Archiefwet op de schop

De regels voor archiefgebruik door de overheid gaan op de schop. De oude Archiefwet, die dateert uit 1995, is volgens het kabinet niet meer van deze tijd en gaat zich daarom meer richten op het 'digitale tijdperk'. De ministerraad heeft hiermee ingestemd op voorstel van minister Slob voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media.
Overheidsinstanties, waaronder gemeenten en de Rijksoverheid, krijgen tien jaar de tijd om belangrijke informatie te archiveren in plaats van de twintig jaar die er nu voor staat. Dat is volgens het kabinet nodig omdat digitale informatie snel versnippert en software veroudert.
Naast het verkorten van de termijn om informatie over te brengen, regelt de nieuwe wet ook dat overheidsorganisaties duidelijker motiveren wanneer bepaalde informatie niet openbaar gemaakt mag worden. Ook worden overheden verplicht een archivaris aan te stellen. Ook worden overheden verplicht een archivaris aan te stellen.
Overheden moeten ook met de nieuwe wet van tevoren zelf bedenken en vastleggen wat voor soort informatie belangrijk genoeg is om te bewaren. Het gaat dan bijvoorbeeld om contracten, besluiten en om verslagen waarin is opgeschreven hoe bepaalde besluiten tot stand zijn gekomen. Dat kunnen documenten zijn maar ook websites en e-mails.
Met uitzondering van onder meer staatsgeheimen en persoonsgegevens is informatie die in de archieven wordt opgeslagen publiek toegankelijk. Meer bij Rijksoverheid
Praat mee