word studentlid

— zaterdag 11 februari 2012, 08:53 | 0 reacties, praat mee

Van Arabische Lente naar Belgische winter

Van Arabische Lente naar Belgische winter

De Vlaamse Leen Vervaeke werkte zes jaar op de buitenlandredactie van de Volkskrant. Vorig jaar deed ze verslag van de Arabische Lente in Tunesië en schreef daar ‘De Jasmijnrevolutie’ over. Dat boek presenteert ze volgende week in België, waar ze onlangs naar is teruggekeerd. Laatste wijziging: 14 februari 2013, 16:54

Leen Vervaeke (29) zwaait de deur van La Villette open, het meest Belgische eetcafé dat ze kon bedenken. Hier staan mosselen op het menu en wordt vlees en vis geserveerd met Vlaamse frieten en sauzen gemaakt van allerhande biersoorten. We zijn in Brussel, op steenworp afstand van het Sint Katelijneplein en Vervaekes nieuwe woning. Een halfjaar geleden verwisselde ze haar vaste baan op de buitenlandredactie van de Volkskrant voor het freelance correspondentschap in België.

Het is een bijzondere post voor Vervaeke – geboren en getogen in het West Vlaamse dorpje Sint-Eloois-Winkel – en niet direct de eerste post die in haar opkwam toen ze besloot dat ze naar het buitenland wilde. ‘Als buitenlandredacteur zit je veel achter je bureau en de reizen die je maakt zijn vaak kort. Ik wilde op pad, een nieuw land leren kennen.’

Maar de plekken lagen niet voor het oprapen en dat maakte Vervaeke snel ongeduldig. ‘Tot mijn vriend ineens zei: jullie hebben toch niemand in België? Ik dacht in eerste instantie: België? Daar gaan we wel heen als we met pensioen zijn.’

Niet het ‘nieuwe land’ dat je in gedachten had.
‘Nee. Maar goed, het begon toch een beetje te leven tot ik dacht: het is eigenlijk wel een goed idee. In zekere zin is België namelijk ook een heel nieuw land, al heb ik er 22 jaar gewoond voor ik naar Nederland kwam. Natuurlijk heb ik de afgelopen zeven jaar de Belgische kranten gelezen. Ik wist van de ontevredenheid, de verharding van Vlamingen ten opzichte van de Walen. Maar nu ik eenmaal terug ben, verbaast het me dat het in persoonlijke gesprekken en in de media zo vaak naar boven komt. In een gesprek over een onderwerp dat niet eens zozeer politiek is, kan plots iemand zeggen: “Ja, die Walen hè?”’

Vroeger had je het daar niet over?
‘Zelden. Wallonië was een beetje buitenland, eigenlijk. Iedereen ging z’n eigen gangetje. Vergelijkbaar met hoe er in Nederland vroeger tegen de multiculturele samenleving werd aangekeken; je had er geen last van maar ook geen band mee. En nu zijn we ons op een overdreven manier ineens heel bewust van die ander.’

Het besef dat er iets om moest in haar leven, kreeg Vervaeke in januari van vorig jaar toen ze in Tunesië verslag deed van het ‘laboratorium van de Arabische Lente’. ‘Daar merkte ik dat ik op pad gaan, in de raarste situaties terecht komen, nieuwe mensen leren kennen en grote reportages maken het leukste vind dat er is.’ Dat juist Vervaeke afreisde naar Tunesië kwam door een samenloop van omstandigheden. Precies op het moment dat het er echt begon te rommelen, bleken de twee specialisten op het gebied van de Arabische wereld afwezig. Toen de vraag kwam wie van de buitenlandredactie nog dezelfde dag op het vliegtuig naar Tunis kon stappen, stak ze aarzelend haar hand op. Tuurlijk, ze had in Kosovo wel eens een paar grensposten in brand zien gaan en in Griekenland zag ze hoe een paar extreemlinkse types marmeren tegels naar de hoofden van politieagenten smeten. Maar dit was hele andere koek. Kans op ongecontroleerde schietpartijen of burgeroorlog. Kans om op het verkeerde moment, op de verkeerde plek te zijn.

