China dwingt financieel journalist tot ‘bekentenis’ op tv
Een prominente Chinese financiële journalist heeft op staatstelevisie een publieke bekentenis moeten afleggen dat zijn verslaggeving 'paniek en onrust' teweeg heeft gebracht op de beurs. Wang Xiaolu van het zakelijke tijdschrift Caijing is een van ruim 200 mensen die voor het 'online verspreiden van geruchten' zijn bestraft. De Chinese markten zijn sinds juni in een duikvlucht gekomen, waarbij 40 procent van de waarde is uitgewist, aldus de Financial Times.
Internationaal is er afkeurend op de bekentenis gereageerd. Wang moest onder meer zeggen dat zijn journalistieke methodiek ‘abormaal’ was geweest - wat zoveel betekent dat hij uit privégesprekken zou hebben geciteerd. Ook zou hij hebben geweten dat zijn stukken een negatieve impact op de markt zou hebben. “Ik had het niet moeten uitbrengen tijdens zo’n gevoelige periode”, aldus Wang.
De journalist bekende verder dat het bij de verslaggeving vooral ging om zelfverheerlijking en dat hij het land en investeerders met zijn werk ernstig had geschaad. “Ik erken en betreur dat. Ik ben bereid mijn misdaad op te biechten”, aldus Wang.
Volgens de onafhankelijke uitgave China Digital Times hebben de Chinese autoriteiten sinds de onrust op de markten begon een richtlijn uitgegeven om financiële verslaggeving te beperken. Onder meer ‘het overdrijven van paniek of verdriet’ of het gebruik van emotioneel geladen woorden als piek, ineenstorting of malaise moesten worden vermeden.
Volgens de Financial Times [betaalmuur] vermijden de staatsmedia zakelijke berichtgeving, ondanks de neerwaartse spiraal van de Chinese markten.
Praat mee