De Monitor: meer dan 35 procent flexwerkers bij KRO-NCRV

Omroepen binnen de NPO hebben een groeiende zogeheten 'flexibele schil' van werknemers die met tijdelijke contracten, waardoor de in de cao vastgelegde verhoudingen (75 procent onbepaalde tijd, 25 procent bepaalde tijd) onder druk staan. Vakvereniging NVJ stelt dat veel meer mensen een vaste aanstelling kunnen krijgen dan nu gebeurt.
De Monitor (KRO-NCRV) onderzocht hoe het bij de eigen omroep is gesteld. Conclusie: de verhouding flexbanen bij de omroep overstijgt de 35 procent. Zo’n afwijking is binnen de cao toegestaan, mits de Ondernemingsraad instemt. De afgelopen twee jaar is het aantal flexwerkers bij de KRO-NCRV van 28,5 naar 37,6 procent gestegen.
De exacte verhouding van freelancers, payrollers en oproepkrachten binnen die groep is de omroep niet bekend.
De omroep stelt dat de groei van zulke tijdelijke aanstellingen wordt ingegeven door wijzigingen bij de NPO zelf: het is voor omroepen onzekerder geworden hoeveel programma’s ze mogen maken en het moment waarop dat duidelijk wordt, valt steeds later. De onderlinge concurrentie tussen omroepen groeit bovendien, dankzij de openstelling van het bestel.
“Dit leidt tot minder zekerheid van programma-intekening en dat leidt weer tot meer fluctuaties in het personeel”, verklaart KRO-NCRV aan De Monitor. De Ondernemingsraad zegt “met tegenzin” in te stemmen met andere percentages dan in de cao is vastgelegd.
Volgens NVJ-secretaris Thomas Bruning kunnen omroepen meer mensen een vaste dienst bieden door personeel breder in te zetten of wanneer ze onderling betere afspraken maken. Bruning spreekt van onwil bij omroepen en NPO om dat te realiseren. Nog altijd moeten goed functionerende flexwerkers er vaak tijdelijk uit, om op een later moment weer te worden ingehuurd.
De omroepen, populaire plekken om te werken, zijn volgens Bruning erg machtig maar geven als publieke organisatie het slechte voorbeeld. Meer bij De Monitor
Praat mee