Regels rond journalistiek dronegebruik bekrachtigd

De Nederlandse Vereniging van Journalisten (NVJ) en fotograaf René Oudshoorn begonnen in 2015 een bodemprocedure tegen het Ministerie van Infrastructuur en Milieu, nadat Oudshoorn was beboet toen hij in 2013 voor zijn werk een drone gebruikte. Journalisten die een drone inzetten riskeerden strafvervolging en een boeten van 8200 euro.

Tegelijk bestaan er voor particulieren géén beperkingen. De NVJ wilde die rechtsongelijkheid aanpakken. De rechtbank Den Haag heeft op 9 november de regels rond journalistieke drone-inzet bevestigd.

Voor het gebruik van drones tot vier kilo gelden wel zogeheten operationele restricties. Ze mogen niet hoger dan 50 meter en op maximaal 100 meter afstand van de bestuurder vliegen. Vliegvelden zijn verboden terrein en nachtvluchten zijn niet toegestaan.

Zwaardere drones leveren ook voor hulpdiensten (zoals een trauma-helikopter) gevaar op, zodat een meldingsplicht in dat geval redelijk is.

In een reactie stellen NVJ en fotografenvakvereniging NVF dat de overheid in het vervolg tijdig overlegt voordat zij regelgeving aanpast die journalisten treft. De organisaties willen “voorkomen dat regelgeving binnen drie jaar wordt aangepast omdat zij geen recht doet aan het journalistieke vak.”

NVJ-secretaris Rosa Garcia López is blij dat de staatssecretaris lopende de rechtszaak de regelgeving heeft verruimd, zodat journalisten daadwerkelijk drones kunnen gebruiken. René Oudshoorn zal (weer) vaak van een drone gebruik maken. Ze kunnen bij gevaarlijke situaties opereren waar een camermaman of normaal vliegtuig te veel risico loopt.

“Een drone is ook de oplossing voor visuele en fysieke barrières, kijkt over bomen en muren heen, en vliegt eenvoudig naar een plek die anders niet goed bereikbaar zou zijn”, aldus Oudshoorn.

Otto Volgenant van Boekx Advocaten, die het proces begeleidde, is blij dat er nog voor de definitieve uitspraak door staatssecretaris Dijksma een werkzame oplossing is bedacht.