Heilig boontje
Ik keek vroeger graag naar ‘De Leugen Regeert’. Het was een soort van Jerry Springer. Maar in plaats van Tracey uit Kansas, zat daar ene Weledelzeergeleerde heer Jansen uit Lutjebroek, die zich genaaid voelde door een journalist. Hilarische televisie dus. Ook op de School voor Journalistiek was het smullen bij de lessen ethiek. Ik zou niet willen zeggen dat ik als eerstejaars het braafste meisje van de klas was. Maar de ethiek had ik hoog zitten. Ik nam het altijd buitengewoon serieus.
Mijn klasgenoten en ik discussieerden tijdens die lessen over van alles. Etnische achtergrond vermelden of niet? Een brute moordenaar wel of niet met voor- en achternaam in de krant zetten. Bij een zwaar ongeluk wel of niet zwaar getraumatiseerde getuigen voor de camera slepen? Geld aannemen voor een snoepreisje, en dan alleen maar positief berichten?
Och, wat waren wij keurig. ‘Kinderen voor Kinderen’ was er niets bij: ‘Geld aannemen voor een snoepreisje? Een schande! Nooit!’ ‘Etnische achtergrond standaard vermelden? Nee, aan dat soort Telegraafpraktijken doen wij niet mee, tenzij het belangrijk is voor het verhaal, natuurlijk.’
Heerlijk waren die discussies. Maar tijdens mijn eerste stage bij het nieuws merkte ik snel: ethisch handelen, dat leer je in de praktijk.
Ik, fris uit het klaslokaal en naïef, werd met draaiende camera naar een ongeluk gestuurd. Een boze vrouw uit de buurt stapte meteen haar balkon op. Met een verbaal spervuur maakte ze duidelijk dat ze het niet ethisch vond waar wij mee bezig waren. Toen keerde ik nog met tranen in mijn ogen terug naar de redactie. Ze heeft gelijk, ik ben een aasgier.
Maar ik bleek flexibel in mijn principes. Tegen het einde van mijn stage zocht ik als een hysterische hyena naar ooggetuigen bij een groot ongeluk. Ik sleurde een bonk van een bouwvakker voor de camera. Hij huilde tijdens het interview. Ik ging tevreden terug naar de redactie: goede quote gescoord!
En ook bij privé-gegevens van een verkrachter bleek ik soepel. Ik vond dat de politie moeilijk deed. GeenStijl had immers ook al een foto gepubliceerd, waarom mochten wij het dan niet? Die man moet toch gevonden worden? Waarom moesten wij ons altijd keurig aan die ethische regeltjes houden en een balkje voor de ogen plaatsen bij het nieuws, terwijl in het opsporingsbericht wel een foto getoond mag worden? Dat is toch krom?
In amper twee jaar tijd had ik al veel van mijn ethische principes over boord gegooid.
Ik denk vaak terug aan mijn oude klasje. Zouden mijn oud-klasgenoten ook langzamerhand hun principes flexibiliseren? We waren destijds heilige boontjes. Té heilig, weet ik nu. Ach, wisten wij veel. Over ethiek kun je in het klaslokaal weinig leren.
.(JavaScript moet ingeschakeld zijn om dit e-mail adres te bekijken)
Saïda Maggé is starter op de arbeidsmarkt
Praat mee