persveilig seminar

— woensdag 26 mei 2021, 08:13 | 0 reacties, praat mee

Somer al Abdallah: ‘Je moet hier snel een superjournalist zijn’

© Truus van Gog

Somer al Abdallah wilde blijven schrijven toen hij als Syrische vluchteling naar Nederland kwam. In een vreemde taal en cultuur moet hij daar hard voor werken, maar zijn artikelen over nieuwkomers en integratie vallen op. Loopbaaninterview met een rusteloze journalist. ‘Ik moet opschieten, want mijn concurrenten zijn de jonge talenten.’ Laatste wijziging: 8 november 2021, 09:37

Dit artikel wordt met je gedeeld door NVJ-lid Lars Pasveer. Ook lid worden?

In de lege lunchruimte van de NTR is meteen al duidelijk dat journalist Somer al Abdallah (37) hoge eisen stelt aan zichzelf. Ja, hij spreekt zes jaar na zijn komst in het aanmeldcentrum in Ter Apel voorbeeldig Nederlands – ‘maar nog lang niet goed genoeg’. En hij is trots op zijn werk bij de NTR en een pas verschenen artikel in Vrij Nederland over het stemgedrag van nieuwkomers. Maar hij wil meer: een vaste baan, een boek, misschien wel een eigen tv-programma.

Al Abdallah was al journalist toen hij moest vluchten uit Syrië. In lokale kranten en op opiniesites schreef hij kritisch over het regime, later ook over terreurbeweging IS. Al deed hij dat vaak onder pseudoniem, hij werd bedreigd en zijn auto werd in brand gestoken. Ook toen hij vanuit Turkije bleef publiceren, was hij niet veilig. Na de moord op journalistieke vrienden vroeg hij asiel aan in Nederland. Met zijn vrouw en 5-jarige zoon woont hij nu in Noordwijkerhout. Hun flat is klein, dus spreken we af bij de NTR. Daar is hij twee dagen in de week redacteur van het onlineplatform ‘Net in Nederland’. De rest van de week werkt hij aan journalistieke projecten en het RFG Magazine voor gevluchte journalisten.

Uit zijn portemonnee pakt hij voorzichtig een gescheurde pasfoto van een serieus kijkend jongetje. Hij heeft het meegenomen, omdat de jeugdfoto een vast onderdeel is van het loopbaaninterview. ‘Mijn vader had pasfoto’s nodig voor overheidsdocumenten. Hij nam me mee naar de fotograaf in Aleppo. Die zei dat ik niet mocht lachen. Mijn gezicht moest van hout lijken. In Nederland heb ik niets meer uit Syrië. Dit is mijn enige foto die bewijst dat ik kind ben geweest.’

Tekst loopt door onder de foto.

Wat zie jij als je naar dit jongetje kijkt?
‘Slechte tijden. We woonden met vijf kinderen en mijn ­ouders in een klein huis in Aleppo. Een van de drie kamers bleef dicht. Die moest schoon blijven voor de gasten. Mijn vader deed bureauwerk bij het leger en mijn moeder was onderwijzeres, maar ze verdienden weinig. Mijn vader was links, niet religieus en anti-regime. Voor ons was hij extreem streng. We kregen flinke klappen. Ik wilde nooit alleen thuis met hem zijn. Mijn moeder is een engeltje, zij beschermde ons. Toen mijn vader bij zijn andere vrouw ging wonen, waren we allemaal opgelucht, behalve mijn moeder.’

Waarom was je vader zo streng?
‘Hij had ook een moeilijke jeugd met ontberingen en een wrede vader. Bovendien werd hij gedreven door zijn angst voor arrestatie. Alleen thuis waren we volgens hem veilig. Zijn agressieve optreden was heel slecht voor ons. Op mijn 7e kreeg ik een keer een boek over ­Mesopotamië. Staand op bed las ik eruit voor aan mijn moeder en broers. Tot mijn vader de kamer in stormde en het boek weggriste. Hij dwong me wiskunde te studeren, een vak dat ik haatte. Het boek heb ik nooit meer teruggezien.

