Dirk van Egmond (1953-2008)
Op de eerste dag van het nieuwe jaar won een streptokok het na een kort maar hevig gevecht van Dirk van Egmond, mijn eindredacteur bij het KRO-radio-1-programma DingenDieGebeuren.
Zelden had ik een collega die zo vreselijk zichzelf was. Onaantastbaar voor modegrillen, hypes, paniek om luister- of kijkcijfers. Dirk was Dirk. Was wie hij was. Vond wat hij vond. Vanachter zijn bril, die steevast afgleed tot de neusvleugels, bezag hij de wereld en de kippendrift om hem heen met een zekere ironie.
Getergd was hij alleen als de stem des volks – niet gehinderd door enige kennis van zaken – zijn ongenoegen weer eens vrijelijk mocht spuien. Want Dirk had een uitgesproken hekel aan populisme. Juist omdat hij wel kennis van zaken had.
Dirk wist veel. Van de Tweede Wereldoorlog, van de omroep, maar vooral van alles dat rijdt, vaart en vliegt. Expert op het gebied van gevechtsvliegtuigen. Typenummers en wapensystemen voor in het hoofd. Dat was het nooit gestorven jongetje in hem. Het doorgeven van die kennis, het in perspectief zetten van het nieuws, dat was zijn leidmotief. Dirk was een milde chef die anderen de vrijheid gaf om te stralen. Daar genoot hij van, in stilte.
Correspondent in Zuid-Afrika, de Tros, de Avro, RTL-nieuws, omroep Flevoland en de snelle jongens van Veronica Nieuwsradio. De rebellenclub, met Dirk – om oud-collega Jeroen Wielaert bij de begrafenis te citeren – als ‘Supersjors’. De regelneef, die alles voor elkaar kreeg. En die later zichtbaar moeite had met de verzakelijking van het vak. Voor hem was het en bleef het een manier van leven. De laatste jaren profiteerden wij bij de KRO van al zijn kennis, humor en ervaring. ‘Eigenlijk zouden ze Dirk opnieuw moeten uitvinden’, zei Reporter-collega Marc Josten daags na zijn overlijden. Al was het maar omdat Dirk een zeldzaam fijn mens was.
Sven Kockelmann