Wet Bronbescherming en bijbehorende aanwijzing van kracht
De Wet Bronbescherming in Strafzaken geldt vandaag, na een discussie en wetgevend traject van 30 jaar. Tegelijk is ook de nieuwe 'Aanwijzing toepassing dwangmiddelen en opsporingsbevoegdheden bij journalisten' van het Openbaar Ministerie vandaag in werking getreden. Het is een beleidsdocument met dwingende regels met betrekking tot de uitoefening van taken en bevoegdheden van het Openbaar Ministerie.
Het OM over de aanwijzing en de nieuwe wet: ‘De Aanwijzing was aan verduidelijking toe nadat eerder dit jaar op drie verschillende parketten drie zaken speelden waarin sprake was van een schending van het recht op bronbescherming. Daarnaast nam de Eerste Kamer in juli het wetsvoorstel ‘Bronbescherming in strafzaken’ aan waarin de bronbescherming van journalisten wettelijk is vastgesteld. Deze wet treedt 1 oktober in werking en heeft gevolgen voor de huidige aanwijzing die het OM hanteert, en de Aanwijzing is daarom aangepast. De nieuwe Aanwijzing is aangescherpt en verduidelijkt, om eventuele interpretatieruimte weg te nemen’.
Belangrijkste punten uit de nieuwe aanwijzing zijn wat het OM betreft dat de interne afstemmingsprocedure licht is aangescherpt. De hoofdofficier moet voortaan instemmen met de toepassing van het dwangmiddel en het College van Procureurs generaal moet voorafgaand in kennis is gesteld.
Daarnaast geeft de nieuwe aanwijzing als criterium voor het toepassen van dwangmiddelen een voor de praktijk beter hanteerbaar criterium. Aan toepassing van dwangmiddelen bij journalisten kan worden gedacht bij ernstige feiten waarop volgens de wet een gevangenisstraf van 12 jaar of meer staat. Daarbij moet altijd de proportionaliteit en subsidiariteit worden getoetst.
Thomas Bruning van de NVJ is blij dat de Wet Bronbescherming in Strafzaken nu eindelijk van kracht is. ‘Te lang werd bronbescherming door de politiek gezien als “een privilege van journalisten”, dat ze alleen bij goed gedrag zouden verdienen. De kern is echter dat het geen voorrecht voor journalisten is, maar dat het bij dit recht gaat om de bescherming van de achterliggende bronnen van journalisten. Daarvoor is geen scherpe definitie of ethische regulering van het vak nodig. Klokkenluiders betalen vaak een hoge prijs voor hun rol richting de media. Daarom is het garanderen van anonimiteit bij een gang naar de media van wezenlijk belang. Bronnen moeten een stem krijgen en naar buiten kunnen komen, zonder dat ze kwetsbaar zijn. Alleen dan kan de journalistiek goed functioneren en krijgt ze inzicht en toegang tot misstanden.’
Meer bij het Openbaar Ministerie en de NVJ.
Praat mee