Eerste Kamer kritisch op wetsvoorstel Strafbaarstelling verblijf terreurgebied en dringt aan op verbeteringen

Leden van de vaste Commissie voor Justitie en Veiligheid van de Eerste Kamer zijn uiterst kritisch op het wetsvoorstel dat verblijf in een door terroristische organisaties beheerd gebied strafbaar stelt. Met name het ontbreken van een generieke uitzondering voor journalisten zou via een zogeheten novelle moeten worden gerepareerd.
De Tweede Kamer stemde in september vorig jaar met het wetsvoorstel in, maar de Eerste Kamer dringt aan op aanpassingen.
De regering stelt dat zo’n uitzondering voor hulpverleners en journalisten binnen het wetsvoorstel Strafbaarstelling verblijf in een door een terroristische organisatie gecontroleerd gebied rechtsonzekerheid in de hand werkt en de onschuldpresumptie geweld aandoet.
Fracties GroenLinks, SP en PvdD vragen zich af wat het bezwaar is om een uitzondering voor medewerkers van onpartijdige humanitaire organisaties en journalisten in de wet op te nemen. Journalistenverenging NVJ is voorstander van een generieke uitzondering voor journalisten versus de voorgestelde generieke toestemming.
Hoewel - voor leden van de NVJ - die toestemming dus generiek wordt verleend, moet die wel worden aangevraagd bij Justitie. “Het bezwaar hiertegen is dat de overheid zo inzicht krijgt in de (voorgenomen) bewegingen van journalisten en ze vrij eenvoudig kan volgen, beïnvloeden en zelfs direct of indirect zou kunnen weerhouden van verslaggeving”, aldus de NVJ begin vorig jaar.
Ook zijn niet alle journalisten NVJ-lid, waardoor deze groep nog altijd een bewijslast zou hebben, aldus de fracties.
Journalisten zelf wijzen op toenemend gevaar, hoe meer mensen van afreisplannen weten. In oktober vorig jaar stelde oorlogsverslaggever Hans Jaap Melissen het dan principieel op een proefproces te laten aankomen, als het wetsvoorstel het ongewijzigd tot wet zou halen.
Landen als Australië en het Verenigd Koninkrijk hebben in gelijkaardige wetgeving wel zo’n uitzondering opgenomen, stellen GroenLinks, SP en PvdD. Hoewel de regering stelt dat generieke toestemming geen groter risico oplevert, vragen de fracties zich af waar dat vertrouwen op baseert.
De Eerste Kamer-fracties van D66 en PvdA wijzen erop dat Nederlanders die vooraf ‘met toestemming van de Nederlandse regering’ in een terreurgebied zijn, “al snel geassocieerd zullen worden met de politieke stellingname van de Nederlandse overheid”. Terreurgroep IS heeft in het verleden al aangegeven dat hulpverleners en anderen die “op instructie van vijandige overheden werken” in hun ogen een legitiem doel zijn.
D66 en PvdA menen verder dat een uitzonderingsgrond in de wet justitiële controle achteraf niet in de weg hoeft te zitten. “Een bonafide hulpverlener of journalist zal er geen problemen mee hebben desgevraagd na terugkeer aan te geven wat hij/zij in het betreffende gebied heeft gedaan”, stellen ze.
De fracties sporen de regering aan met hulpverlenings- en journalistieke organisaties over in gesprek te gaan. De commissie vraagt de regering binnen vier weken op de aangebrachte bezwaren te reageren.
Praat mee