‘Ik twijfelde’, zegt ze. ‘Misschien was het gevaarlijk, en aan de andere kant kon het een fantastische kans zijn.’ Uiteindelijk landde haar vliegtuig op 13 januari in Tunis, een dag voor de val van het regime van dictator Ben Ali. Onder haar arm had ze een pakketje rapporten over het land, die een collega nog snel voor haar had uitgeprint en een A4tje met telefoonnummers van lokale contacten.

Ik leerde Vervaeke vier jaar geleden kennen toen ik stage liep op de buitenlandredactie van de Volkskrant. Ze stond toen op het punt om naar Kosovo af te reizen, waar de onafhankelijkheid zou worden getekend en waar het om die reden wat onrustig was. Ik herinner me hoe ze mopperend terugkwam; ze had zich groen en geel geërgerd aan het gekliek van het journaille, dat elkaar zat op te jagen in één en hetzelfde sterrenhotel.

In haar volgende week te verschijnen boek ‘De Jasmijnrevolutie. Startschot van de Arabische Lente’ schrijft Vervaeke over hoe ze in Tunesië  bewust in een relatief simpel en rustig hotelletje verbleef, terwijl haar collega-journalisten zich even verderop ophielden in het luxueuze hotel Africa.

Wat irriteert je zo aan die journalistenhotels?
‘In Kosovo zaten alle journalisten in een vijfsterrenhotel en op de een of andere manier raakte ik daar ook verzeild. Het was de eerste keer dat ik bij een wereldgebeurtenis aanwezig was waar honderden, misschien wel duizenden journalisten waren. En al die honderden journalisten zaten in hetzelfde hotel waar het wemelde van de camera’s en mensen die druk, gewichtig en geheimzinnig deden of plots ergens heen renden. Ik kreeg er enorme stress van. Want terwijl ik met een Kosovaars omaatje of een Servische boer zat te praten om een idee te krijgen hoe dit land werkte, miste ik blijkbaar iets spannends.

Als ik in een ander hotel zit, merk ik dat niet. De vraag of je op de plaats bent waar het meest interessante gebeurt, blijft altijd stress geven maar ik heb niet het idee dat het helpt om bij al die andere journalisten te zitten. Ik vind dat je moet zien te voorkomen dat je je verhalen afstemt op de ideeën van anderen. Media moeten niet allemaal hetzelfde brengen, een onafhankelijk oordeel is veel interessanter.

Bovendien houd ik niet van die vijfsterrenhotels. Het journalistenhotel in Tunis was een hele mooie wolkenkrabber, daar niet van. Het buffet op de eerste etage was altijd gevuld, ook toen er schaarste was. Ze moeten daar enorme koelcellen hebben gehad. In mijn hotel deden ze erg hun best maar je zag dat het de allerlaatste restjes waren. Maar is dat niet veel beter? Dat je merkt dat de mensen moeite hebben nog een maaltijd te maken?’

In Tunesië verliep de transitie relatief rustig en snel. Daarna volgden onder meer Egypte en Libië. Moest je vechten voor een plekje in de krant over de voortgang in Tunesië?
‘Nee, ik ben nog drie keer teruggeweest. In maart, toen veel mensen uit Libië naar Tunesië vluchtten en in mei zonder specifieke aanleiding. Voor de Arabische Lente in zijn geheel is sowieso veel interesse. Niet alleen in de Volkskrant. Ik heb in veel Nederlandse tijdschriften en kranten ook “zomaar” artikelen over Tunesië of Egypte gezien.’

