De journalist die de wereld over Halabja vertelde
De droom over stapels lijken waarmee Kees Schaepman zijn boek ‘Halabja, aantekeningen bij de strijd om Koerdistan’ begint, trekt je binnen in over lange jaren opgebouwde trauma’s – hoewel die een bijzaak heten te zijn in het boek over zijn fascinatie voor de Koerden. Schaepman beschrijft iets dat ik herken: Hoe je als journalist zo hard probeert niet beschadigd te raken door de ellende die je aanschouwt, dat die ontkenning je juist schade toebrengt.
Schaepman bundelde zijn vele ervaringen met Koerdisch leed, met als belangrijkste de gifgasaanval die de Iraakse dictator Saddam Hoessein in 1988 uitvoerde op de Koerdische stad Halabja met 5000 burgerdoden. Schaepman was daar dagen na de aanval, registreerde en rapporteerde.
Toevallig dat zijn boek verschijnt op een moment dat de discussie over journalisten die afbranden door hoge druk en stress weer oplaait. Of misschien toch ook niet; ieder van ons die verslag doet van oorlogen en gruwelen komt de man met de hamer ooit tegen. Schaepman schrijft bijna een mea culpa als hij toegeeft dat de lijken van Halabja en de Iraanse soldaten die sterven aan de gevolgen van gifgas, hem uiteindelijk toch onderuithalen, en hoe een dood katje in Halabja een barst slaat in zijn verdedigingsschild. Hoe hij ten overstaan van een groep vrienden overmand wordt door de herinneringen die hij net voor de radio heeft opgehaald – het contrast met het heden was te groot, schrijft hij.
Ik ken Kees Schaepman al jaren, en hij vertelt ook hoe hij bij me kwam lesgeven, toen ik een mediacentrum leidde in Iraaks-Koerdistan. Wat hem ook de mogelijkheid bood om zo’n twintig jaar na dato te gaan kijken in Halabja. Hij was totaal verrast toen hij bij de ontvangst nog net niet werd gelauwerd. Zijn bescheidenheid siert hem, maar zijn foto hangt volkomen terecht op de tentoonstelling over de gifgasaanval, als van een van de journalisten die ervoor zorgde dat de wereld ervan afwist. Wat hem die status heeft gekost, en nog kost, komt nu omhoog tussen zijn aantekeningen.
Het maakt het boek een interessante combinatie van de herinneringen van
een verslaggever die als kind met soldaatjes speelde en geïnteresseerd is gebleven in oorlog, en een les over de Koerden. Van iemand die zichzelf beschrijft als een korteafstandsloper – wat er wel toe leidt dat het boek vooral aantekeningen biedt en best iets meer analyse had kunnen gebruiken.
Het houdt nooit op voor de Koerden, is zijn conclusie. Het: de strijd en het slachtofferschap. Inderdaad. Toen het boek al af was, nam het Iraakse leger de Yezidi-provincie Sinjar over van de Koerden, en verjoegen de Turken de Koerdische bevolking uit het Syrische Afrin. Het kon niet meer mee. Maar zelfs als dat wel had gekund, zou er vast weer een volgend incident zijn geweest.
Kees Schaepman: Halabja, aantekeningen bij de strijd om Koerdistan. Uitgeverij Walburg Pers, ISBN 9789462493100, 144 pagina’s, € 19,95
Praat mee