‘Zaak Brandt Corstius had niet in media uitgevochten moeten worden’

De aantijging van seksueel misbruik die gedaan werd door journalist Jelle Brandt Corstius, en het verweer daartegen van televisieproducent Gijs van Dam, hadden niet in de media uitgevochten moeten worden. Dat stelt advocaat Richard Korver in gesprek met NU.nl.
Korver vindt dat er “levensgrote risico’s” kleven aan het uitvechten van dit soort zaken in de media. “We leven wel in een rechtsstaat en zoals het nu is gegaan is wat mij betreft onwenselijk”, aldus Korver, die ook voorzitter is van de Stichting Landelijk Advocaten Netwerk Gewelds- en Zeden Slachtoffers. “Je kunt op deze manier een rechtszaak kapot maken voordat die is begonnen.”
Bart Swier, advocaat gespecialiseerd in strafrecht en zedendelicten, is het daarmee eens. De gevolgen van het feit dat de zaak eerst in de media terecht is gekomen zijn volgens hem rampzalig. “Je kunt namelijk nooit meer tot een zorgvuldige waarheidsvinding komen. Iedereen die zou kunnen getuigen is al beïnvloed. Laat dit een les zijn voor iedereen. Je moet een strafzaak niet in de media beginnen.”
Ook op de redactie van Trouw zijn vragen ontstaan over de journalistieke aanpak rond de zaak, schrijft ombudsman Adri Vermaat vrijdag (betaalde link, via Blendle). Toch blijft de hoofdredactie achter zijn publicaties rondom de zaak staan. “Het journalistieke nadeel van een persoonlijke brief in de nieuwssfeer is dat een redactie er inhoudelijk weinig grip op heeft”, aldus Vermaat. “Des te meer vraagt ze journalistieke aandacht. In een interview kan een redacteur kritische vragen over de inhoud stellen, tegenwerpingen doen, doorzagen. In de gekozen vorm van een brief is dat minder het geval. De intentie van Brandt Corstius was onder woorden te brengen hoe frustrerend het is voor slachtoffers van seksuele intimidatie- en geweld hun verhaal niet te kunnen doen. De hoofdredactie van Trouw gaf hem dat podium.”
Praat mee