscheen bij Atlas Contact (ISBN 9789045044866, 280 pagina’s, € 22,99)
Praat mee