Brenninkmeijer op bres voor openbaarheid
Minister Donner heeft de ingrijpende plannen voor afbraak van de Wet Openbaarheid van Bestuur (WOB) een stuk afgezwakt. Maar op wat de bewindsman wel wil, is nog steeds fikse kritiek. Intussen heeft de Nationale Ombudsman zich zeer nadrukkelijk in het debat gemengd. Een tussenstand.
Een storm van kritiek stak op na 3 mei 2011. Op de Dag van de Persvrijheid hield minister Donner een geruchtmakende toespraak waaruit bleek dat hij weinig op heeft met openbaarheid. Terwijl de WOB is bedoeld om burgers de gelegenheid te geven bestuurlijke besluitvormingsprocessen te doorzien, kondigde de minister doodleuk aan dat vooral het eindresultaat naar buiten zou moeten komen. ‘Openbaarheid heeft primair betrekking op de uitkomst, maar slechts beperkt op de totstandkoming van besluiten. Het is met besluiten zoals Bismarck ooit over wetten opmerkte: “Wetten zijn als worstjes. Je kunt maar beter niet zien hoe ze gemaakt zijn”.’
Op 21 mei liet Donner opnieuw van zich horen. Hij stuurde een brief aan de Tweede Kamer waarin hij zijn concrete WOB-plannen ontvouwde. De inhoud van die brief bleek minder ingrijpend dan verwacht. Zo was het worstjesverhaal verdwenen. De Nederlandse Vereniging van Journalisten (NVJ) was zelfs aangenaam verrast dat de minister aankondigde een gesprek te willen. Een voorganger als Guusje ter Horst was helemaal niet bereid over de WOB te praten.
Nog voor de zomer stuurde de NVJ een uitvoerige WOB-brief (.pdf) aan minister en Kamer. Daarin wordt nogmaals gewezen op de resultaten van het WOB-onderzoek onder journalisten dat op NVJ-verzoek is uitgevoerd door de Rijksuniversiteit Groningen. Donner besteedt in zijn brief aan de Tweede Kamer alleen aandacht aan WOB-onderzoeken onder overheidsorganen. Daardoor ontstaat in de ogen van de NVJ ten onrechte het beeld dat de burger, en dus ook de journalist, met tal van klachten aan de zijlijn staat in een sfeer waarin openbaarheid in overheidskringen alleen maar als lastig wordt ervaren.
Inmiddels heeft de Nationale Ombudsman, Alex Brenninkmeijer, zich nadrukkelijk in het debat gemengd. Hij deed dat als spreker tijdens een congres op de Right to Know Day, 28 september, aan de Rijksuniversiteit Groningen. En een dag later herhaalde de ombudsman zijn uiterst kritische boodschap in de Tweede Kamer. Daar hield de Kamercommissie voor Binnenlandse Zaken een rondetafelgesprek over de WOB. Een groot aantal betrokkenen mocht hun zegje doen. Op zich verheugend, want de afgelopen jaren lieten politici, met uitzondering van met name GroenLinks, zich weinig aan de WOB gelegen liggen. De WOB leidt volgens de ombudsman tot het tegendeel van openbaarheid: de wet wordt in de praktijk door de overheid misbruikt om weigeringsgronden te vinden en juridische barrières op te werpen voor burgers en journalisten die tijdig relevante informatie zoeken.
‘In de afgelopen jaren zijn er talloze gevallen bekend waarin de overheid al dan niet welbewust informatie heeft achtergehouden, informatievoorziening getraineerd heeft, onnodige juridische procedures heeft gevoerd en informatie verdraaid of gekleurd heeft.’ Kern van het verhaal (.pdf) van Brenninkmeijer:
• Het grote belang van openbaarheid voor vertrouwen van de burger in rechtsstaat en democratie wordt tot op heden miskend;
• De overheid maakt van het al dan niet openbaar maken van stukken te gemakkelijk een juridisch steekspel;
• De WOB moet afgeschaft worden en in plaats daarvan moet een nieuw openbaarheidsregime voor de overheid ontworpen worden.
Brenninkmeijer heeft aangekondigd zijn bevindingen te zullen samenbrengen in een advies, waarbij hij tot concrete aanbevelingen komt. Waar in een la op het ministerie ook nog een wetsontwerp ligt waar toenmalig minister Pechtold ooit om heeft gevraagd en waar GroenLinks een eigen wetsvoorstel heeft aangekondigd, heeft de politiek op korte termijn meer dan voldoende materiaal voor een serieuze
discussie.
Praat mee