Frits van Exter over privacy: Waarom moet het publiek dat weten?

Frits van Exter denkt met je mee over journalistieke dilemma’s. Deze keer: Leidt het recht op privacy tot vervaging van de journalistiek?
Een jonge moeder staat voor de rechter. Zij eist dat zij terug mag naar haar huis. Maar de burgemeester vindt dat geen goed idee. Er is geschoten op de woning en hij heeft van de politie nog niet gehoord dat het gevaar is geweken. Voorlopig moeten de vrouw en haar zoontje maar op een schuiladres blijven. Zijzelf denkt dat zij niet het doelwit was, mogelijk ging het om haar ex-man, maar die woont er niet meer.
Een verslaggever van het AD Utrechts Nieuwsblad maakt een bericht over de zaak. In de eerste online versie staan haar voornaam, de woonplaats en de straat (geen huisnummer) vermeld. Er wordt ook verwezen naar de school van haar zoon. De vrouw maakt binnen enkele uren bezwaar bij de redactie. De details in het bericht zijn makkelijk tot haar te herleiden. Zij wil niet dat zij in verband wordt gebracht met de schietpartij. Zij gaat ervan uit dat haar recht op privacy voorop staat.
Bovendien zou de rechter bij de media ook hebben aangedrongen op terughoudendheid.
De redactie besluit ruim vier uur na publicatie haar voornaam weg te halen en de verwijzing naar de school te schrappen. De straatnaam en de woonplaats blijven staan. De moeder dient alsnog een klacht in bij de Raad voor de Journalistiek.
Elke zaak is anders, maar dit is niet de eerste zaak waarin het maatschappelijke belang botst met het persoonlijke. Een schietpartij in een woonwijk is schokkend. Een regionaal medium moet zijn lezers en kijkers goed informeren, betoogt het AD. Dan zijn feiten, zo volledig mogelijk, belangrijk. Waar is het precies gebeurd? Wat is het verband met een vergelijkbaar incident in dezelfde straat? Hoe vordert het onderzoek? Is de veiligheid weer verzekerd? Voor mensen elders zijn het misschien details, maar voor omwonenden maken de antwoorden het verschil tussen goede en vage, tussen verifieerbare en onverifieerbare, informatie.
Redacties bieden weerstand tegen de groeiende druk om de berichtgeving te anonimiseren. Als de berichtgeving verder vervaagt, verliest zij ook waarde. Dan kun je wel van alles verzinnen.
De Raad onderschrijft dat uitgangspunt, maar moet wel afwegingen maken in een tijd waarin velen vrezen om aan de digitale schandpaal te worden genageld. Ook de grenzen tussen het persoonlijke en het publieke vervagen.
Volgens de Leidraad mag in een publicatie de privacy ‘niet verder worden aangetast dan in het kader van de berichtgeving noodzakelijk is’. In deze zaak is het maatschappelijk belang, om te weten waar de schietpartij heeft plaatsgevonden, groot. De vermelding van alleen de voornaam van de vrouw is curieus. Volgens de redactie is het in dit soort zaken gebruikelijk. Maar waarom moet het publiek dat weten? Het AD Utrechts Nieuwsblad heeft er, volgens de Raad, goed aan gedaan haar naam alsnog te schrappen.
Frits van Exter is voorzitter van de Raad voor de Journalistiek, maar heeft geen stem bij de beoordeling van klachten. Hij verwoordt slechts zijn eigen mening.
TIPS
• Vraag je bij de beoordeling van het maatschappelijk belang af welke feiten daadwerkelijk betekenis hebben voor je publiek.
• En vraag je niet af wat het belang van privacy van de betrokkene is, maar hoe je de inbreuk op dat recht kunt beperken.
• Doe aan triage: sommige klachten kun je snel adresseren. Dat kan later veel tijd schelen.
Praat mee