Geen corrupte bende

Op het moment dat Ahmet O. een wethouder en vier ambtenaren in gijzeling nam op het stadhuis van Almelo, was Mirjam Pool een verdieping hoger aan het werk. De freelance journalist reconstrueerde het drama in het boek ‘Procedures en Pistolen.’
Op de plek waar op 16 juni 2008 een auto volledig uitbrandde, poseert Mirjam Pool voor fotograaf Shody Careman. Dat de ambtenaren van de gemeente Almelo bijna vijf jaar na dato nog steeds niet geheel van de schrik bekomen zijn, blijkt wel als Pool haar tas achter een bloembak zet. Een beveiligingsbeambte spoedt zich naar buiten om te vragen wat de dames aan het doen zijn.
Het is ook niet niks wat zich die zestiende juni afspeelde in het centrum van de stad. De Turks-Koerdische kok Ahmet O. steekt zijn eigen grand café en auto in brand, gaat naar het stadhuis en neemt daar vier ambtenaren en een wethouder urenlang in gijzeling. Een verdieping hoger is Mirjam Pool aan het werk, die niet lang daarvoor door de gemeente was ingehuurd om het armoedebeleid onder de loep te nemen. De gijzeling loopt goed af: er vallen geen slachtoffers, later wordt O. veroordeeld tot elf jaar gevangenisstraf.
Na het maken van de foto lopen we het centrum in. We nemen plaats op een terras op steenworp afstand van het Waagplein, de plek waar O. samen met zijn vrouw grand café De Rechter runde. Sinds de brand is de ruimte niet meer verhuurd. Pool: ‘Je ziet dat alle terrassen hier vol zitten. Ahmet O. wilde dat ook heel graag, maar de gemeente weigerde hem een horecavergunning te geven. O. is een man van trots, ik begrijp goed dat hij gefrustreerd was. Op marktdagen werd er gewoon een kraam pal voor zijn zaak gezet. Uiteindelijk trok hij het niet meer en ging hij door het lint.’
Aanvankelijk sloeg bij Pool de angst om het hart toen ze zich realiseerde dat de gijzelnemer ook op haar afdeling met een vuurwapen zou kunnen verschijnen. Maar al snel veranderde haar gemoedstoestand. ‘Ik was nog maar een paar weken aan het werk op het stadhuis, dus ik voelde me een relatieve buitenstander. Heel kalm begon ik te registreren en te observeren. Vrij snel na het drama ben ik begonnen met het verzamelen van informatie over deze zaak. Ik dacht erover een artikel te schrijven en dat onder te brengen bij een weekblad. Totdat ik, rond de tijd dat in 2009 de rechtszaak zou beginnen, bij een boekpresentatie tegen een collega over dit onderwerp begon. Ik hield maar niet op met praten. “Snap je wel dat dit gewoon een boek is”, zei hij tegen me.’
Nu, vijf jaar later ligt ‘Procedures en Pistolen’ op de terrastafel. Een lijvige reconstructie van bijna vierhonderd pagina’s waarin Pool alle facetten van de zaak belicht. Ze sprak tientallen gemeenteambtenaren, Almeloërs, leden van de allochtone gemeenschap en – uiteindelijk na het hoger beroep – ook Ahmet O. zelf. Voor haar onderzoek was het een groot voordeel dat Pool tijdelijk op het stadhuis werkzaam was. ‘Als je iemand wilt interviewen, helpt het als je die persoon kent en gewoon even zijn of haar kamer kunt binnen stappen. Ik heb ook meegemaakt dat mensen zeiden: “Ik ben er niet, maar je weet waar de dossiers staan. Kijk zelf maar even.” Uit die dossiers heb ik zaken gehaald die mensen mij zo nooit verteld zouden hebben. Ik gebruikte ook trucjes om contact te maken met mensen. Een gesprek beginnen bij de koffieautomaat, bijvoorbeeld. Erg blij was ik met mijn magneetsleutel die me overal in het stadhuis toegang verschafte. Maar het is niet zo dat de informatie me op een presenteerblaadje werd aangereikt, ik heb ook echt wel moeten zeuren, leuren en doorvragen.’
Uit het boek rijst een genuanceerd beeld op van de hele kwestie. Pool maakt de frustratie van O. voelbaar. Tegelijkertijd wil ze laten zien dat de gemeente goede redenen had om de vergunning niet te verlenen. ‘Er waren twijfels over zijn financieringsbronnen, die dubieus leken te zijn. Daarom wilde de gemeente aanvullende informatie van Ahmet. Tegelijkertijd werd Ahmet door andere ambtenaren op het stadhuis aangespoord om zijn zaak te openen.’
Pool merkte dat veel burgers in Almelo boos waren op de gemeente. Die boosheid kwam onder meer tot uiting in een uitzending van Zembla, waarin de makers suggereren dat Ahmet O. bewust werd getraineerd. Op het terras wijst Pool naar een huis even verderop. ‘Daar woont een stel dat is geïnterviewd door Zembla. Ze betichtten de gemeente van vriendjespolitiek, want het terras dat aan hun achtertuin grenst, had al jaren geen vergunning, maar mocht gewoon blijven. In tegenstelling tot Ahmet O. die geen terrasstoelen mocht neerzetten. Achteraf voelden ze zich een beetje gebruikt door de makers. Zembla zette een beeld neer van een corrupte gemeente, maar kon niets hard maken. Wat mij betreft had die uitzending nooit op die manier gemaakt mogen worden. Het is wrang als je bedenkt wat voor impact het heeft gehad in Almelo. Wethouder Sjoers werd naar aanleiding van de Zembla-uitzending met de dood bedreigd. Ik snap dat journalisten de overheid willen ontmaskeren, maar in dit geval ondersteunen de feiten het beeld niet.’
Volgens Pool had de boosheid van de Almeloërs een dieper liggende oorzaak. ‘De woede was een uiting van een ongenoegen dat al heel lang leeft. Burgers waren de regenteske bestuurscultuur zat. Ik heb letterlijk gehoord dat burgers blij waren met de gijzeling, dat het goed was dat die lui eindelijk eens een lesje werd geleerd. De wethouder is niet meer de grote meneer tegen wie een burger automatisch opkijkt, hij moet zich iedere dag opnieuw bewijzen. In Almelo waren sommige wethouders al ruim vijftien jaar aan de macht. Ze zagen zichzelf nog als gewone jongens uit Almelo, maar het waren een soort koningen geworden. ‘In Meerssen zag je ook dat een incident de deur naar het ongenoegen openzette. Daar wendde de bevolking zich met luid protest van het lokale bestuur af na de zelfmoord van wethouder Dejong.’
De les die we volgens Pool dan ook uit haar boek kunnen trekken, is dat dit drama in iedere Nederlandse gemeente had kunnen gebeuren. ‘Op veel plekken is de kloof tussen burgers en overheid groot. Maar een duidelijke schuldige, of één moment waarop het fout is gegaan, kun je meestal niet aanwijzen. In Almelo zaten ondernemers en gemeente op totaal verschillende sporen, maar het is hier geen corrupte bende.’
Praat mee