Han Lammers en de contrasten
Je ziet het voor je, het is een echt journalistentafereel: Arie van der Zwan en Han Lammers schrijven samen het hoofdstuk over binnenlandse politiek in het boekje ‘Tien over Rood’, waarmee Nieuw Links de PvdA en daarmee de hele Nederlandse politiek zal opschudden.
Het is zondag 11 september 1966, ze hebben zich afgezonderd in de kelder van uitgeverij Polak & Van Gennep. Lammers tikt, Van der Zwan zit ernaast. Ze wikken de woorden, lezen de tekst een paar keer door, en kijken na een paar uur tevreden: het is klaar, ze kunnen gaan eten. ‘Tien over Rood’ is een steen in de politieke vijver, het zal de PvdA naar links trekken en aantrekkelijk maken voor jonge kiezers die snakken naar vernieuwing.
Het is in feite de ommekeer in het leven van Han Lammers. De journalist (eerst ANP, dan voor het Algemeen Dagblad in Amsterdam, dan De Groene Amsterdammer) wordt politicus. Via ‘Tien over Rood’ klimt hij naar de top van de PvdA, en wordt hij wethouder in Amsterdam. Na de meest bewogen jaren van zijn leven, waarin hij als voormalig criticus van de macht opeens voor een regent wordt uitgemaakt, treedt hij in 1976 verbitterd terug. Tegen de verwachting in kan hij voor de partij bestuurlijk actief blijven: hij gaat de Flevopolder opbouwen, als landdrost, als burgemeester van Almere en als commissaris van de koningin.
Lammers is een man van tegenstellingen – zoveel wordt duidelijk uit de prettig leesbare biografie van Herman de Liagre Böhl. Als journalist van De Groene strijdt hij in de eerste linies tegen de entree van prins Claus aan het Nederlandse hof. Lammers is rabiaat anti-Duits, hij plakte ooit briefjes op Duitse auto’s met als tekst ‘Heim ins Reich’. Later raakt hij bevriend met Beatrix, wordt haar commissaris in Flevoland en ontwikkelt een warme band met Claus, vooral via hun liefde voor klassieke muziek.
De kritische journalist Lammers reist in mei 1967 als voorzitter van de Amsterdamse Pers naar de DDR en toont zich na terugkomst een aanhanger van Walter Ulbrichts boeren- en arbeidersparadijs. Uit zijn artikelen blijkt dat hij zich zwaar heeft laten inpakken – hij heeft dat later proberen te ontkennen of af te zwakken, maar het is onmiskenbaar een zwarte vlek op zijn journalistenziel.
In zijn periode bij De Groene is Lammers jarenlang het prototype van de journalist-bohemien. Gescheiden, kroegtijger, vrouwenverslinder, slordig in de contacten en volstrekt afwezig in de opvoeding van zijn twee dochters.
Later, als hij alle persoonlijke aanvallen op zijn metrobeleid met moeite heeft doorstaan, vindt zijn leven een rustiger bedding, wordt hij een evenwichtig bestuurder en verruilt hij het conflictmodel voor het harmoniemodel. Hij geniet van het bestuurders vak, en vooral ook van zijn grote passie: orgel spelen. Zijn levensavond duurt maar kort: een hersentumor beëindigt een bestaan vol paradoxen al na 68 jaar, op 5 juli 2000.
Herman de Liagre Böhl: Amsterdammer in de polder. Uitgeverij Prometheus-Bert Bakker, ISBN 9789035143128, 312 pagina’s, € 24,95.
Praat mee