Toekomstvisies zonder eyeopeners

Een goede journalistiekstudent stelt zich op als een kritische spons. Hij of zij zuigt zoveel mogelijk informatie naar binnen, maar neemt niets voor zoete koek aan. Ook niet als het gaat om gesprekken over het vak zelf. Zo’n blik kan tot een frisse wind leiden, helemaal in een vakgebied dat volgens een flink deel van de studenten geregeerd wordt door een grijze generatie.
Met dat idee gingen 21 studenten van de Masteropleiding Journalistiek in Groningen voor het boek ‘De toekomst van het nieuws’ in gesprek met evenzoveel (adjunct-)hoofdredacteuren van kranten, tijdschriften, televisie en internet. Onder hen niet de minste namen, zoals Jan-Kees Emmer (De Telegraaf), Marcel Gelauff (NOS Journaal), Arendo Joustra (Elsevier), Harm Taselaar (RTL Nieuws) en Cees van der Laan (Trouw). Journalistieke zwaargewichten die ‘de jonkies’ hun visie op de toekomst van het vak mogen geven.
Een prima idee, maar de uitwerking maakt minder enthousiast. Dat zit hem niet zozeer in de schrijfstijl, maar vooral in de beperkte lengte van de uitgewerkte vraaggesprekken. De interviews krijgen gemiddeld slechts drie kleine boekpagina’s aan ruimte, waardoor graven en spitten lastig wordt.
Als gevolg daarvan zijn de doorgaans aardig opgeschreven interviews oppervlakkig en worden er weinig kritische vragen gesteld. Daardoor blijft de échte toekomstvisie van hoofdredactioneel Nederland steken in oneliners als ‘angst is een slechte raadgever’ en ‘de ondernemende journalist heeft de toekomst’. Echte eyeopeners zijn dan ook ver te zoeken. En dat is jammer, want met een titel als De toekomst van het nieuws schep je die verwachtingen wel.
De toekomst van het nieuws; Jonge journalisten ondervragen de hoofdredacteuren van nu. Uitgeverij Ter Verpoozing, ISBN: 9789073064744, 72 pagina’s, € 10,-
Praat mee