‘Ik was goed in opstellen schrijven en lezen; daar haalde ik de hoogste cijfers voor. Ik dacht nooit dat ik auteur wilde worden, ik was het al. Mijn vader onderdrukte mijn liefde voor lezen en schrijven, maar die kwam terug toen ik de journalistiek ontdekte. Dat was in de korte ­periode dat politieke gevangenen werden vrijgelaten en wij droomden over democratie. Ik was enorm trots toen ik in 2003 mijn eerste artikel publiceerde.’

Wist je dat je in Nederland journalist wilde blijven?
‘Ik dacht dat ik in een vrij land zou komen, waar ik alles kon schrijven. Daar wilde ik ook mijn brood mee verdienen. Ik heb een tijdje maaltijden bezorgd, maar daar werd ik depressief van. Schrijven is geen hobby, het is mijn werk. Mijn vader heeft me ooit tegengehouden, maar dat laat ik me niet meer gebeuren. Ik heb mooie ideeën voor verhalen, maar ik heb nog iemand nodig om te redigeren. Dat vinden mediabedrijven vaak te veel gedoe. Je moet in Nederland snel een superjournalist zijn die ook nog eens kan fotograferen, filmen, podcasten en monteren.

Als nieuwkomer ervaar ik drie obstakels: de taal, de werkcultuur die totaal anders is dan ik gewend ben, en het gebrek aan vaste banen in de journalistiek. Natuurlijk is een hoog taalniveau vereist. Maar toen de adjunct van een journalistieke site mij benaderde en ik vertelde dat ik nog iemand nodig heb om mijn teksten te bekijken, hoorde ik niets meer. Ook niet nadat ik twee keer mailde dat ik wachtte op een reactie. Dat vond ik zo onbeleefd, daar werd ik boos van. De media kunnen wel diversiteit willen, maar ik zie nog weinig journalisten van kleur op redacties. Is dat streven naar diversiteit dan retoriek om de beschuldiging van discriminatie te vermijden? De media geloven niet in ons. In Duitsland krijgen Syrische journalisten, schrijvers en dichters meer steun, ook in de vorm van fondsen.’

Je klinkt teleurgesteld.
‘Ik ben dankbaar voor alle kansen, maar ik moet er ook hard voor werken. Ik zou willen dat mediabedrijven meer geduld hebben met nieuwkomers.’

Milena Mulders, oud-directeur van de stichting voor gevluchte journalisten OnFile, is een de mensen die Al Abdallah heeft geholpen met het opbouwen van zijn carrière. Zij gunt hem meer tijd en ruimte, ook om zichzelf beter te leren kennen. ‘Hier wordt van Somer verwacht dat hij precies weet wat zijn kwaliteiten en valkuilen zijn. Op zijn werk moet hij gezellig en luchtig zijn, niet te zwaar. Veel gevluchte journalisten vinden dat ingewikkeld. Er is weinig begrip voor anders zijn.’

De journalist laat een lange stilte vallen als hij dit hoort. ‘Ik mag sinds kort stemmen, maar ik voel me nog geen Nederlander. Ik heb telefoonangst, omdat ik bang ben dat iemand zegt: jij spreekt de taal niet goed genoeg, ga weg. Vaak bekritiseer ik mezelf: waarom ben ik nog geen Geert Mak, waarom is mijn Nederlands nog niet 100 procent?’

Stel je jezelf niet te hoge eisen?
‘Ik ben 37 jaar en ik heb haast. Mijn concurrenten zijn de jonge talenten die de media zoeken. Ik voer voortdurend discussies met mezelf en ik ben soms negatief. Dat komt ook door de verantwoordelijkheden die me belemmeren. Ik heb nu voor de zesde keer een contract bij de NTR, maar ik weet niet of ik een vaste aanstelling krijg of weg moet. Zorgen om de toekomst maken me streng voor mezelf.’

