RvC: ‘makers en inhoud centraal’
De Raad voor Cultuur heeft het langverwachte beleidsadvies rond de toekomst van de publieke omroep gepresenteerd. Het advies, onder de titel De tijd Staat open, stelt dat een toekomstbestendige publieke omroep inhoud en makers centraal moet stellen. Zoals de laatste maanden al via ingewijden uitlekte, is het advies dat omroepverenigingen zich meer dienen te richten op specifieke publieksgroepen en thema's. De keuze voor nieuwe hoofdredacteuren die specifieke thema's (journalistiek, drama, documentaires en cultuur) gaan bewaken was al eerder uitgelekt: zij worden eindverantwoordelijk voor de inhoud van het complete aanbod op alle platforms. "Een 'contract met de samenleving', waarin de publieke omroep na een brede consultatie onder publiek, experts en makers beschrijft wat hij gaat doen, vormt hiervoor de basis", luidt het advies. Volgens de Raad werkt 3FM op dit moment al volgens de advieslijnen: "Een zendermanager (we zouden hem 'hoofdredacteur 3FM' kunnen noemen) met een duidelijke visie op wat hij met zijn zender wil, hoe hij de publieke taak vertaalt voor jongere muziekluisteraars en onderscheidend is."
De NPO zal zich volgens het advies verder moeten opstellen als een netwerkorganisatie die samenwerkt met zijn publiek en toegang biedt aan burgers en andere mediaorganisaties dan alleen de actuele ‘bespelers’ - lees de huidige omroepen. De NPO, traditioneel een ‘bestuur- en beheersorganisatie’ zal zich meer met het publiek moeten gaan bezighouden, dan er de belangenbehartiger van te zijn. De NPO wordt een omroep met een uitzendvergunning, adviseert de Raad. Dat betekent een organisatorische verschuiving die de NPO tegelijkertijd bestuurlijk slagvaardiger moet maken en organisatorisch eenduidiger.
Scherper dan nu zal de publieke omroep zich moeten onderscheiden met inhoud die van publiek belang is, aldus de Raad. De Raad stelt voor om externe makers, media-bedrijven of zzp’ers met creatieve ideeën toegang te geven tot het bestel. Hun plannen zouden dan via het zogeheten programma-versterkingsbudget kunnen worden gerealiseerd. De Mediawet dient dan te worden aangepast om dit ook voor buitenstaanders open te stellen. Hierdoor ontstaat een vernieuwd, open en pluriform systeem met enerzijds omroepverenigingen en anderzijds vrije mediaproducenten, stelt de Raad.
De nieuwe rol van omroepen als een thema- en doelgroepgerelateerd ‘productiehuis’ zou volgens de Raad elke vijf jaar op basis van criteria als publiekbinding, kwaliteit en succesvolle samenwerking met andere omroepen en organisaties worden getoetst door een visitatiecommissie. Als een aspirantomroep kan aantonen dat het een specifieke publieksgroep bedient en toegevoegde waarde heeft, kan deze tot het bestel toetreden. “Zo blijft er ruimte voor nieuwe geluiden en stromingen”, aldus de Raad.
De publieke omroep krijgt een duidelijke gidsfunctie, met behulp van een nieuwe portal die kijkers en luisteraars door het aanbod heenloodst. Wie zo’n site bezoekt, krijgt informatie over de makers, de inhoud en de redenen achter de productie. “De publieke omroep programmeert daarnaast voor alle platforms; naast televisie en radio ook voor nieuwe media en mobiele platforms”, aldus het advies. Het verwijst in het advies naar het succes van de serie House of Cards, waarvan het seizoen - voor wie dat wil - inééns geconsumeerd kan worden, op alle denkbare wijzen: De Raad: “Geen omroep, geen televisiezender, kwam eraan te pas.”
De Raad stelt dat de publieke omroep zoveel mogelijk dienen te worden beschermd van inhoudelijke inmenging door overheid of commercie. “Publieke media zijn een overheidstaak, dus zullen nooit helemaal los staan van de overheid. Belangrijk zijn echter wel de inhoudelijke onafhankelijkheid, voldoende afstand tussen politiek en bestuur en het creëren van bestuurlijke rust bij de publieke media”, stelt de Raad. Ook is een reclamevrije omroep in de huidige financiële situatie niet realistisch. Wel zou de overheid in wetgeving ruimte moeten bieden voor meer ondernemerschap van publieke media. Een lange concessieperiode is volgens de Raad verder zeer belangrijk om onafhankelijkheid te garanderen. Financiering van het publieke bestel zou in lijn moeten lopen met de concessieperiode.
Publieke en private nieuwsorganisaties moeten in de toekomst op regionaal gebied krachten kunnen bundelen. Er dient ruimte te zijn voor experimenten en samenwerkingsverbanden tussen de private en publieke sector; tussen dag- en nieuwsbladen en regionale omroepen. Dat kan bijvoorbeeld in de vorm van coöperaties die content leveren aan omroepen, kranten, nieuwsbladen en nieuwe journalistieke initiatieven, aldus de Raad.
De Raad voor Cultuur is het wettelijke adviesorgaan van de regering en het parlement op het terrein van kunst, cultuur en media. De raad is onafhankelijk en adviseert, gevraagd en ongevraagd, over actuele beleidskwesties en subsidiebesluiten.
Het adviesrapport De tijd staat open is hier [in .pdf-formaat] te downloaden.