Frits van Exter: Jouw nieuws, zíjn stuk
Frits van Exter denkt met je mee over dilemma’s in de journalistiek. Dit keer: Je mag van alles verwachten, maar je kunt nergens op rekenen.
Stel, je bent 75 jaar oud, je hebt je teruggetrokken als ondernemer maar zit nog vol energie en je wilt wat doen om de verborgen armoede onder leeftijdgenoten aan de kaak stellen. Je hebt een idee: ouderen gaan één dag per week in het gemeentehuis bivakkeren. Daarmee besparen ze thuis stookkosten, hebben ze het gezellig met lotgenoten en trekken ze aandacht voor hun goede zaak.
Je belt de krant. Je neemt de tijd om alle vragen te beantwoorden en poseert geduldig voor de foto. Dan mag je er toch wel op vertrouwen dat het een net artikel wordt?
Als de senior enkele dagen later De Limburger opslaat, ziet hij zijn portret met de kop: “‘Dorpsgek’ blijft gemeente uitdagen”. In het artikel staat weinig over de actie maar des te meer over zijn persoon: zo wordt vermeld dat hij ‘jarenlang’ problemen heeft gehad met de gemeente die maar geen vergunning wilde afgeven voor zijn onderneming.
Het is een reden dat hij weinig vertrouwen meer heeft in de overheid, aldus het artikel. En dan komt ook nog zijn dochter aan het woord. Zij heeft het bedrijf overgenomen en zegt bang te zijn dat de acties van haar vader de zaken geen goed doen.
De man voelt zich in zijn hemd gezet. Hij belt de redactie, maar dat leidt volgens hem niet tot een oplossing. Hij dient een klacht in bij de Raad voor de Journalistiek. Volgens hem is de kop beledigend en onjuist en komt hij ‘anders dan afgesproken’, negatief uit het artikel naar voren. Bovendien heeft de redactie nagelaten het artikel voor publicatie aan hem voor te leggen.
Uit de stukken (de zaak wordt schriftelijk behandeld) blijkt niets van afspraken. Het draait louter om de verwachtingen van klager.
Het is een veel voorkomens misverstand dat wie het initiatief neemt voor een publicatie daarmee ook bijzondere rechten verwerft. De journalist behoudt de regie tenzij bijzondere voorwaarden zijn overeengekomen. De redactie had wellicht vooraf duidelijk kunnen maken dat zij zo haar twijfels had over de actie en dat zij haar eigen invalshoek had bepaald, maar dat kan de Raad moeilijk als ‘onzorgvuldig’ beoordelen.
En, tenslotte, in de kop staat ‘dorpsgek’ tussen aanhalingstekens. Het is ontleend aan een citaat van de klager zelf: ‘Door al die procedures sta ik bij sommigen ook wel bekend als de dorpsgek…’ De koppenmaker heeft de vrijheid om wat korter door de bocht te gaan zolang hij de lezer niet op het verkeerde been zet.
Tips voor publiciteit-zoekers:
Als je verwachtingen hebt, leg ze dan vooraf op tafel
Als je een stuk vóór publicatie wilt inzien, stel dan die voorwaarde vóór het interview
Als je wilt dat het over één zaak gaat, weidt dan niet uit over andere.
Voor redacties:
Als iemand verwachtingen vooraf op tafel legt, maak dan duidelijk of je daaraan wilt voldoen
Als iemand vraagt om inzage vooraf, leg dan uit onder welke voorwaarden je dat eventueel doet
Als iemand wil dat het over één zaak gaat, maak dan duidelijk waarom je daar geen genoegen mee neemt.
Eerder schreef ik over verwachtingsmanagement:
- Het is de schuld van de krant
Frits van Exter is voorzitter van de Raad voor de Journalistiek, maar heeft geen stem in de beoordeling van klachten. Hij verwoordt slechts zijn eigen mening.
Praat mee