Frits van Exter over de schone schijn van data

In de wereld van cijfers, tabellen en grafieken kan de waarheid bedrieglijk onweerlegbaar lijken.
Dat datajournalistiek kansen en risico’s kent, leerde ik in 1997. Op eigen kracht was ik er niet zo snel achter gekomen maar als lid van de hoofdredactie van Trouw maakte ik mee hoe redacteur Marjan Agerbeek met haar onderzoek het onderwijs opschudde.
Na vruchteloos wobben, moest de Onderwijsinspectie op last van de rechter de digitale bestanden met de cijfers van zo’n 700 scholen in het voortgezet onderwijs vrij geven: ruim 20.000 gegevens over rapportcijfers, het percentage leerlingen dat overgaat, blijft zitten, de school verlaat en het eindexamen haalt. Met hulp van onderwijssocioloog Jaap Dronkers (in 2016 overleden) slaagde Agerbeek er in de data in de spreadsheets te ordenen en te analyseren.
De emoties liepen hoog op na publicatie van de ranglijst. Hoe kun je scholen nu met elkaar vergelijken louter op basis van kille cijfers? Het gaat toch ook om de sfeer, de pedagogische visie, de buitenschoolse activiteiten? Sommige critici waren kennelijk vergeten dat zij hun leerlingen ook beoordelen met cijfers.
Op een enkel, klein punt moest de krant corrigeren, maar het onderzoek bleef overeind en Trouw herhaalde het vele jaren. Het speelde een grote rol in debatten over het onderwijs. De betere scholen waren trots, de mindere troffen hun maatregelen om te stijgen op de ranglijst.
Wat me vooral is bijgebleven is dat je met data niet zorgvuldig genoeg kunt zijn. Één komma op de verkeerde plaats kan tot veel desinformatie leiden.
Naakte cijfers hebben meer zeggingskracht dan woorden. De grafische verbeelding van data komt direct binnen als onweerlegbare waarheid. Ze hebben iets onweerstaanbaars, ook al weten we dat ze ons vaak bedriegen.
Naarmate we meer in de greep zijn van data en algoritmes kunnen de zorgen om hun integriteit alleen maar toenemen. Alle klassieke mores gelden, maar de datajournalist moet ze weten te herkennen in zijn wereld. Hij moet de kwaliteit van bestanden en bronnen beoordelen. Hij moet zijn eigen vooroordelen uitsluiten, een afwijkend gegeven zien en op waarde schatten. Hij moet de valkuilen kennen, weten hoe de X-as zich moet verhouden tot de Y-as, dat er niet noodzakelijkerwijs een verband is tussen de stijging van de consumptie van ijs en van verdrinkingen, dat een gemiddeld mens niet bestaat en dat er zonder context geen verhaal is.
Frits van Exter is voorzitter van de Raad voor de Journalistiek. Hij heeft geen stem in de beoordeling van klachten en verwoordt hier zijn persoonlijke mening.
Tips
• De Utrechtse Data School heeft De Ethische Data Assistent (DEDA). Het is vooral een lijstje om te controleren of je de ethische dilemma’s onder ogen hebt gezien.
• Wil je wel, maar weet je nog te weinig? Doe een cursus datajournalistiek. Cursussen zijn er in soorten en maten.
• Op Hackastory Tools vind je digitale hulpmiddelen, ook om te helpen bij datacontrole.
• Onthoud bij data (en het leven): als het te mooi lijkt om waar te zijn, dan is het dat ook vaak.
Praat mee