Charlie Hebdo moet wekelijks 15.000 bladen verkopen om beveiligingskosten te kunnen betalen

Drie jaar geleden werd Frankrijk opgeschrikt door de aanslagen op het satirische weekblad Charlie Hebdo en een Joodse winkel in Parijs. Daarbij kwamen zeventien mensen om het leven, van wie elf bij Charlie Hebdo. Mensen betuigden steun aan het weekblad met de hashtag #JeSuisCharlie. De oplage van het weekblad liep op van tienduizenden per week naar miljoenen. Nu moeten er 15.000 bladen per week worden verkocht om de beveiligingskosten van 1,5 miljoen euro te kunnen bekostigen. Het blad zit bijna aan de grond.
De oplage is weer terug naar tienduizenden per week. Waarom? Bijna niemand meer is Charlie. “We worden niet meer gesteund door het land”, vertelt Charlie Hebdo-journalist Guillaume Erner. “Het land wil dat we engelen zijn, maar wij zijn totaal geen engelen.”
De gemiddelde verkoopcijfers van het blad ging na de aanslag gestaag omhoog. Waar voor de aanslag nog 25.000 mensen het blad kopen, is de weekoplage in de weken na de aanslag ongeveer 260.000. Inmiddels is de oplage weer bijna gelijk: ongeveer 30.000 mensen kopen het blad elke week.
In de nieuwste oplage bespreekt de hoofdredacteur de problemen. “Elke week moeten minstens 15.000 exemplaren, of bijna 800.000 exemplaren per jaar, verkocht worden, enkel om de lokalen van Charlie Hebdo te beveiligen”, aldus Riss, alias Laurent Sourisseau, in het editoriaal met als titel"De vrijheid van meningsuiting, hoeveel kost die?”.
“Is het normaal dat een krant in een democratisch land meer dan de helft van de exemplaren die in de winkel verkocht worden, moet investeren in de beveiliging van de kantoren en de journalisten die er werken? Welke ander medium in Frankrijk moet zoveel geld investeren om de fundamentele vrijheid van meningsuiting te kunnen gebruiken?”, vraagt hij zich af. Meer bij de NOS / Het Laatste Nieuws
Praat mee