De nachtburgemeester
Verslaggever Hans Jaap Melissen (Wereldomroep/NOS) is in Afghanistan en houdt - ook voor Villamedia - een weblog bij. “Waarom zijn de Nederlanders hier? Om Uruzgan beter of slechter te maken?”
De toon is gezet. Matiullah Khan is aan het woord. Een omstreden man in Uruzgan. Kolonel van politie. De man die zich vooral bezighoudt met het beveiligen van de weg tussen Kandahar en Uruzgan. Maar hij is meer dan dat. Een krijgsheer. De nachtburgemeester van Tirin Kot.
De Nederlanders hebben niet veel met de man op. Ze hebben steeds geprobeerd zijn machtspositie in bedwang te houden: om andere stammen die hard nodig zijn voor de veiligheid in Uruzgan tevreden te stellen. De Taliban zouden hem het liefst opeten. Zijn huis staat bijna tegen Kamp Holland aan. We hebben een lang gesprek. Maar het enige inzicht dat ik krijg is dat de verhoudingen in Uruzgan buitengewoon complex zijn. Als ik daarna met mijn Afghaanse helpers door het ruige landschap rijd, probeer ik op een rij te zetten hoeveel vooruitgang er is in Uruzgan, in Afghanistan. En aan wie dat dan te danken is.
Dat is een moeilijke opgave. In Kabul zijn nieuwe gebouwen gekomen, wedding halls, een splinternieuw ziekenhuis. In Uruzgan is ook van alles nieuw. Een afwateringskanaal, een ziekenhuis, een school. Er zijn meer hulporganisaties. De VN is er. De veiligheid in Tirin Kot lijkt verbeterd, ten opzichte van twee jaar geleden.
Maar wie met de bewoners spreekt hoort veel ontevredenheid. Over de onveiligheid, buiten Tirn Kot bijvoorbeeld. Over werkeloosheid. Er is zoveel geld in Afghanistan gepompt zeggen ze dan: met dit als resultaat? Bovendien gaat veel van het hulpgeld, weer net zo hard het land uit. Wil je een betrouwbaar antwoord geven, op de vraag wie in welke mate bijdraagt aan verbeteringen, dan zou er eigenlijk, in een parallel universum, een Afghanistan moeten zijn dat niet meer door het Westen wordt bezet.
Dan kun je misschien ook vast stellen of Matiullah Khan gelijk heeft wanneer hij zegt: “Wie denk je dat er verantwoordelijk is voor de verbeterde veiligheid? Ja, ik natuurlijk.”