Dagelijks lezen verdwijnt als bezigheid
Nederlanders kiezen er steeds minder voor om zich met één medium per keer bezig te houden. Het is multitasking dat de klok slaat: meerdere dingen tegelijk doen. Dagelijks lezen in krant, tijdschrift en boek is er voor ruim de helft van ons niet meer bij, concludeert het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) in de recentste rapportage Media: Tijd in Beeld. Volgens het SCP zijn er inmiddels duidelijke verschillen tussen jongeren en ouderen en hoger- en lageropgeleiden. Ouderen lezer meer, terwijl jongeren vooral communiceren. Lageropgeleiden kijken minder via moderne technieken als uitgesteld kijken of uitzendingemist-sites - maar houden het bij vaste tijden, zoals het moment van uitzenden. Ook volgen zij meer vaste patronen, terwijl hogeropgeleiden zich vaker van uitgesteld kijken en wisselende programma's bedienen. Lager opgeleiden kijken een uur meer video, dat deels ook via bijvoorbeeld YouTube wordt bekeken.
Vooralsnog overheerst het ‘klassieke’ kijken: lineair (dus op het moment van een tv-uitzending) en via een vast tv-toestel. Mobiel kijken doet minder dan een op de tien Nederlanders, via een computer of laptop (zeven procent) of via tablet of mobiele telefoon (drie procent).
Dagelijks lezen in een boek, tijdschrift of krant zoals gezegd is voor minder dan de helft van de Nederlanders nog een vanzelfsprekende bezigheid. Zelfs als het digitale lezen erbij wordt geteld, ging het in 2013 om nog geen tien minuten per dag voor net de helft van de bevolking. Apart is wel dat lezen van papier veruit de voorkeur heeft. Apparatuur als tablet of smartphone is goed voor vier procent van de leesmethode, gevolgd door pc/laptop met drie procent. Negen procent gebruikt een specifieke nieuwsapp tegen vijf procent die een digitale krant leest. Nieuwssites worden in gelijke mate met desktop/laptop/tablet en mobiele telefoon gebruikt, aldus het SCP.
Praat mee
3 reacties
E. Grimm, 20 februari 2015, 14:05
Als je echt wilt weten hoe het zit met bereik van dagbladen (print dagelijks 56%!) en tijdschriften, dan kun je beter de NOM Printmonitor raadplegen. http://www.nommedia.nl/upload/documenten/nom-website-gemiddeld-bereik-npm-2013-ii-2014-i.pdf
In tegenstelling tot een week veldwerk bij Media:tijd meet NOM het hele jaar door. Ook is de steekproef 7 x groter. NOM is nauwkeuriger door bij de bereikmeting logo’s en covers te gebruiken.
Frank Huysmans, 20 februari 2015, 14:30
@Erik: je hebt zeker gelijk als je zou stellen (doe je dat?) dat de meting in het SCP-onderzoek slechts het bereik op een enkele dag (in september of oktober 2013) weergeeft. Voor een momentopname kun je dus inderdaad beter terecht bij de NOM Printmonitor.
Niettemin: de dataverzameling van het SCP, in samenwerking met Kijkonderzoek, Luisteronderzoek en ook… het NOM zelf) betreft
een follow-up onder respondenten van datzelfde NOM-onderzoek. En wat de _trend_ in het lezen (en de oplages) van dagbladen betreft: zou je willen volhouden dat die niet daalt…?
E. Grimm, 20 februari 2015, 15:35
@frank Voor het bereik op een willekeurige dag is de NOM Printmonitor idd een stuk nauwkeuriger. Media:tijd zit goed in elkaar, maar het veldwerk is korter en de steekproef kleiner. Het onderzoek heeft ook een ander doel dan bereik vaststellen.
Volhouden dat lezen van print niet (geleidelijk) afneemt, doe ik niet. (Dat 56% van de Nederlanders een krant leest is overigens verre van marginaal) Ik vind het veel belangrijker om te kunnen zien wat alle mediakanalen van nieuwsmerken bij elkaar doen. Dan krijg je pas echt een goed beeld van de “performance” van deze merken. Daarover staat deze week een interessant artikel in Adformatie.