Voor de deepfake van Sedar waren maar twee foto’s beschikbaar
Het was zonder twijfel de meest opvallende scène in de documentaire Spreek! Nu!. De kijker zag op zijn scherm de in 2003 doodgeschoten Sedar Soares een oproep doen aan de dader en getuigen om zich te melden.
De oproep, die ook te zien was in Opsporing Verzocht, kon wereldwijd op veel aandacht rekenen. Het was voor zover bekend de eerste keer dat deepfake-technologie werd gebruikt om een gedood slachtoffer van een misdrijf weer tot leven te wekken.
Artikel gaat verder onder de video
Deepfake met twee foto’s
Om zo’n deepfake te maken, analyseert kunstmatige intelligentie allereerst talloze beelden van iemands gezicht. Aan de hand van de kennis die het systeem opdoet, kan hij vervolgens nieuwe beelden van het betreffende gezicht maken en het gezicht ook laten bewegen. De technologie wordt onder andere toegepast in de filmwereld.
Het maken van de deepfake van Sedar was een uitdaging, vertelt AI-expert Bob de Jong. Acht maanden geleden werd hij door Daan Annegarn, recherchedeskundige bij de politie, gevraagd de deepfake te maken. Voor een goede deepfake heb je duizenden foto’s van iemand nodig, die ook nog eens een hoge resolutie moeten hebben. In het geval van Sedar, die 13 jaar was toen hij werd doodgeschoten, waren die foto’s er niet.
“De familie kon ons twee foto’s geven, die niet van hele hoge kwaliteit waren”, aldus De Jong. Dat de kwaliteit van de foto’s relatief laag was is volgens hem logisch. In 2003 waren camera’s immers een stuk minder ver ontwikkeld dan nu. “Ik heb allereerst een algoritme gebruikt om de beelden op te schalen. Daarna ben ik de kunstmatige intelligentie gaan trainen. Pas toen het ernaar uitzag dat het toch zou gaan lukken, zijn we plannen gaan maken om de oproep te gaan filmen.”
Hoewel het ongeoefend oog ziet dat er ‘iets is’ met het gezicht van Sedar, is het resultaat met die kennis in het achterhoofd indrukwekkend. In die video loopt een stand-in – met het gezicht van Sedar over zijn eigen hoofd geprojecteerd – over een voetbalveld. Hij wordt omringd door de familie en andere bekenden van de doodgeschoten jongen. “Het filmen was emotioneel”, aldus De Jong. “Deze mensen waren voor het laatst allemaal samen bij de uitvaart.”
Meer journalistieke toepassingen
Vlak na de uitzending waren al meer dan dertig nieuwe tips binnen gekomen. De Jong kijkt terug op een geslaagd project, dat niet alleen voor de politie een unicum was maar ook voor de media. De Jong ziet ook andere mogelijke toepassingen van deepfakes voor de journalistiek. “Je kunt met deze technologie mensen ergens laten zien waar ze niet zijn. Wanneer je een documentaire maakt over iemand die is overleden, kun je hem terughalen.”
“Je kunt er ook niet-bestaande mensen mee maken”, vervolgt De Jong. “Die zou je in kunnen zetten op het moment waarop je iemand anoniem het woord laat doen. Waar je in zulke gevallen nu nog een schaduw ziet en een vervormde stem hoort, kun je een deepfake laten zien.”
Lees ook: Deepfakes: wat als artificial intelligence je voor de gek houdt?
Praat mee