mgm nvj maart

— vrijdag 13 september 2013, 08:52 | 0 reacties, praat mee

Volg journalis­tieke ­idealen en blijf relevant

Volg journalis­tieke ­idealen en blijf relevant

Is er nog ruimte voor idealen in de journalistiek? Sceptici betwijfelen het. Sander Zurhake (29) betoogt dat het volgen van journalistieke idealen juist een van de weinige routes is om een betaalde journalist te blijven of te worden. Laatste wijziging: 17 april 2014, 16:05

‘Als je nog steeds interesse hebt, dan is er plek voor je in de groep’, klinkt het aan de andere kant van de telefoonlijn. Ik onderdruk de neiging om te gaan juichen. Zojuist is mij een positie aangeboden bij de nieuwe masterclass onderzoeksjournalistiek van De Groene Amsterdammer. De vraag ‘als’ is voor mij niet aan de orde. Het is een buitenkans.

Ja, het betekent bijna een half jaar lang keihard én onbetaald werken. Maar ik beschouw het in deze tijd als een mazzeltje om zinvol te kunnen investeren in mijn onderzoeksvaardigheden. Stilstand in de huidige journalistieke wereld is zelfmoord. Wil je op niveau blijven voor diepgaande verslaggeving, dan moet je naast het bijhouden van de technologische mogelijkheden ook je inhoudelijke kennis van complexe dossiers continu verbreden en verdiepen. De toekomst voor een betaalde journalist ligt daar. Want dat er een markt ís voor betaalde online kwaliteitsjournalistiek wordt steeds duidelijker.

Het is zichtbaar bij kranten als NRC Handelsblad, de Volkskrant en het Financieele Dagblad. Zij transformeren van klassieke massamedia die voornamelijk informatie van derden doorgeven, tot kenniscentra die eigen informatie en inzichten van toegevoegde waarde produceren. Analyses, beschouwingen, achtergronden en onderzoeksjournalistiek voeren nog meer de boventoon dan voorheen. Dit uit zich positief in de oplagecijfers.

Het is raadzaam om voorzichtig te zijn en niet voortijdig de victorie te kraaien. Maar de keuze om de nadruk nog meer op de niche van kwaliteitsjournalistiek te leggen wordt door nieuwsvolgers gewaardeerd.

Volgens de cijfers van HOI stabiliseert de betaalde papieren oplage van de NRC, Volkskrant en het Financieele Dagblad en is het sinds het eerste kwartaal van 2011 blijven schommelen rond respectievelijk 180.000, 232.000 en 50.000 exemplaren. De betaalde online oplage stijgt gestaag bij de NRC en de Volkskrant met 17 en 13 procent tot ruim 21.000 en 45.000 digitale exemplaren op de tablet.

Het specialistische FD steeg in 2012 online nog sterker. Van 10.000 naar ruim 16.000 abonnees. Volgens Eugenie van Wiechen, directeur-uitgever van de FD Mediagroep, een indicatie dat lezers ‘de content van het FD als relevant ervaren en de distributievorm daaraan ondergeschikt is’.

De New York Times heeft hetzelfde bereikt met de bredere kwaliteitsjournalistiek. In 2009 werden de overlijdensberichten voor het met zware verliezen kampende bedrijf alvast geschreven, maar de dalende papieren oplage is inmiddels gestabiliseerd. En de snel groeiende digitale oplage van 640.000 betalende abonnees heeft de discussie over het nut van een digitale betaalmuur gesmoord. 65 procent van deze abonnees is nieuw bij de Times en is niet van abonnement geruild. Een nieuwe betalende lezersgroep die voorheen de krant niet las lijkt gevonden. Bijzonder.

Ze hebben dat voor elkaar gekregen door journalistieke zwaargewichten sinds enkele jaren standaard samen te laten werken met technologische slimmeriken. Vernieuwende vormen van crossmediale verslaggeving, onderzoek en datajournalistiek zijn eruit voortgekomen.

De productie Casualties of War (http://tek.st/5r) bijvoorbeeld. De interactieve website van het project opent met een mozaïek van foto’s van gesneuvelde militairen. Klik op een gezicht en je kunt dankzij de gelinkte databases zien waar hij of zij vandaan kwam. Het zorgt er ook voor dat je de overkoepelende demografie van de gesneuvelden kunt doorgronden. Dit alles wordt vergezeld door uitgebreide geschreven reportages en interviews met nabestaanden in audiovisuele vorm.

Een ander voorbeeld is de database van het journalistieke non-profit onderzoeksbureau ProPublica waar de Times vaak mee samen werkt. Je kunt als Amerikaan via deze database zien in welke mate jouw arts of ziekenhuis wordt gefinancierd door de farmaceutische industrie. Interactieve onderzoeksjournalistiek die relevant is voor de gezondheid van lezers.

Deze experimenten zijn een vernieuwende manier om als nieuwsmedium weer het ultieme journalistieke ideaal te belichamen door een maatschappelijke spiegel te zijn die ook de fouten binnen de structuren van onze samenlevingen reflecteert en maatschappelijke zelfverbetering aanjaagt.

Volgens Aron Philhofer, de chef van de Times’ internetredactie, hebben ze zo weer het gezag en aanzien van hun journalistiek hersteld, maar nu ook op het internet. In New York Magazine zegt hij daarover: ‘We binden online lezers aan het specifieke journalistieke merk van de Times door ze gepassioneerd te maken over de waarde van reportage. Daarom moet alles wat we doen voldoen aan de (hoge) standaard van de New York Times. Alles. En mensen op internet vinden juist dat fantastisch.’

