Gifjes - voor het internet!
Ik ben altijd een liefhebber geweest van de simpele, praktisch altijd werkende minifilmpjes in het Graphics Interchange Format (GIF). Ik hou van ze met een mix van nostalgie en hoop voor de toekomst van online journalistiek: de animated gifjes. Ze zijn het opgevulde gat tussen foto en video.
Na de uitvinding van de ‘GIF’ in 1987, waarmee zeer korte, geluidloze animaties gemaakt konden worden, verschenen ze in de jaren ’90 vooral als oerlelijke ‘under construction’ bouwvakkertjes. Met bewegende hamertjes gaven ze aan dat sites over dwergpapegaaien en Franse nudistencampings nog lang niet af waren (en in de meeste gevallen nooit afkwamen). Sindsdien zijn ze aan de randen van het internet in leven gehouden op fora als 4Chan en Reddit. Niet direct echt Woodward en Bernstein, maar daar komt tot mijn vreugde langzaamaan verandering in.
Zo had Buzzfeed afgelopen weken geweldige stukken over de Olympische Spelen, waar de situatie van een bepaalde gebeurtenis werd verduidelijkt met gifjes. En de New York Times heeft de prachtige serie ‘Still Life’ waarbij de gifjes meer lang bewegende foto’s zijn dan hele korte video’s. In Nederland zijn ze al jaren bijna alleen bij GeenStijl te vinden geweest.
En ook voor de rest van het online medialandschap is er reden genoeg om ze te omarmen. Ze kunnen je productie verduidelijken, verrijken, of simpelweg opleuken. Een foto zegt dan wel meer dan duizend woorden, maar net iets minder dan een gif. Een video zegt soms juist weer te veel. Een gif kan net dat ene beeld zijn dat je verhaal echt laat zien.
Bovendien belichamen gifjes het ultieme anarchisme, een van de hoofdvoorwaarden voor het internet zelf. Gifs hebben een volslagen gebrek aan eigendomsrecht. De ongeschreven regel bij gifs is: zodra-ie online staat, is-ie niet meer van jou. Je maakt ze niet om er geld mee te verdienen, een gifje maak je voor het internet.
Natuurlijk, een romantisch beeld waar rechthebbenden soms best gaten in zouden kunnen schieten. Maar gifs zijn uiterst kort, volkomen geluidloos en stiekem best slecht van beeldkwaliteit. Veel meer dan een citaat uit een video kun je de gemiddelde gif niet noemen.
Neem daarbij het feit dat er geen browser is die ze niet slikt, en het is moeilijk te verklaren waarom we niet meer gifs in online journalistieke producties zien. Het zou prachtig zijn als meer journalisten zelf aan de slag gaan met gifs. Originele gifs wil ik zien, gemaakt met liefde voor verhalen vertellen, voor beeldend werken, en voor het internet.
Peter van der Ploeg is chef internet bij NRC
Praat mee
1 reactie
Peter van der Ploeg, 23 augustus 2012, 13:55
Ha, zie nu pas de Lowlands-gifjes van Vice! (wordt dit een linkje?)