Het is wel een veel bekritiseerd mechanisme in de journalistiek: er wordt gefocust op een incident en daarna verschuift de aandacht weer snel naar iets anders.
‘Dat is waar. Ik heb het zelf ervaren met de Balkan, wat mijn specialisme op de redactie was. De economische en justitiële problemen daar zijn nog steeds enorm groot, je hebt geen idee. Maar toen de grote incidenten – de onafhankelijkheid van Kosovo, Karadzic opgepakt, Mladic opgepakt – zo’n beetje voorbij waren, moest ik veel moeite doen om de redactie ervan te overtuigen om me nog een keer naar Bosnië te laten gaan. Dan kreeg ik: “Zucht. Bosnië is nu niet in the picture”.

En ik snap dat ook wel; er zijn maar zoveel pagina’s in een krant en dan ga je niet over Bosnië schrijven als het Midden-Oosten in brand staat. Als buitenlandredacteur moet je mee in de journalistieke praktijk, ook al is dat soms raar.’

Je leest nu veel dat ‘de winter nog lang niet voorbij is’ en zelfs dat de Arabische Lente ‘is mislukt’.
‘Dat vind ik onzin. In een jaar tijd is er in Tunesië een dictator afgezet, een interim-regering geweest en er zijn democratische verkiezingen gehouden die eerlijk zijn verlopen. Dat is toch een ongelofelijke verandering?

Westerse waarnemers en ook journalisten wantrouwen – met Iran in hun achterhoofd – de winnaar van de verkiezingen: de islamistische partij Ennahda. Maar Ennahda is geen radicale moslimpartij en op dit moment is er geen aanleiding om te zeggen dat er een theocratie of een nieuwe dictatuur zal komen, integendeel. Sommige media hebben dat wel zo gebracht, vooral middels analisten en commentatoren.

Ik zeg niet dat het slecht is om kritisch en voorzichtig te zijn, maar geef de nieuwe regering een kans. Nog geen jaar na de revolutie kun je geen bloeiende democratie verwachten à la Nederland of België.’ Schamper: ‘En kijk trouwens eens naar België; hoe bloeiend het hier is.’

Wel jammer dat de politieke blokkade in België zo goed als voorbij was toen je terugkeerde.
‘Nee hoor, er wordt gestaakt, er komen nieuwe bezuinigingen aan, er is voor het eerst een Waalse premier: gaat hij aanvaard worden? De pret voor de journalist is hier nog niet voorbij.’

Bekijk meer van

Tip de redactie

Logo Publeaks Wil je Villamedia tippen, maar is dat te gevoelig voor een gewone mail? Villamedia is aangesloten bij Publeaks, het platform waarmee je veilig en volledig anoniem materiaal met de redactie kunt delen: publeaks.nl/villamedia

Praat mee

Colofon

Villamedia is een uitgave van Villamedia Uitgeverij BV

Uitgever

Dolf Rogmans

Postadres

Villamedia Uitgeverij BV
Postbus 75997
1070 AZ Amsterdam

Bezoekadres

Johannes Vermeerstraat 22
1071 DR Amsterdam

Factuurgegevens

Villamedia Uitgeverij BV
Johannes Vermeerstraat 22
1071 DR Amsterdam

Contact

redactie@villamedia.nl

Redactie (tips?)

Chris Helt, hoofdredacteur

Marjolein Slats, adjunct-hoofdredacteur

Linda Nab, redacteur

Lars Pasveer, redacteur

Trudy Brandenburg-Van de Ven, redacteur

Rutger de Quay, redacteur

Sales

Sofia van Wijk

Emiel Smit

Teddy van der Laan

Webbeheer

Marc Willemsen

Vacatures & advertenties

vacatures@villamedia.nl

Bereik

Villamedia trekt maandelijks gemiddeld 120.000 unieke bezoekers. De bezoekers genereren momenteel zo’n 800.000 pageviews.

Rechten

Villamedia heeft zich ingespannen om alle rechthebbenden van beelden en teksten te achterhalen. Meen je rechten te kunnen doen gelden, dan kun je je bij ons melden.