Deze crossmediale vorm van journalistiek die extra diepte krijgt door zelfgemaakte databases staat in Nederland nog in de kinderschoenen. Maar als we de bij De Correspondent aangestelde datajournalist Dimitri Tokmetzis mogen geloven wordt zijn redactie de Nederlandse pionier. Door de ruim 20.000 online abonnees van dit nieuwe platform, gecombineerd met de gestabiliseerde papieren en groeiende online oplage van de traditionele media, durf ik te zeggen dat er een markt is voor journalistiek waar men voor wil betalen.

Maar hoe kom je als journalist op het niveau om via jouw werk een goede maatschappelijke spiegel te kunnen zijn? Is een vierjarige opleiding aan de School voor de Journalistiek bijvoorbeeld nog voldoende?

Waarschijnlijk niet. Vijf jaar geleden liep ik als afsluiting van mijn opleiding aan de Utrechtse School voor Journalistiek een goede stage bij de NRC, hetgeen werd beloond met een parttime baan als internetredacteur bij de politieke redactie. De techniek van een verhaal schrijven zat er goed in, maar de oorzaken van de zojuist uitgebroken kredietcrisis snel kunnen doorgronden was voor mij als beginnende journalist lastig.

Toen al besefte ik dat de tijd om in een mum van tijd een ‘deskundige’ te worden definitief voorbij is. Op dat niveau zitten lezers dankzij het internet nu zelf. Echte deskundigheid, bijvoorbeeld via een goed aangeschreven onderzoeksmaster, is naast journalistieke training voor een verslaggever daarom onontbeerlijk geworden om als informatiebron relevant te blijven.

Zeker nu elke burger via sociale media een nieuwsverspreider is, moet je je kwalitatief kunnen onderscheiden. Het maakt het verschil tussen een amateur en een beroeps. Tussen gratis en betaalde informatie.

Kies een inhoudelijke studie op het gebied van de poli­tiek, de economie, ons rechtssysteem of de ge­zond­heids­zorg. Het zijn deze sectoren die de sociale dynamiek van onze wereld reguleren en elke lezer krijgt er mee te maken.

Daarnaast verbleken de competenties van het hoger beroepsonderwijs bij de intellectuele bagage en onderzoeksvaardigheden die je verzamelt bij deze studies. De kunst is om het journalistiek relevant te maken.

Zo combineert Joris Luyendijk antropologische kennis met zijn praktische journalistiek om de financiële wereld in kaart te brengen en begrijpelijk te maken. De kennis van institutionele machtsstructuren, opgedaan tijdens een internationale onderzoeksmaster in conflict studies en mensenrechten, hielp mij als journalist voor de GPD om de bestuurlijke redenen achter onze verzwakte waterverdediging te doorgronden en uit te leggen.

Het is deze soort kennis die technologie niet kan vervangen. Journalisten die het bezitten zullen in de toekomst als informatiebron relevant blijven voor lezers en daarmee ook voor werkgevers.

Dus, volg het ideaal van de kwaliteitsjournalistiek, die via reflectieve berichtgeving maatschappelijke zelfverbetering probeert te bevorderen, en ijver om de beste journalist te worden die je kunt zijn. Daar horen moeilijke studies, lange werkdagen, slecht betaalde stages en een intrinsieke wil voor continue zelfverbetering gewoon bij.

Dit prachtige vak verdient deze investeringen van onze kant. Ik probeer hieraan te voldoen via de masterclass bij De Groene. Mijn gewenste toegevoegde waarde voor ons beroep – datajournalistiek – staat in ieder geval op het programma.

Bekijk meer van

Dossiers

Tip de redactie

Logo Publeaks Wil je Villamedia tippen, maar is dat te gevoelig voor een gewone mail? Villamedia is aangesloten bij Publeaks, het platform waarmee je veilig en volledig anoniem materiaal met de redactie kunt delen: publeaks.nl/villamedia

Praat mee

Colofon

Villamedia is een uitgave van Villamedia Uitgeverij BV

Uitgever

Dolf Rogmans

Postadres

Villamedia Uitgeverij BV
Postbus 75997
1070 AZ Amsterdam

Bezoekadres

Johannes Vermeerstraat 22
1071 DR Amsterdam

Factuurgegevens

Villamedia Uitgeverij BV
Johannes Vermeerstraat 22
1071 DR Amsterdam

Contact

redactie@villamedia.nl

Redactie (tips?)

Chris Helt, hoofdredacteur

Marjolein Slats, adjunct-hoofdredacteur

Linda Nab, redacteur

Lars Pasveer, redacteur

Trudy Brandenburg-Van de Ven, redacteur

Rutger de Quay, redacteur

Nick Kivits, redacteur

Sales

Sofia van Wijk

Emiel Smit

Teddy van der Laan

Webbeheer

Marc Willemsen

Vacatures & advertenties

vacatures@villamedia.nl

Bereik

Villamedia trekt maandelijks gemiddeld 120.000 unieke bezoekers. De bezoekers genereren momenteel zo’n 800.000 pageviews.

Rechten

Villamedia heeft zich ingespannen om alle rechthebbenden van beelden en teksten te achterhalen. Meen je rechten te kunnen doen gelden, dan kun je je bij ons melden.