Dat doet me denken aan je vader.
‘Ik mis hem niet, al heb ik hem acht jaar niet gezien. Over zijn leven zou ik wel een boek willen schrijven, want dat is een bijzonder verhaal. Alleen laat hij niets los. Ik ben nu bezig met een autobiografisch verhaal voor een boek in het Arabisch. Met veertien auteurs uit de hele wereld heb Ik me aangesloten bij het project “House of Fiction” van een Tunesische publicist.’

Uit zijn tas haalt Al Abdallah het voorwerp dat symbo­liseert hoe hij in zijn werk staat, het tweede vaste onderdeel van het loopbaaninterview. ‘Dit boek heeft me geïnspireerd om te blijven schrijven: “De adelaars” van Kader Abdolah. Hij vertelt daarin wat het betekent om politieke vluchteling te zijn in een land met een andere cultuur. Het is een van de eerste boeken die ik in het Nederlands heb gelezen. Kader beschrijft de eenzaamheid en de heimwee zo goed dat ik moest huilen. Die passages herken ik nog steeds. Ik heb weinig vrienden en mijn familie woont ver weg. Maar dit boek stimuleert me ook om te beschrijven wat mij als nieuwkomer opvalt.’

Hoe kun je weer het jongetje worden dat stond voor te lezen?
‘Ik zou graag onbezorgd over het strand willen lopen en grapjes willen maken met vrienden. Maar de haast om me te bewijzen is nog groter. Ik wil vechten voor mijn dromen.’

CV Somer al Abdallah

1984 - Geboren in Syrië
2005 - heden - Freelance journalist voor Syrische en Arabische opiniebladen
2011 - Sociale wetenschappen, Universiteit Tripoli (niet afgemaakt vanwege de oorlog)
2013 - Freelance journalist en onderzoeker in Turkije
2015 - Asielaanvraag in Nederland
2016 - 2018 - Columnist Friesch Dagblad
2017 - heden - Redacteur RFG magazine voor gevluchte journalisten
2018 - heden - Freelance journalist, o.m. de Volkskrant, VN
2019 - heden - Redacteur ‘Net in Nederland’, NT
2020 - Fellowship journalistiek Ground Truth Project, VS

Somer al Abdallah is getrouwd en heeft een zoon.

Bekijk meer van

Tip de redactie

Wil je Villamedia tippen, maar is dat te gevoelig voor een gewone mail? Villamedia is aangesloten bij Publeaks, het platform waarmee je veilig en volledig anoniem materiaal met de redactie kunt delen: publeaks.nl/villamedia

Praat mee

Colofon

Villamedia is een uitgave van Villamedia Uitgeverij BV

Uitgever

Dolf Rogmans

Postadres

Villamedia Uitgeverij BV
Postbus 75997
1070 AZ Amsterdam

Bezoekadres

Johannes Vermeerstraat 22
1071 DR Amsterdam

Factuurgegevens

Villamedia Uitgeverij BV
Johannes Vermeerstraat 22
1071 DR Amsterdam

Contact

redactie@villamedia.nl

Redactie (tips?)

Chris Helt, hoofdredacteur

Marjolein Slats, adjunct-hoofdredacteur

Linda Nab, redacteur

Lars Pasveer, redacteur

Trudy Brandenburg-Van de Ven, redacteur

Rutger de Quay, redacteur

Sales

Sofia van Wijk

Jenny Fritschy

Webontwikkeling

Marc Willemsen

Vacatures & advertenties

redactie@villamedia.nl

Bereik

Villamedia trekt maandelijks gemiddeld 120.000 unieke bezoekers. De bezoekers genereren momenteel zo’n 800.000 pageviews.

Rechten

Villamedia heeft zich ingespannen om alle rechthebbenden van beelden en teksten te achterhalen. Meen je rechten te kunnen doen gelden, dan kun je je bij ons melden.