Taaltip: de stukke telefoon?
‘De stukke telefoon’ en ‘een stuk horloge’ zijn geen juiste formuleringen. Correcte alternatieven zijn bijvoorbeeld ‘de defecte telefoon’ en ‘een kapot horloge’.
Het bijvoeglijk naamwoord stuk kan in de standaardtaal niet vóór het zelfstandig naamwoord staan waar het bij hoort. Het kan alleen worden gebruikt als naamwoordelijk deel in een zin met een koppelwerkwoord: ‘De telefoon is stuk’, ‘Mijn horloge bleek stuk’ (is en bleek zijn hier koppelwerkwoorden). In informele spreektaal worden combinaties als ‘de stukke telefoon’ en ‘een stuk horloge’ wel gebruikt, maar in schrijftaal kunnen ze beter worden vermeden.
Praat mee