Twee derde van Kamervragen gebaseerd op mediaberichtgeving

Tweede Kamerleden maken gretig gebruik van informatie die door media aan het licht is gebracht. Bij tweederde van de Kamervragen van dit jaar was een bericht of uitzending in de media de aanleiding. Dat blijkt uit een analyse van alle 1.183 schriftelijke Kamervragen die zijn gesteld tussen 1 januari en 20 mei dit jaar.
Eerder onderzoek liet een vergelijkbaar beeld zien. In 2011 kwam nog driekwart van de Kamervragen voort uit mediaberichtgeving.
Volgens het recente telwerk is de invloed van landelijke media op Kamervragen het grootst. Kamerleden stellen drie keer vaker een vraag op basis van een tv-uitzending of een artikel in een landelijke krant dan op basis van een regionaal medium.
In schril contrast staat de invloed van de inhoudelijke experts. Slechts 28 keer (of in 2 procent van alle gevallen) was een academische publicatie, een onderzoeksrapport of een advies van instanties als het RIVM of de Ombudsman reden om een bewindspersoon om tekst en uitleg te vragen.
Volgens experts is het vragenrecht deels bedoeld voor incidenten, en het zijn media die hierover berichten. Daarnaast zou er volgens verschillende Kamerleden geen tijd zijn om als partij eigen onderzoek naar een onderwerp te doen. In dat geval helpt het dat journalisten onderzoek doen.
Onduidelijk is of de Kamervragen en de antwoorden tot daadwerkelijke verandering leiden.
Tien jaar geleden werd tevens geconcludeerd dat de meeste Kamervragen nooit tot media-aandacht leiden en dat politici over wie veel wordt geschreven niet voor komen in de lijst van Kamerleden die het meeste vragen stellen.
Kamerleden lijken dus sterk de nieuwsagenda te volgen, terwijl de journalistiek zich minder laat leiden door de vragen die in de Tweede Kamer gesteld worden.
Praat mee